Het derde deel van Volle maan is gebaseerd op het leven van Friedrich Schiller.
Vanwaar je fascinatie voor Schiller?
David: ‘Als scholier bezocht ik Weimar (1990). Dat maakte een verpletterende indruk op me. De muur was net gevallen, de Trabantjes reden daar nog door de sneeuw en de Russische garnizoenen waren nog volop hun koffers aan het pakken. Ik was een puber en verliefd op het, voor mij dan, leukste meisje van de klas. Dit vermeld ik omdat deze romantische hormonen in mijn lijf vast een relevante rol hebben gespeeld in mijn fascinatie voor de dichter. Die eerste avond in Weimar nam mijn docent ons mee naar een ‘Dichtertreffen' in de stad en daar op het plein stonden ze: Goethe en Schiller. De bliksem sloeg in bij een op dat moment vijftienjarig jongetje. Wie waren deze statige mannen? Goethe kende ik van school, maar wie was die andere? We bekeken een toneelvoorstelling: Die Rauber van Schiller. Zijn debuut en een waar jongensboek. Een soort Robin Hood. Ik was verkocht laat dat duidelijk zijn. Nu, jaren later wil ik deze fascinatie onder de loep nemen. In ons drieluik over ‘vrijheid en romantiek' moet dit een eindconclusie worden: ‘Wat is vrijheid?'. Hoe? Dat onderzoeken we aan de hand van deze dichter.'
Schiller dus... wat is er zo bijzonder aan het leven van Schiller?
David: ‘Het leven van Schiller gaat niet over rozen. Hij werd in 1759 in Marbach geboren. Een ziek en zwak kind. Men moet hem zo snel mogelijk dopen, want misschien overleeft hij het niet. Ondanks of dankzij zijn fysieke gesteldheid groeit hij uit tot de grootste denker/dichter over ‘vrijheid' die Europa ooit gekend heeft. Hij begint zijn carrière waar zijn vader (een arme boerenzoon) die eindigt, namelijk als legerarts. Zijn vader is opgeklommen tot majoor, Schiller zal tot de sterren reiken...'
Hoe bereid je je voor?
David: ‘Eerst ben ik De rovers weer gaan lezen. En met de theatrale kennis die ik inmiddels heb opgebouwd is het stuk nog fascinerender en dieper dan die vernislaag die ik er als scholier van had meegekregen. We hebben het stuk gelezen met de acteurs. Hardop. Vijf uur lang. Schiller is inderdaad een schrijvende arts, met zijn scalpel ontleedt hij de personages die eigenlijk geen personages zijn maar eerder sjablonen die een gedachtegang doorwroeten. Vorig jaar heb ik weer een bezoek gebracht aan Weimar. Geen Trabant meer te bespeuren. Ik heb de huizen en graven van Goethe en Schiller bezocht. En wat me opviel: ze zijn ware commercie geworden. Er is een Schiller warenhuis en daar tegenover een Goethe winkelcentrum. Het stadje leeft van deze twee wonderlijke mannen. Vervolgens ben ik gaan lezen en lezen. Daarnaast ga ik samen met de acteurs op zoek naar een voorstelling. Dat is een heel inspirerende maar helse klus...'
Friedrich Schiller (1759-1805)
Schiller was de zoon van een militair, die hem verplichte tot een militaire loopbaan. In de kazerne studeerde hij rechten en medicijnen. Hij deed zoveel mogelijk nachtdiensten in de kazerne want die gaven hem de mogelijkheid om te schrijven. Tijdens deze nachten schreef hij De rovers. In 1780 werd hij arts in Stuttgart. Toen bleek dat hij in 1781 De rovers uit de kazerne had gesmokkeld en het stuk in Mannheim in première ging, viel hij in ongenade bij de hertog. Hij schreef drama, poëzie en een aantal historische en filosofische geschriften. In 1790 trouwde hij met Charlotte von Lengefeld. Vijf jaar later raakte hij bevriend met Goethe. Het werd een van de beroemdste literaire vriendschappen. Ondanks zijn zwakke gezondheid (chronische longaandoening) genoot Schiller met volle teugen van het leven. Hij had een passie voor roken, onder andere opium, sliep tot de middag en werkte 's nachts. Schiller stond aanvankelijk positief tegenover de Franse Revolutie (1789). Hij schreef het gedicht An die Freude (1785) dat door Beethoven werd verwerkt in zijn Negende symfonie. Schiller stierf, amper 45 jaar oud, in 1805.
tekst/regie David Geysen
spel Nadia Amin, Steef de Bot, Aus Greidanus jr., Hugo Maerten, Bob Schwarze en Iwan Walhain
muziek Marieke Grotenhuis (accordeon), Maartje van Lent (altviool) en Judith Linssen (zang)