Zeezicht 2

Odysseus

Column in AD/Haagse Courant van 27-12-2007
Odysseus zonder goden, dat zijn wij

door Jan Paul Bresser

Ze waren onze tijd vooruit, de oude Grieken. Ze hadden niet die ene alles overheersende God, die over leven en dood regeert. Ze hadden een wonderlijke stoet van goden om zich heen en die zorgden er samen voor dat het leven op aarde dagelijks contact met ze had. Voor alles en iedereen was er een god en daarmee was geloven zoiets als ademhalen. In een tijd als de onze zou je er bijna naar terug verlangen en niet alleen daarom is het zo prettig dat ze weer even onder ons zijn: Zeus en Pallas Athene, Poseidon en Aphrodite, Ares en Hera. Ze zijn voor een half jaar neergedaald in het Appeltheater in Scheveningen. En iedereen die ze daar ontmoet, ontdekt dat het net mensen zijn.

Want niets menselijks was ze vreemd en ook hun onderlinge gevechten gingen meestal over de dilemma's van het menselijke tekort. Daarom is hun verhaal en dat van de stervelingen van toen nog steeds zo indrukwekkend. Want wat er toen gebeurde, wat er toen verteld werd, had vandaag zoiets als maatstaf kunnen zijn. Al die inzichten bij en naast elkaar, het blijft fascineren, ook al heeft het niet veel geholpen. De grote tragiek van Odysseus is dat hij nog steeds ronddoolt over het slagveld van de wereld, van oorlog naar oorlog, in eigen huis en overal elders.

Odysseus, dat zijn wij, dat gaat over ons, dacht ik toen ik afgelopen zondag de onvergetelijke marathon van toneelgroep De Appel meemaakte. De verhalen van Odysseus na eeuwen zo laten terugkeren, dacht ik, is de legitimatie van de verbeelding. Daarom is theater niet gestikt in de dikke plooien van de oppervlakkigheid, dacht ik. Daarom blijft het de meest menselijke onder de kunsten, omdat het altijd weer over mensen gaat. Over helden zonder glorie. Over eenzame verschoppelingen. En over wijze voedsters natuurlijk. Ga maar kijken en luisteren en je verbazen en lachen en huilen. Met uiteindelijk de bitterheid van tranen. Om het altijd weer ontheemd te zijn, vluchteling, vreemdeling voor elkaar. Nooit thuis en nergens welkom.

| Meer