|
|
|
 |
|
De Argonauten werden vreugdvol en gastvrij ontvangen door de Faeaken. Koning Alkinoös en zijn vrouw Arete ontvingen de helden uitgelaten. Maar al vlug kwam er een domper op de feestvreugde. Het Kolchisch leger, nog steeds op zoek naar het voortvluchtig paar, Medea en Jason, verscheen aan de horizon. De Kolchiërs eisten de onmiddellijke uitlevering van Medea. ‘Alkinoös, de koning, trachtte de strijdlust te doen bedaren, want hij wilde zonder strijd het heftig conflict van beiden regelen.' Medea gooide zich als smekeling op de knieën van de koningin, zwoer op haar maagdelijkheid en verklaarde dat ze uit angst voor haar vader gevlucht was (ze had immers zijn regels overtreden door Jason, uit liefde, te helpen het Gulden Vlies te bemachtigen). Arete fluistert haar man een eenvoudige oplossing in het oor; als Medea nog maagd is, wordt ze uitgeleverd aan de Kolchiërs. Met andere woorden: Jason en Medea moeten trouwen want, ‘als zij nog maagd is, luidt mijn uitspraak dat het meisje teruggebracht wordt naar haar vader. Deelt zij al het bed met iemand, dan zal ik haar zonder twijfel niet scheiden van haar man. Ook als zij al een kind draagt in haar schoot, sta ik haar niet af aan haar vijand.' Het is Hera die Arete het huwelijk als oplossing ingeeft. ‘Want Hera zelf, Zeus' echtgenote, had hen hier naartoe doen komen om aan Jason roem te schenken.'