Zie De Appel Buiten

Herakles

AUS GREIDANUS: ‘JE SUCCES IS OOK VAAK JE ONDERGANG'

Door Dick Hofland

(GPD) - ,,Het eerste dat de Neanderthaler deed was een potje versieren. Hij wilde de werkelijkheid vertekenen. Denk je dat andere Neanderthalers dat elitair vonden? In Nederland is de overheersende houding op dit moment dat toneel, opera, musea, alle kunst en cultuur, een zaak voor de elite is, voor een kleine groep geïnteresseerden. En die zouden best honderden euro's voor een kaartje willen en kunnen betalen. Met op de achtergrond het waanidee dat alle andere Nederlanders dank zij het geld dat daardoor op de sector wordt bezuinigd weer veilig in de tram kan zitten. Dat is precies wat wij zijn: handelaren, kruideniers. Een gebouw hoeft niet mooi te zijn, als het maar efficiënt is. Als je aan één raam voldoende hebt om naar buiten te kijken, waarom zou je er dan tien in maken? Ik vind dat armoedig. Ik vind dat het over meer gaat. Als beschaafd land moet je inwoners kennis laten maken en laten genieten van alles wat er is. Op school ligt de nadruk tegenwoordig heel sterk op rekenen en taal. Op zich niets mis mee, maar in de Verenigde Staten zijn ze daar al op teruggekomen. Omdat men ziet dat kinderen zich als gevolg van die eenzijdige focus niet staande kunnen houden in de samenleving.''

Op de plek waar ooit de paarden van de paardentram stonden, zit Aus Greidanus sr.  op een lange bank achter een lange tafel. Hier lunchen en dineren de bezoekers van De Appel tijdens marathonvoorstellingen als Tantalus (2003), Odysseus (2007) en Herakles. De laatste is dit weekend voor het laatst in het eigen Appeltheater in Scheveningen en daarna nog drie keer in Carré. Hij heeft het stuk geregisseerd, grotendeels geschreven en hij speelt er ook  nog vier dubbelrollen in. Het begint om elf uur 's ochtends  en eindigt om tien uur 's avonds.

,,Iedereen heeft ooit wel iets over de Griekse mythen gehoord, maar ze nog nooit gezien in een hele cyclus. Bij ons zie je Herakles nu van vóór zijn geboorte tot na zijn dood. En daarin gaat het over de essentiële vragen van het leven: waar kom je vandaan, waar ga je naartoe en wat is de zin? Fysiek is het spelen van zo'n marathon een fluitje van een cent. De zorg daarentegen die ik als artistiek leider voor alles en iedereen heb, is wel vermoeiend. Dat kan mij zelfs uitputten. Momenteel gaat het er om of wij als gezelschap zullen overleven. We krijgen subsidie van de gemeente Den Haag en daar ben ik erg dankbaar voor, maar als gevolg van de bezuinigingen op kunst en cultuur stopt de bijdrage van het Fonds Podiumkunsten. Het besluit komt er in feite op neer, dat we aan alle eisen voldoen, maar geen geld krijgen. Gek eigenlijk, dat de ene partij je honderd procent subsidie geeft en de andere partij helemaal niets. Om dat gemis aan noodzakelijke inkomsten goed te maken, hebben we een actie opgezet in de hoop dat mensen die ons een warm hart toedragen, en ons al eens eerder hebben geholpen, zoveel geld bij elkaar opbrengen, dat we in elk geval weer vier jaar vooruit kunnen. Lukt dat niet, dan is het misschien gebeurd met De Appel.''

Met minder geld kun je toch ook mooie voorstellingen maken?

,,Zeker, maar vrijwel alle subsidie gaat naar de acteurs. Dus als we gaan bezuinigen gaat dat ogenblikkelijk ten koste van hen. Nog los van het persoonlijk leed moeten we het dan met zes, zeven acteurs doen. Dat betekent dus dat het afgelopen is met de grootschalige producties waar wij ons bestaansrecht aan ontlenen. Wij worden niet gesubsidieerd om met drie acteurs eenakters te doen. Wij moeten exclusief zijn. Wij zijn zelfs de enige in Europa die dit soort voorstellingen doen.''

De productie van Herakles kost ongeveer een miljoen. Kan dat dan niet iets minder?

,,Die kosten betalen we met de kaartopbrengst. De charme van zo'n hele marathon is nou juist dat je op onderdelen echt uitpakt. En dit soort producties doet ook een extra beroep op zaken als licht en geluid. Bij elkaar zorgt het er voor dat je een publiek elf uur kunt vasthouden. Je kunt bezuinigen, natuurlijk, maar dan verdun je zo'n voorstelling zodanig, dat de essentie, het specifieke karakter van De Appel, weg is. En heeft De Appel dan nog bestaansrecht?''

Zegt u het maar.

,,Juist in deze tijd vragen mensen zich af of geld verdienen en graaien nou wel de essentie van het leven is. Men gaat zich andere vragen stellen, wil de tijd nemen voor overdenkingen. Daar is zo'n marathon ideaal voor, want dat is een magische ervaring. In anderhalf uur kan ik dat niet voor elkaar krijgen, maar in die elf uur kan ik wel dat hele leven schilderen. Ik had ook kunnen kiezen om het in drie hapklare voorstellingen te doen, maar heb er voor gekozen het in negen stukken van ongeveer drie kwartier te gieten. Dan kun je de aandacht van de kijker vasthouden en zit er ook iets van een soap in: wat gaat er straks gebeuren? Je wordt er ook door geïnspireerd en dat levert energie op. Realiseer je ook, dat zo'n voorstelling als wij maken nooit meer terug komt. Dat is heel anders dan met bijvoorbeeld Hamlet van Shakespeare, dat bijna elk jaar wel ergens te zien is.''

Is dit wat u altijd hebt gewild?

,,Het is geen jongensdroom die is uitgekomen, als je dat bedoelt. Ik ben wel opgegroeid met theater, want mijn vader schreef toneelteksten voor kinderen en is enige tijd zakelijk leider van de Nieuwe Komedie en Arena geweest. Als kind genoot ik van het leven. Heel naïef, lekker achter de muziek aan hollen. Ik had wel het idee dat ik talent voor acteren had, maar dat was zuiver intuïtief. Ook daar was ik heel naïef in: ik wilde beroemd worden, elke avond applaus. Ik dacht er heel makkelijk over: o leuk, een toneelstukje, dat kan ik wel doen. Een beetje rotzooïerig leven. Na twee jaar toneelschool vond ik dat ik wel aan Hamlet toe was. Tot ik op de toneelschool Sacha Bulthuis leerde kennen, die twee jaar verder was. We zijn getrouwd, ik was toen 22 jaar, en drie jaar later hadden we drie kinderen. Wij woonden bij mijn ouders toen de kinderen klein waren en zij hebben de eerste vier jaar een groot deel van de opvoeding gedaan. Sacha en ik zijn blijven spelen, al hebben we in de eerste jaren wel wat gas terug genomen. Maar Sacha was op toneel van een totaal andere orde dan ik. Ik weet nog goed dat we van toneelgroep Globe naar De Appel gingen. Een snoekbaars en een guppie. Zij was al op het toppunt van haar talent en ik dacht dat ik ook een snoekbaars was. Terwijl het tien, vijftien jaar heeft geduurd voor ik het een beetje kon. Ik heb veel op m'n lazer gehad. Ik speelde in ‘De ingebeelde zieke' van Molière waarover de recensent schreef: ‘En dan was er nog het debuut van een zekere Ans Gerdans, niet kunnende spelen, niet kunnende zingen. Gauw maar vergeten, deze acteur'. Wel leuk dat ik veertig jaar later hier zit, we als gezelschap net de Toneel Publieksprijs hebben gewonnen en weet dat die recensent al lang is vergeten. Al vind ik mezelf nog altijd geen groot acteur. Ik ben wel goed in specifieke rollen, in uitzonderlijke karakters. Jonge minnaars is bijvoorbeeld nooit mijn sterke kant geweest, maar zieke kinderen of een SS-officier zijn mijn successen. Als je dat twintig jaar hebt gedaan, wil je een nieuwe uitdaging. Ik wilde stukken naar mijn hand zetten. Ik ben toen begonnen met kindertheater. Kinderen zijn heel eerlijk en direct en dat is een hele goede leerschool. Daarna heb ik mijn eerste regie in een kleine zaal bij De Appel gedaan.''

En dat beviel?

,,Er werd heel dubbel naar me gekeken, want ik ging collega's regisseren met wie ik zo'n vijftien jaar had gespeeld. Ik moest me extra bewijzen. Maar dat is gelukt, ik heb zeker tien jaar zowel gespeeld als geregisseerd. En toen kwam ook nog het artistiek leiderschap op mijn pad, omdat Erik Vos ermee stopte. Er was een uitgebreide sollicitatieprocedure, maar ik ben door het gezelschap zelf naar voren geschoven.''

Met als gevolg dat u nu in het geval van Herakles een marathon regisseert, een aantal rollen speelt, artistiek  verantwoordelijk bent en het stuk ook nog voor een groot deel hebt geschreven. Zijn dat dan allemaal verschillende persoonlijkheden?

,,Een kunstenaar is per definitie schizofreen, want die speelt met de werkelijkheid en de gespeelde werkelijkheid. Maar als ik al die taken goed wil doen, moet ik de techniek beheersen en heel kritisch blijven als ik van de ene stoel op de andere ga zitten. Als regisseur kan ik me bijvoorbeeld heel kwaad maken op de schrijver. Een stuk is slecht als de schrijver al na twee bladzijden op de plaats van de regisseur gaat zitten als hij bijvoorbeeld schrijft: Ze staat op en gooit woedend een theekopje tegen de muur. Ik kom uit de klassieke school en daarin staan tussen de tekst openingen voor de regisseur en de acteur. Bij Shakespeare staat er niet meer dan: Komt op. Of bij Tsjechov: Storm steekt op. Je moet ruimte laten.''

Op verzoek van de fotografe gaat hij in de lege zaal op het lege toneel zitten. De plek waar hij in Herakles onder andere oppergod Zeus speelt. De plek ook waar hij na afloop van elke voorstelling een beroep doet op het publiek om geld te storten.

,,Weet je dat de ons omringende landen een minister van Cultuur hebben en wij als enige een staatssecretaris? Omdat Nederlanders kunst en cultuur als een soort luxe beschouwen.''

Dat is het niet?

,,Tijdelijk heb  ik er nog een andere baan bij, ik geef leiding aan de totstandkoming van het bidboek van Den Haag om in 2018 Culturele fundamentele belang van kunst en cultuur is voor een stad, een land, Europa. Cultuur is een besmet woord. Ik wil er juist een pleidooi voor houden en voor de educatie in kunst en cultuur. Kunst gaat over het niet kloppende. Waarom wordt Romeo nou net verliefd op Julia en niet op een meisje uit een familie die niet zo moeilijk doet. Kunst gaat om zaken die je uitdagen om je er een mening over te vormen. Net als in het dagelijks leven. Als je daarmee opgroeit, als je dat meekrijgt op school, kun je beter omgaan met problemen, kun je tegenslagen beter het hoofd bieden, word je een stabieler mens. Dat geldt ook voor een stad die open is, die over grenzen heen kijkt, die zegt dat er niet alleen maar christenen of alleen maar moslims mogen wonen. Zo'n stad is veel leefbaarder. Kunst gaat over oorsprong, verleden en toekomst. Wie daarover wil nadenken, wie daar een open blik over heeft, een open visie over de toekomst, die is niet bekrompen. Als je in je hele onderwijs alleen  maar een palmboom hebt gezien, zul je nooit iets anders zien dan een palmboom. Je moet leren vergelijken. Dat maakt je ook minder angstig. Ik ben in de rimboe van Suriname geweest en bij elke spin, vis of slang dacht ik: ‘Dit is mijn dood!' Terwijl iedere bosneger me uitlacht. Want die weet precies welke spin giftig is en welke niet.''

U klinkt als een idealist.

,,Op dit punt zeker, want daar is in Nederland veel te winnen. Ik wil duidelijk maken dat kunst en cultuur geen elitair feestje zijn. Tuurlijk, mensen kijken massaal naar The Voice en naar deel zoveel van Boer zoekt Vrouw. En als ze op toneel tien naakte pinguins willen zien, dan zijn er producenten die net zo lang tien naakte pinguins laten zien als het publiek wil. Tot ze tien oliebollen willen zien. Dan krijgen ze tien oliebollen. Daar is geen subsidie voor nodig, want die is voor de kunst die in alle toonaarden het niet kloppende laat zien. En dat is dus géén subsidie voor de elite, maar een noodzaak. Net als taal en rekenen.''

Toch dreigt het einde van De Appel en daarmee ook het einde van uw carrière.

,,Zolang wij leven, zullen wij er alles aan doen om te blijven wie we zijn, want als je daarvan afwijkt, ben je zeker dood. Het geeft me veel voldoening dat het publiek ons zo waardeert en dat we twee keer de Toneel Publieksprijs hebben gewonnen. Maar ja, je succes is ook vaak je ondergang. Toen Chaplin dat mannetje met bolhoed, wandelstok en platvoeten had vervolmaakt, had hij het wel gezien. Hij wilde iets anders maken. Maar het publiek wilde dat mannetje terug. Voor ons is de uitdaging om dat niet te doen, om vooruit te blijven denken. Ik maak me vooral zorgen over de nieuwe generatie. Krijgt die nog kansen? Ik zou die generatie graag opleiden, het stokje doorgeven. Over mijzelf maak ik me geen zorgen. Ik ben absoluut vervangbaar en bovendien zit ik dicht tegen mijn pensioen aan. Toneel is niet heilig. Ik ben niet iemand die denkt: O god, als ik volgend jaar niet op het toneel sta, wat dan? Ik ben nu op een leeftijd waardoor ik steeds zuiniger  ben op de tijd die me nog rest. Als het allemaal ophoudt, ga ik misschien wel schilderen. Daar ligt wel een talent, een heel basaal talent. Ik gebruik dat wel als regisseur, maar echt schilderen durf ik alleen voor mezelf. We hadden het daarstraks over een jongensdroom, hè. Als ik écht kloten had gehad, was ik gaan schilderen.''

PASPOORT AUS GREIDANUS sr.

1950: Geboren in Amsterdam

1971: Debuut bij De Appel

1998: Artistiek leider De Appel

2003 (december): Marathonvoorstelling Tantalus + Winnaar Toneel Publieksprijs 2004

2007 (december): Marathonvoorstelling Odysseus + Genomineerd voor de Toneel Publieksprijs 2008

2010: Artistiek directeur van Den Haag culturele hoofdstad 2018

2011: Winnaar publieksprijs OIKOS; deze prijs gaat jaarlijks naar personen of instanties die in bijzonder mate hebben bijgedragen aan verspreiding van kennis over de klassieke oudheid onder een groot publiek.

2012: Marathonvoorstelling Herakles + Winnaar Toneel Publieksprijs 2012

| Meer