In Homerus' Odyssee luiden de eerste woorden die betrekking hebben op deze vrouw:`‘Volgens mijn moeder ben ik de zoon van Odysseus, maar zeker weet je dat nooit.' [1] In onze voorstelling is het Peisistratos die sneert: ‘Misschien is zelfs je moeder onder dwang al hertrouwd.' Zijn woorden suggereren (vrouwelijke) zwakte en een gebrek aan geduld en weerstand.
Wat weten we eigenlijk van Penelope? Penelope is de dochter van Icarius en Periboia en tevens het nichtje van de mooie Helena van Sparta. Ze trouwde met Odysseus; de man die kort na de geboorte van hun eerste kind Telemachos opgeroepen werd om te vechten tegen Troje.
De Nederlandse auteur Imme Dros laat in haar jeugdvertelling van de Odyssee [2] de liefde tussen Odysseus en Penelope uitvoering aan bod komen. Ze vertelt hoe Odysseus op Sparta Penelope voor het eerst aanschouwt. Hij is op slag verliefd! Alle mannen om hem heen zwijmelen over de mooie Helena, maar hij heeft slechts oog voor Penelope. Zij verlaat vervolgens haar geboorte-eiland uit verlangen naar Odysseus. Dros beschrijft Penelope als ‘verstandig' en ‘mooi'.
Waar vinden we verdere aanwijzingen rondom haar personage? In The Penelopiad, The Myth of Penelope and Odysseus[3], geschreven door de Amerikaanse schrijfster en dichteres Margaret Atwood, lezen we de Odyssee vanuit het perspectief van de vrouw; vanuit Penelope en haar dienstmaagden. De twee vragen die Atwood in haar boek stelt luiden: ‘What let to the hanging of the maids, and what was Penelope really up to?' [4] Atwood baseert haar vertelling op onder meer Homerus' Odyssee en Robert Graves' The Greek Myths en vult die kennis aan met details omtrent Penelope's huwelijk, moederschap en de geruchten die over haar de ronde doen. Het boek laat Penelope aan het woord. Zij vertelt o.a over haar jeugd en het leven in de Hades. Haar vertellingen worden afgewisseld met liedteksten, gezongen door de twaalf maagden, die op last van Odysseus door Telemachos zijn vermoord.
Penelope beziet zichzelf met name vanuit Odysseus: ze is zíjn vrouw, de moeder van zíjn kind.
Penelope: ‘People told me I was beautiful, they had to tell me that because I was a princess, and shortly after that a queen, but the truth was that although I was not deformed or ugly, I was nothing special to look at. I was smart, though: considering the times, very smart. That, and my weaving, and my devotion to my husband, and my discretion.' [5]
Haar smartness komt naar voren in de manier waarop Penelope reageert op het aandringen van de honderd vrijers. Ze zegt hen eerst een rouwkleed te willen maken voor Laërtes voordat zij een nieuwe echtgenoot zal kiezen. 's Nachts haalt zij het geweven gedeelte weer uit. Ze is listig, net als haar man, om zo de situatie naar haar hand te zetten.
In wezen is Penelope vanuit het perspectief van de honderd vrijers slechts een object: haar lichaam valt als het ware samen met het eiland Ithaka. Degene die de boogwedstrijd wint, mag Penelope als vrouw bezitten en meenemen naar zijn land. Helena's woorden ‘jouw vader kreeg als dank Penelope' [6] sluiten hierbij aan: een vrouw als handelsmateriaal, als prijs, als lustobject.
‘I know it isn't me they're after, not Penelope (...) It's only what comes with me - the royal connection, the pile of glittering junk. No man will ever kill himself for love of me. [7]
And so I was handed over to Odysseus, like a package of meat. A package of meat in a wrapping of gold, mind you. A sort of gilded blood pudding.' [8]
Anderen die wij over haar horen spreken, zijn de vrouwen met wie Odysseus gedurende zijn odyssee het bed deelt. Zij spreken over Penelope met jaloezie, voortkomend uit hun concurrentiepositie. Tjitske Jansen schreef voor Elegance het korte verhaal Calypso. Ze verwoordt hier Calypso's gedachten: ‘Penelope. Penelope. Wat een belachelijke naam. Penelope. PÉ-NÉ-LO-PÉ! Calypso, al zeg ik het zelf, klinkt toch heel wat beter. En niet alleen mijn naam is mooier, alles aan mij is mooier dan alles aan haar. En eeuwiger. Maar wat heb ik aan mijn schoonheid en wat heb ik aan mijn naam en wat heb ik aan mijn eeuwigheid als deze Odysseus onverschillig laten. Hij zal vertrekken.' [9]
Kalypso is, in tegenstelling tot Penelope, ‘zijn thuis' niet. Penelope's positie van ‘vrouw van Odysseus' geeft haar macht en een bepaald aanzien, maar wel één die niet door iedereen wordt gerespecteerd.
In de voorbijgegane eeuwen sinds Homerus' Odyssee is de weergave van Penelope veranderd: de hierboven genoemde schrijfsters hebben en geven een ander perspectief op haar. Ze laten ofwel haarzelf, ofwel haar concurrenten aan het woord. Penelope is dan niet langer de wachtende, stille, onzichtbare vrouw (Homerus), maar een vrouw met eigen dromen en wensen; een vrouw met een verhaal.
Eline Ebbekink, dramaturgie Toneelgroep De Appel