Motel Detroit 2

Odysseus

Deel 5: Scheria

Odysseus op Scheria 

Naakt als een baby, nat en besmeurd, doodvermoeid van zijn strijd tegen de zeestorm, spoelt Odysseus aan op een eiland. Odysseus, koning van Ithaka is nu werkelijk ‘niemand' meer; een vreemdeling, een smekeling, een drenkeling en een bedelaar. Tot niets gereduceerd, zonder bezit, durft hij amper zijn identiteit prijs te geven. Hij werpt zich als smekeling aan de voeten van Nausikaä. Zij wordt verliefd op Odysseus. Zij brengt hem bij haar ouders, koning Alkinoös en koningin Arete van Scheria. Zij regeren over het volk van de Faiaken. Een volk dat ooit op de vlucht sloeg voor de pesterijen van de Cyclopen en toen op het eiland Scheria een harmonische beschaving stichtten.

Scheria is het schoolvoorbeeld van gastvrijheid; de vreemdeling wordt zonder vragen over zijn afkomst en identiteit ontvangen, krijgt een bad en kleren en wordt uitgenodigd aan tafel. Er wordt een feest gegeven ter ere van de gast. Tijdens het feest zijn er spelen. Odysseus wordt uitgedaagd om aan de wedstrijden deel te nemen en wint het discuswerpen. Alkinoös biedt Odysseus zijn dochter aan als echtgenote. Wanneer de zanger Demodokes een lied zingt over het houten paard van Troje, wordt het Odysseus te machtig. De krijgsheld die meevocht in een oorlog die tien jaar duurde en al zijn mannen verloor, barst in huilen uit. Dan vraagt Alkinoös naar zijn identiteit. Odysseus maakt zich bekend en vertelt, op uitnodiging van de koning zijn verhaal. Hij vertelt over de Kikonen, de Lotoseters, de cycloop, Aiolos, de Laistrygonen, Kirke, de Hades, de Sirenen, Scylla en Charybdis, Helios en zijn runderen en Kalypso. Dan volgt het afscheid. Hij wordt, overladen met geschenken en door de Faiaken slapend met een schip naar Ithaka gebracht. Dit wekt de boosheid van Poseidon op, die de Faiaken voor deze daad straft. 

Over het ik-verhaal en de wedergeboorte van Odysseus 

'Ik ben Odysseus, de zoon van Laertes, en ben om mijn listen alom bekend bij de mensen; mijn roem reikt hoog tot de hemel.'

Odysseus neemt de plaats in van Demodokos, de zanger en vertelt over zijn avonturen. Een avontuur dat als een overgangsrite gelezen kan worden. Middelpunt van deze rite is de afdaling in de onderwereld. Daar wordt Odysseus geconfronteerd met zijn lot (Teresias), met schuld (de schim van Elpenor en van zijn dode moeder), boete (de gestrafte Tytios, Tantalos en Sissiphos) en met de sterfelijkheid (Achilles). In grote lijnen kun je een verschil ontdekken in de avonturen die Odysseus vóór het bezoek aan de Hades meemaakt, en de gebeurtenissen die hem na de Hades overkomen.

In de avonturen met de Kikonen, de Lotoseters, de cycloop, Aiolos, de Laistrygonen en Kirke zoekt Odysseus het avontuur actief op. Zijn onbedwingbare nieuwsgierigheid en zijn zucht naar roem zetten hem aan, de bevolking van de eilanden waar hij belandt, uit te testen op hun gastvrijheid. Na de Hades overkomen de gebeurtenissen hem. Het wordt duidelijk dat het lot onafwendbaar is: de belevenissen met de Sirenen, Scylla, Charybdis en Helios, verlopen precies zoals Kirke heeft voorspeld. Het zijn avonturen die Odysseus passief ondergaat. Het onheil met de runderen van Helios gebeurt op een moment dat hij slaapt.

Nog slechts eenmaal neemt Odysseus het zwaard op; tegen het zeemonster Scylla. Maar deze overmoedige daad levert alleen maar een verlies aan mannen op. Het verlies dat Odysseus lijdt, wordt steeds groter zonder vloot en zonder manschappen belandt hij op Ogygia en zonder kleren belandt hij op Scheria. De overgangsrite is als een geboorte, een wedergeboorte. Odysseus kruipt uit het water het land op, naakt. Hij heeft niets meer en hij is niets meer. Hij is ‘niemand' geworden, een vreemdeling op een vreemd eiland. Bang zich kenbaar te maken en zich over te geven aan de gevolgen van ongastvrijheid, houdt hij zijn identiteit verborgen. De wijze waarop hij zich presenteert, is tegengesteld aan de manier waarop hij dat deed in de avonturen die hij voor de Hades beleefde. Daar was de koning van Ithaka trots op zijn identiteit. Daar vertelde hij over zijn daden in de hoop dat deze van invloed zouden zijn op zijn roem, die eeuwig met zijn naam verbonden zou worden.

De confrontatie met Achilles in de Hades is voor Odysseus bijzonder leerzaam. Hij leert van hem dat roem een illusie is. Het leven is duizend maal meer waard. Achilles: 

'Roem kan me gestolen worden. Ik weet waar de dichters over zingen. Maar één ding heb ik hier geleerd. Niets is mooier dan de zon die daarboven schijnt. Alleen dwazen willen dood.

Het bezoek aan de Hades is een confrontatie voor Odysseus met zichzelf. Hij kent zijn lotsbestemming; elk mens moet leren sterven. En om zijn sterfelijkheid te aanvaarden, moet Odysseus zijn eerzucht afleggen. Daarop komt de opdracht die Teresias hem geeft neer. Odysseus moet het instrument van zijn eerzucht (de roeispaan) begraven bij een volk dat de zee niet kent. Hij kijkt er in de diepe afgronden van zijn hart. In de Hades komt Odysseus bij zichzelf thuis. 

Gastvrijheid 

Dat een koning een vreemdeling de kans geeft om zijn verhaal te vertellen, is heel bijzonder. Na de avonturen die Odysseus heeft beleefd, dus na het bezoek aan de Hades, zat hij zeven jaar lang vast op Ogygia. Een totale isolatie, volledig overgeleverd aan de grillen van de nimf Kalypso, staart hij elke dag urenlang naar de horizon. Hij verlangt naar huis, naar Ithaka maar hij is niet in staat daar te komen. Een tantaluskwelling die doet denken aan de straf van Tantalos in de Hades. Na die zeven jaar vindt hij eindelijk een luisterend oor; aan het koninklijke hof van Scheria.

Odysseus vertelt zijn verhaal. Het verhaal waarmee hij samenvalt. En vertellen is zijn tweede natuur. Maar het belangrijkste is het oor dat luistert. Dat luisterende oor is de liefde die hem de rust geeft waardoor hij kan thuiskomen. De Faiaken brengen Odysseus, slapend naar Ithaka.

Hierin schuilt de belangrijkste boodschap voor de 21ste eeuw van dit klassiek Griekse epos: zijn wij bereid naar de verhalen van vreemdelingen te luisteren? Zijn wij bereid hen een thuis en een daarmee samenhangende identiteit te geven? Vreemdelingen in de illegaliteit dwingen of afzonderen is een misdaad tegen de menselijkheid. 

Een hart dat spreekt 

Bij Odysseus overheerst de tong, het hart. Hij reageert nooit impulsief, maar houdt zijn hart en zijn gevoelens in bedwang. Hij denkt strategisch. Houdt rekening met de (eventuele) reactie van de ander voordat hij zelf reageert. Zo gaat hij niet in de aanval wanneer Polyfemos twee van zijn mannen voor zijn ogen verslindt, niet met daden en ook niet met woorden. Odysseus verstaat de kunst van het liegen. Hij zegt niet wat zijn hart hem ingeeft. Hij is sluw en bedachtzaam. Een strategie die hem meerdere keren voordeel oplevert. Hij redt er zijn eigen leven, en in veel gevallen ook dat van zijn mannen mee. Dit strategisch denken redt hen uit de grot van Polyfemos en van de tovenarij van Kirke.

De confrontatie met de doden in de Hades, heeft veel invloed op Odysseus. Door de doden te ontmoeten, confronteert hij zichzelf met zijn schuld; in hoeverre draagt hij schuld? ‘Had het anders gekund,' roept Odysseus in de Hades.3 Het meest dwingend is en blijft die vraag wanneer Ajax weigert om met Odysseus te praten. Hoeveel schuld draagt Odysseus aan de dood van Ajax? In hoeverre is hij schuldig aan de dood van zijn manschappen als je zijn roekeloze gedrag, en zijn onlesbare dorst naar roem en eer bekijkt? In Odysseus is de dualiteit van Odysseus' gedrag het centrale thema van de voorstelling. Wie is Odysseus? Welke menselijke fouten maakte hij? Is hij het slachtoffer van de wil van de goden of van zijn eigen drang naar roem? Hoe groot is de prijs die Odysseus betaald voor zijn overmoed? ‘Ik accepteer de volle verantwoordelijkheid voor de dood van Ajax' zegt Odysseus in de Hades. En daarop zegt Achilles: ‘De man praat eindelijk wat zijn hart hem ingeeft.'4 Homerus creëert een man die moet leren zeggen wat zijn hart hem ingeeft, ondanks de trots en de eer die hij dan moet prijsgeven.

Shakespeare creëerde ooit een man die het omgekeerde moest leren. Coriolanus moest in het gelijknamige stuk leren om niet te zeggen wat zijn hart hem ingaf, ondanks de trots en de eer die hij dan moest prijsgeven. Coriolanus moest leren liegen. De moeder van Coriolanus, Volumnia, zegt tegen hem: ‘Omdat het nu uw plicht is tot het volk te spreken, niet naar eigen overtuiging, of naar wat u uw hartstocht ingeeft, maar met woorden die uw tong van buiten leert, al zijn het dan slechts bastaards en geluiden die in waarheid van uw hart niet leven.'5 Het moge duidelijk zijn dat dit een gave is die Odysseus van nature heeft. 

Personages 

Eurymedousa
Voedster van Nausikaä. Zij was door het volk van de Faiaken uitgekozen als geschenk aan koning Alkinoös van Scheria. 

Klytoneos
Zoon van Alkinoös. De beste in hardlopen. 

Laodamas
Zoon van Alkinoös. Hij daagt in boek 7 van de Odyssee, Odysseus uit om deel te nemen aan de spelen. 

Nausikaä
De betoverend mooie dochter van koning Alkinoös en koningin Arete. Zij vindt Odysseus op het strand van Scheria en nodigt hem gastvrij uit bij haar ouders. Ze wordt smoorverliefd op hem. 

Alkinoös
Legendarische koning van het zeevarende volk van de Faiaken. Koning van het eiland Scheria. Vader van Nausikaä. Alkinoös zorgt voor een periode van voorspoed en geluk bij zijn volk. Het eiland verschilt in alles van alle andere eilanden waar Odysseus terechtkomt. Het is een gastvrije gemeenschap, die eerder naar de utopie helt, dan naar om het even welke vorm van realisme. 

Echeneos
De oudste held van de Faiaken. Raadgever van koning Alkinoös. 

Arete
Koningin van de Faiaken, echtgenote van Alkinoös en moeder van Nausikaä. 

Demodokos
De blinde zanger van de Faiaken. 

Athene
Dochter van oppergod Zeus en Metis, godin van de schranderheid en het verstand. Metis was de eerste vrouw van Zeus. Hij at haar op omdat hem was voorspelt dat zij hem kinderen zou schenken die hem in macht zouden overtreffen. Athene wordt op wonderbaarlijke wijze uit het hoofd van Zeus geboren. Hephaistos splijt het hoofd van Zeus, waaruit Athene in volle wapenrusting tevoorschijn komt. Zij is de godin die de strijd ter verdediging van het vaderland leidt en zege schenkt. Daarom draagt ze een helm, een lans en het afschrikwekkende schild (aegis). Zij is ook de godin van de vrede, de wijsheid en het recht, beschermster van het vrouwelijke handwerk. Ze moest het tegen Poseidon opnemen om het bezit van Attika. Poseidon schonk Attika het paard, Athene liet er de eerste olijfboom groeien. Zij gaf daarmee het nuttigste geschenk en won de bewoners van Attika voor zich. Ze beschermt Odysseus met wie ze list, verstand en schranderheid gemeen heeft. Ze kruipt letterlijk in de huid van andere personen om Odysseus en Telemachos met raad en daad bij te staan. 

Poseidon
Hoogste zeegod, zoon van Kronos en Rhea, broer van Zeus. Hij is de aardschudder, god van de aardbevingen. Griekenland is één van de landen waar erg veel aardbevingen worden geregistreerd. Met zijn drietand beweegt hij de zeeën, laat stormen ontstaan en laat de aarde schudden. Samen met Apollo bouwde hij de muren rond Troje. Omdat de Trojaanse koning Laomedon weigerde het loon hiervoor te betalen, werd hij een aartsvijand van Troje. De dolfijn, de stier en het paard zijn aan hem gewijd. Als schepper van het paard, wordt hij als paardgod vereerd. Hij is de vader van de cycloop Polyphemos die door Odysseus blind wordt gemaakt. Hij is de grootvader van Palamedes die door Odysseus werd verraden en daardoor de dood vond. Daarom blijft Poseidon Odysseus achtervolgen met zeestormen en verhindert hem een voorspoedige thuisreis. 

Zeus
Oppergod, heerser over hemel en aarde, vader en hoofd van mensen en goden. Heerser over het heelal. Hij is alleen aan het noodlot ondergeschikt.

Zie Beknopte geschiedenis van het Griekse godendom 

Alain Pringels, dramaturg Toneelgroep De Appel

- terug naar deel 4: Olympos en Ogygia | verder naar deel 6: Ithaka -

| Meer