‘Waarom hebben de goden geen tanks en geweren
Slagschepen, vliegtuigen, bommen, granaten
Om de slechten te straffen, de goeden te sparen?'
Dit zingt Shen Te in Het lied van de weerloosheid der goden en goede mensen. Oorlogen tegen het kwaad zijn schering en inslag. Deze geweldsdaden lopen als een rode draad door de wereldgeschiedenis. Bush voert zijn oorlog tegen de as van het kwaad. Osama Bin Laden voert zijn oorlog tegen het kwaad van het westen. Zij roepen allebei de hulp in van hun god. Uit de vorige eeuw kennen we een reeks dictators die met alle macht het ‘kwaad' uit de wereld wilden helpen.
In Les Bienveillantes gaat Jonathan Littell in op de vraag hoe iemand tot een werktuig van het kwaad wordt. Hij doet dit aan de hand van een rijk gedocumenteerd verslag van Sturmbannführer SS Maximilien Aue, doctor in de rechten, filosoof en misdadiger tegen de mensheid. Hoe is het mogelijk dat iemand met zijn kwaliteiten actief meewerkt aan de massamoorden in Oekraïne? Dat is de vraag waarover het boek zich buigt.
Uit de modernste neuro-fysiologische onderzoeken blijkt dat de mens een dier is dat spontaan empathische gevoelens heeft.
Onze naaste zien lijden, doet onszelf ook lijden. Dit is een biologisch gegeven. Toch worden in naam van het goede de grootste misdaden begaan. Het feit dat zij zich allemaal beroepen op het goede om hun daden te verantwoorden, brengt ons terug bij vragen die in De goed mens van Sezuan gesteld worden. Neuropsychiater Boris Cyrulnik hierover: ‘Het is een pervers discours. Het grootste deel van de perverten zegt dat ze handelen in naam van het goede of van de wet. Als het goede - het ultieme doel van het grote Duiste Reich was een raszuiver Duitsland - gedwarsboomd wordt door het kwade van de joden, dan wordt empathie met de joden onmogelijk; het is dan legitiem, of goed, hen uit te schakelen'. Heel de geschiedenis van massamoorden uit de 20e eeuw passeert nu de revue. Zij werden allemaal in naam van het goede gedaan. Met als doel een ideale samenleving, gezuiverd van alle negatieve elementen; contrarevolutionairen of andere vijanden van het volk. Misdaden die begaan werden door gewone mensen, vrijwillige slaven van een perverse ideologie. Zoals de moordenaars van Al-Quaida die in hun afscheidsvideo beweren dat ze door het vermoorden van (onschuldige) mensen, de ideale islam maatschappij dichterbij brengen. Een ideaal waarvoor ze bereid zijn hun leven te offeren. Cyrulnik: ‘De beste agent van een totalitair regime is de banale mens (of de gewone man. Die zich graag onderwerpt en de autoriteit geen vraag stelt. Perfect aangepast is. Hij wil steeds de eerste van de klas zijn.' Dit is wat Hannah Arendt de banaliteit van het kwaad noemt. Wat niet betekent dat ze niet schuldig zijn! Maar dat elk totalitair project, als de omstandigheden gunstig zijn, heel gewone mensen vindt die bereid zijn om de ergste daden uit te voeren.
(Alain Pringels)