Zie De Appel Buiten
De goede mens van Sezuan

Brecht, exil en een andere visie op burgerschap

Bertolt Brecht schreef De goede mens van Sezuan in 1938/1939. Op dat moment bevond hij zich in Denemarken. Al in 1933, een dag na de brand van de Rijksdag, had hij Duitsland verlaten, op de vlucht voor de nazi's. Bij de beruchte boekverbrandingen waren ook zijn werken het slachtoffer van de censuur en in 1935 werd hem zijn Duitse nationaliteit afgenomen. Via Praag, Wenen, Zürich en Parijs belandde hij in Denemarken, waar hij tot 1939 zou blijven wonen.
Brecht schreef zijn stuk als politieke vluchteling, een banneling die niet langer voet op eigen bodem kon zetten. Hij kon slechts van een afstand toekijken hoe het zijn land en haar inwoners verging en hoe zij zich in de nieuwe Wereldoorlog stortten. Bovendien moest hij ervaren hebben hoe het is afhankelijk te zijn van de goedheid en de gastvrijheid van anderen. In De goede mens van Sezuan zijn thema's als ‘hoe goed te doen en tegelijkertijd goed te zijn voor jezelf' en ‘hoe om te gaan met vreemdelingen' direct te koppelen aan zijn bestaan als stateloze.

In hun werk Exile and the Philosophical Challenge to Citizenship zijn de filosofen Farhang Erfani (zelf een politieke vluchteling) en John Whitmire op zoek naar een nieuwe vorm van politiek burgerschap, om uitsluiting te kunnen voorkomen: ‘...by expanding political agency, we could prevent the political death imposed on too many in exile.' (54) Hierbij kijken ze puur economisch naar de probleemstelling, omdat politieke zeggenschap nu eenmaal afhankelijk is van de economische context.
Burgerschap, citizenship, betekent in eerste instantie verbonden zijn aan een staat, aan een stukje land. Plato sprak in zijn De Wetten over het oprichten van een ideaal land, waarbij de deugd het fundament moet zijn. Om deugdelijke burgers te creëren, moeten ze van de vruchtbare grond kunnen leven. Tegelijkertijd moet voorkomen worden dat te grote overvloed commercie met andere landen stimuleert. Ook moet het land zich ver weg van andere landen bevinden om invloeden van buitenaf zoveel mogelijk in te dammen. Verbanning is na de doodstraf de hoogste straf in dit land. Een banneling is politiek gezien non-existent.
Plato's beschrijving is ongeveer hoe wij tegenwoordig kijken naar burgerschap: verbondenheid met land, het zoveel mogelijk vrij blijven van buitenlandse invloed en controle over buitenlanders die voet op eigen aarde zetten. Hoewel we tegenwoordig (over het algemeen) mensen niet meer verbannen, straffen we mensen wel door hun politieke rechten te ontnemen en door ze op te sluiten in heropvoedingsfaciliteiten.
Dit model is volgens Erfani en Whitmire echter niet langer toepasbaar op onze moderne wereld. Pure isolatie is zelfs als ideaal iets onhoudbaars.
Ook Kant had zo zijn ideeën over burgerschap, maar deze waren meer globaal gericht. Volgens hem heeft de mens de discipline van een politiek instituut nodig, omdat het onmogelijk is te leven in ‘wilde vrijheid' waarin elk individu constant in oorlog is met anderen. Zo zouden er ook beperkingen moeten komen in hoe staten met elkaar omgaan, omdat deze anders ook in het stadium van ‘wilde vrijheid' blijven. Het ultieme doel dat Kant stelt is dan ‘a perfect civil union of mankind', een universeel kosmopolitisch bestaan. Een internationale federatie is volgens Kant het middel om oorlogen te voorkomen.
Het belangrijkste wat hier uit komt is dat dit idee de ontwikkeling van het concept van een universele vrijheid in werking stelt. Niemand mag nog in een ander territorium vijandig benaderd worden. Hier vloeit dan ook ‘a right of resort' uit voort, het idee dat je allemaal deel uitmaakt van dezelfde aarde. Maar ook de filosofie van Kant leidt uiteindelijk terug naar het idee dat burgerschap een verbondenheid met de aarde betekent.
Erfani en Whitmire zijn echter op zoek naar een vorm van burgerschap die niet verbonden is aan land. Zowel het model van Plato als dat van Kant past goed in de actuele discussies over immigratie, vluchtelingen en ‘displaced persons'.
Actueel is de zogenaamde ‘globalisatie'. Inconsequent van de voorstanders van de globalisatie is het feit dat ze wel voor vrije handel zijn, maar niet voor open grenzen. Arbeid is zo niet makkelijk uitwisselbaar, wat illegaliteit in de hand roept. Globalisatie zorgt er voor dat velen hun stem en politieke capaciteiten verliezen, juist omdat ze verbonden zijn aan één land. Dit is dan weer een omgekeerde exil, veroorzaakt door de grote multinationals (vaak afkomstig uit de Verenigde Staten) die wereldbepalende beslissingen nemen. Velen verliezen hierbij niet hun land, maar hun politieke stem; een duidelijke consequentie van de vrije handel en de gesloten grenzen.
In rijke landen wordt soms gevochten tegen het kapitalisme van de globalisatie door meer terug te willen keren naar het Platonisch model en een meer protectionistisch beleid na te streven. Het is in de praktijk echter onmogelijk om volledig zelfvoorzienend en vrij van buitenlandse invloeden te zijn. Bovendien helpt het een nare vorm van xenofobie in de hand. Politieke vluchtelingen die normaal gesproken zouden worden opgevangen, worden dan gezien als een vergif, als een slechte invloed op het eigen land en haar burgers. Een actueel en extreem voorbeeld hiervan is Zwitserland, waar op 24 september 2006 68% procent van de Zwitsers tijdens een referendum stemde voor een verscherping van het asielbeleid en hogere barrières voor mensen van buiten de Europese Unie.
Het is volgens Erfani en Whitmire nodig in te zien dat politiek niet langer betrekking heeft op een specifiek afbegrensd gebied. Ze stellen voor dat er meer gedacht moet worden aan een burgerschap in termen van ‘strategic interest', waarbij gekeken wordt wat mensen met elkaar gemeen hebben. De Verenigde Naties, Amnesty International en Artsen Zonder Grenzen zijn organisaties die we volgens de schrijvers in de gaten moeten houden en stimuleren.
Flore Hageman, stagiaire dramaturgie

Erfani, Farhang en Whitmire, John. ‘Exile & the Philosophical Challenge to Citizenship.' Creativity in Exile. Hanne, Micheal. New York: Rodopi, 2004. 41-57.

| Meer