Zeezicht 2

Tuin van Holland

Markt

Historische inleidingen 'Markt'

Aagt Germonts/Abbekerkerwijf (ca. 1621-na 1660)

Onder grote sociale druk om kinderen te krijgen heeft Aagt Germonts, beter bekend als het Abbekerkerwijf, in de periode 1653-1658 drie zwangerschappen in scène gezet. Steeds was er niemand aanwezig bij de bevalling en werden de kinderen zonder dat iemand ze had gezien begraven. Na de derde mislukte zwangerschap openden dorpsgenoten de graven en ontdekten ze dat er geen kinderen in lagen, maar zelfgemaakte poppen van kool en stokvis. Op verdenking van toverij en kindermoord is Aagt aangeklaagd, gemarteld en vervolgens weer vrijgelaten. Hoewel de aanklacht zelfs voor die tijd erg vaag was werd zij als straf publiekelijk tentoongesteld met drie poppen in haar armen, waarna de dorpsbewoners haar bekogelden met koeienmest en stenen. Samen met haar man verliet ze een jaar later het dorp. 

Aal de Dragonder (?-vóór 1710)

Aal de Dragonder heeft aan het einde van de 17e eeuw, vermomd als man, in het Nederlandse leger gevochten. Pas toen zij tijdens een straatgevecht met een andere soldaat om het leven kwam ontdekte men dat zij geen man maar een vrouw was. In plaats van een begrafenis werd haar lichaam overgedragen aan de geneeskundige school in Rotterdam om gebruikt te worden tijdens de anatomische les. Vervolgens werd haar huid opgezet en haar skelet op het geraamte van een paard geplaatst. Ruim honderd jaar lang is zij op deze wijze als bezienswaardigheid tentoongesteld. Uiteindelijk zijn haar stoffelijke resten na het opdoeken van de collectie van de Rotterdamse snijkamer in 1828 verdwenen. 

Titia Bergsma (1786-1821)

Op 16 augustus 1817 kwam Titia samen met haar zoontje Johannes en de min Petronella Munts aan op Deshima. Haar echtgenoot, Jan Cock Blomhoff, was op dat moment de hoogste bestuurder van deze handelspost voor de kust van Japan. Vrouwen en kinderen waren echter niet toegestaan op Deshima, en na vijf weken kwam het bevel van de Shogun dat zij het eiland moesten verlaten. Via Batavia keerden de vrouwen met het kind terug naar Nederland. Titia overleed enkele jaren later en heeft haar man nooit meer gezien. Ondanks de korte tijd dat Titia op Deshima is geweest heeft zij een diepe indruk gemaakt op de Japanse bevolking en is zij veelvuldig terug te vinden op tekeningen en prenten uit die tijd. 

Anthoni van Leeuwenhoek (1632-1723)

Anthoni van Leeuwenhoek was autodidact en voordat hij zijn belangrijke ontdekkingen deed op het gebied van de microbiologie werkte hij als handelaar, landmeter, glasblazer en wijnroeier. Hier deed hij de praktijkervaring op die hem later goed van pas zou komen. Hoewel hij niet de uitvinder van de microscoop was - iets dat vaak ten onrechte wordt gedacht - heeft hij wel de lenzen zo sterk verbeterd dat hij instaat was organismen te bestuderen die tot die tijd onzichtbaar waren geweest. Zo vond hij onder andere bacteriën, de menselijke zaadcel en rode bloedcellen. Vanaf 1674 werden zijn bevindingen gepubliceerd en op den duur wekten zijn wonderlijke waarnemingen zoveel ongeloof dat een delegatie van de Royal Society in Londen werd afgevaardigd om de microscopische wezentjes met eigen ogen te zien. 

Christiaan Huygens (1629-1695)

Christiaan Huygens, zoon van topdiplomaat Constantijn Huygens, studeerde rechten en wiskunde aan de universiteit Leiden. Hoewel hij opgeleid werd om als diplomaat in zijn vaders voetsporen te treden koos hij uiteindelijk voor de wetenschap. In 1666 verhuisde hij naar Parijs waar hij onderzoeksdirecteur werd bij de Franse Academie van Wetenschappen. Hij zou vele ontdekkingen op het gebied van de wis-, natuur-, en sterrenkunde op zijn naam zetten, en had contact met belangrijke denkers als Isaac Newton en John Locke. Hij formuleerde de wetten voor de middelpuntvliedende kracht in de mechanica, ontwikkelde een golftheorie voor het licht en zag met de door hem verbeterde telescoop als eerste de maan Titan en de ringen rond Saturnus.

Het bijzondere van Holland

door Eelco Beukers en Thimo de Nijs

In Het bijzondere van Holland nemen de auteurs een duik in de geschiedenis. Z e belichten 25 bekend en minder bekende gebeurtenissen, van het open leggen van de Hollandse moerassen in de Middeleeuwen tot de Amsterdamse ongeregeldheden op 30 april 1980. In een afsluitend essay geeft Jan Blokker zijn visie op de Hollandse geschiedenis.

‘Nieuwe symbolen als de patriottenhoed en de vrijheidsboom deden hun intrede. Het gewapend exerceren in vrijkorpsen symboliseerde de geboorte van de politiek bewuste burger die zijn politieke rechten als het moest met geweld kon afdwingen. Het politieke drong het dagelijkse leven binnen: door kokardes en insignes te dragen, politieke bijeenkomsten bij te wonen, teksten te schrijven en door de straten te paraderen gaven patriotten en prinsgezinden blijk van hun engagement. Voor het eerst werd politiek onderwerp van discussie in een nieuwe publieke ruimte.' (pagina 76)

Eelco Buekers. Het bijzondere van Holland. Een geschiedenis van Holland in 25 verhalen. ISBN 9065508805.Uitg. Verloren, Hilversum, 2005

Ooggetuigen van de vaderlandse geschiedenis

door Geert Mak

Hoe was het om rond het begin van de jaartelling de lage landen te bereizen, om naast Kenau Simonsdochter Hasselaar op de muren van het belegerde Haarlem te staan, of om als kind de watersnoodramp van 1953 te beleven? 
Geert Mak verzamelde voor Ooggetuigen van de vaderlandse geschiedenis ruim honderd authentieke verslagen van belangrijke momenten uit de vaderlandse geschiedenis over een tijdvak van meer dan twintig eeuwen. Uit dagboeken, brieven, reisverslagen en krantenartikelen distilleerde hij een reeks kleine en grote reportages die één eigenschap gemeen hebben: de auteur is er persoonlijk bij geweest. De verslagen zijn heet van de naald op papier gezet; soms met duidelijk hoorbare emotie, vaak met verwondering en altijd met een scherp oog voor details.

‘Langzaam, inert, zakte ze op haar knieën, het hoofd steeds rechtop en zonder de geringste verandering in haar gezichtsuitdrukking. Een fractie van een seconde leek ze te wankelen, op haar knieën, terwijl ze hen die haar leven hadden genomen recht aankeek. Toen viel ze achterover, doorbuigend in het middel, met haar benen onder zich dubbelgevouwen. Ze lag uitgestrekt, bewegingloos, met het gezicht naar de hemel gekeerd. Een onderofficier, vergezeld door een luitenant, trok zijn revolver uit een grote zwarte rond zijn middel gesnoerde holster. Vooroverbuigend plaatste hij de loop van de revolver bijna - maar niet helemaal - tegen de linkerslaap van de spionne. Hij haalde de trekker over en de kogel sloeg in de hersenen van de vrouw. Mata Hari was werkelijk dood.' (De executie van Mata Hari, 18 oktober 1917, Henry G. Wales, pagina 197)

De openhartige juffrouw. Erotische verhalen uit de Verlichting

door Han van der Vegt

In de eeuw van de Verlichting verschenen in de Nederlandse Republiek romans en verhalen die opvallend vrijmoedig, boers en brutaal spraken over seks en alles wat daarbij komt kijken. In deze bundel zijn de mooiste teksten in dit genre verzameld en vertaald in modern Nederlands. 
De openhartige juffrouw is de autobiografie van een Amsterdamse hoer die zonder blikken of blozen vertelt over haar eigen leven en streken van haar vakgenoten. De roemruchte daden van Jan Stront gaat over een vrolijk gezelschap waarvoor het geslachtelijke leven een voortdurende obsessie en een bron van anekdotes en grappen is. Het leven en gedrag van de moderne Haagse en Amsterdamse salondames doet een boekje open over de listige streken van de beau monde. Bovendien werden nog twee bijzonder curieuze seksueel getinte toneelstukjes opgenomen. De uitgave is geïllustreerd met erotische prenten en gravures uit het Prentenkabinet van het Rijksmuseum.

‘Want op den duur gaat de maag zelfs van de lekkerste kost walgen, als je altijd hetzelfde moet eten. Het lijkt wel of de natuur, om eerlijke vrouwen verdriet te doen, de mannen die vervloekte lust zo diep heeft ingeprent dat ze die pas kwijt raken als ze het leven laten. Ik zou hun dat nog wel willen vergeven zolang ze daarvoor vrouwen uitzochten die, als ze niet mooier zijn dan hun eigen vrouwen, tenminste niet voor hen onder hoeven doen. Maar er zijn ook mannen die vrouwen als engelen hebben en die naar de hoeren gaan die zich wat mismaaktheid en lelijkheid betreft met de duivel kunnen meten. Als hun vrouwen net zo zouden doen als ik, dan weet ik zeker dat die schuinsmarcheerders wel wat vaker thuis zouden zijn, uit angst dat ze de horens opgezet zouden krijgen. Waarom zouden wij niet net als de mannen overspel mogen plegen? (...) Vrouwen mogen geen overspel plegen omdat mannen de wetten hebben gemaakt. Als de vrouwen aan het roer van de regering zouden staan, dan zou het er heel anders aan toe gaan.' (pagina 123)

‘Kortom, ik ben zo bang om mijn verkreukelde maagdenbloem, waaraan je mijn vette jaren af kunt lezen, dat mijn blijdschap wordt verziekt door verdriet. Ach, wat is het vrouwelijk geslacht toch slecht bedeeld! Wat heeft het mannelijk geslacht daarmee vergeleken toch veel voordelen! We hebben nog maar nauwelijks geproefd aan het heerlijkste genot van het leven, of we zijn onze reputatie al kwijt. De roddels zijn niet stil te krijgen.' (pagina 355)

Han Van Der Vegt. De openhartige juffrouw. Erotische verhalen uit de Verlichting. ISBN 978 90 253 6718 3. Atheneum - Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2009

Ooggetuigen van de Gouden Eeuw in meer dan honderd reportages

door René  van Stipriaan

De beeldenstorm, het ontzet van Leiden en de moord op Willem van Oranje, het zijn legendarische momenten uit de Nederlandse vrijheidsoorlog, die het begin van een ongekende bloeiperiode markeren: de Gouden Eeuw. 
Het was een tijd waarin de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden met ontzag werd gadegeslagen en de VOC (Vereenigde Oost-Indische Compagnie) de lakens uitdeelde op de wereldzeeën. Het waren mooie jaren voor avonturiers: ontdekkingsreizen, veldtochten en zeeslagen stonden borg voor spektakel. En telkens waren er individuen die aan het papier toevertrouwden wat ze zagen. 
In Ooggetuigen van de Gouden Eeuw heeft René van Stipriaan de opmerkelijkste verslagen bij elkaar gebracht. We zien de jonge Filips II geldstukken uitstrooien in de straten van Antwerpen, we gaan met Prins Maurits de slag bij Nieuwpoort in en we zijn aanwezig bij de politieke moord op de gebroeders De Witt. Ook vinden we in deze bundel talrijke getuigenissen van het ‘normale' leven. En we betrappen vele beroemdheden uit de Gouden Eeuw in hun alledaagse doen en laten: de jonge Rembrandt in zijn atelier, Huygens aan het ziekbed van zijn vrouw Sterre en Anthonie van Leeuwenhoek die door de microscoop naar zijn eigen sperma kijkt. In meer dan honderd reportages geeft Ooggetuigen van de Gouden Eeuw een verrassend beeld van een glorieus tijdperk. 
In deze nieuwe editie zijn vele verslagen voorzien van bijzondere, aangrijpende en soms zelfs schokkende illustraties, waardoor de beschreven gebeurtenissen nog sterker op de lezer inwerken.

‘Diezelfde materie (mannelijk zaad) heb ik verscheidene malen geobserveerd, niet echter meer van een ziek mens, en ook niet bedorven door lange bewaring, of vloeibaar was geworden na ettelijke minuten, maar van een gezond mens, terstond na ejaculatie, zodat zelfs geen zes polsslagen zijn verlopen, en ik heb daarin een zo grote menigte levende diertjes gezien dat soms meer dan duizend van die diertjes zich in de grootte van een zandkorrel bewogen; echter niet in de gehele hoeveelheid teelzaad, maar alleen in de vloeiende materie die aan de dikke aanhing, heb ik die geweldige menigte diertjes gezien.' (Amateurbioloog ontdekt de spermatozoïden, Anthonie van Leeuwenhoek, Delft, november 1677, pagina 249)

‘Kort na half vier lieten de drie agenten van de Prins van Oranje 15 burgers van het Blauwe Vaandel in de herberg van Beukelaer komen, zeggende: mannen, het loopt tegen de avond, als je iets goeds voor de Prins van in de zin hebt, is het nu de tijd, en ze gaven hen daarop een drietal borrels te drinken, waarna dezen naar de poort toeliepen, begonnen te schieten, en ook door anderen gevolg kregen ze met mokers de deur open, en toen ze de heren naar buiten hadden gebracht, werd de raadspensionaris met een musketkolf in de nek geslagen, zodat hij voorover viel.' (De gebroeders De Witt vermoord, Den Haag, 20 augustus 1672, pagina 232)

Vrouwenstemmen

door Marja Borkus e.a.

In Vrouwenstemmen wordt de indrukwekkende geschiedenis beschreven van de Vereniging voor Vrouwenbelangen, de oudste feministische pressiegroep van Nederland. Al een eeuw lang ijvert zij onafgebroken voor gelijke rechten voor vrouwen. De leden van Vrouwenbelangen behaalden in de loop van de tijd grote politieke successen, zoals het kiesrecht voor vrouwen, de afschaffing van de handelingsonbekwaamheid van getrouwde vrouwen en gelijke lonen voor vrouwen en mannen.

Hoewel de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht als enig streven het verkrijgen van het kiesrecht voor de vrouw had, schrijf Aletta Jacobs na de overwinning in 1919, ‘werd er toch herhaaldelijk op gewezen, dat wij het bezit van het kiesbiljet niet als doel van onzen strijd beschouwden, maar dat dit bezit voor ons het middel zou worden om een hooger doel te bereiken (...), een beter en gelukkiger samenleving te scheppen voor man en vrouw (...), een reiner, een veiliger en liefderijke oord'. (p.22)

Hoewel de Nederlandse overheid in 1961 de EEG resolutie over gelijk loon voor gelijkwaardig werk had aangenomen (...) betekende dit in de praktijk niet dat vrouwen ook evenveel verdienden als mannen. De (slechte) economische situatie, de kwestie van de interpretatie van wat ‘gelijk werk' was en de gedachte dat vrouwen maar wat bijverdienden, waren oorzaken. De lonen voor vrouwen lagen gemiddeld 20% tot 30% lager dan die van mannen. De praktijk van ongelijkheid bleek sterker dan de leer van gelijkheid. (p.167)

Marja Borkus e.a. Vrouwenstemmen. 100 jaar vrouwenbelangen. 75 jaar vrouwenkiesrecht. Walburg Pers, ISBN 906011.931.2. 1994

Briefwisseling - René Descartes en Elisabeth van de Palts

In 1643 ontmoette René Descartes in Den Haag Elisabeth van de Palts. De jonge prinses - door haar moeder spottend 'de Griekse' genoemd vanwege haar belangstelling voor klassieke talen, wiskunde, filosofie en geschiedenis - maakt indruk op de 47 jarige filosoof met haar kritische reacties op zijn theorieën. Zij begonnen een sprankelende correspondentie die tot Descartes' dood zou worden voortgezet. 
 
Mevrouw het overkomt mij zo zelden dat ik op goede redeneringen stuit, hetzij in vertogen van hen met wie ik in deze verlatenheid contact heb, hetzij in de boeken die ik raadpleeg, dat ik die welke Uwe Hoogheid in uw brieven ontvouwt, niet kan lezen zonder vervuld te raken van een buitengewoon grote vreugde; en ik vind ze zo sterk dat ik me liever gewonnen geef dan dat ik een poging zou willen ondernemen er tegenin te gaan. (...) En ik erken dat de treurigheid van een tragedie ons veel minder zou bevallen als we beducht zouden zijn daarin zoveel buitensporigheid aan te treffen dat we er schade van ondervinden. Maar met mijn opmerking dat bepaalde passies des te nuttiger zijn naarmate ze sterker neigen naar het extreme, doelde ik uitsluitend op de volstrekt goede passies; dat blijkt uit mijn toevoeging dat ze dienen te zijn onderworpen aan de rede.' (p.111)

  • René Descartes en Elisabeth Palts. Briefwisseling ISBN 90 284 1879 2. Wereldbibliotheek Amsterdam. 2000

Aletta Jacobs 1854-1929 - Een onwrikbaar geloof in rechtvaardigheid

door Mineke Bosch

Iedereen kent haar als de eerste vrouw in Nederland die werd toegelaten tot een universiteit, de eerste vrouw die afstudeerde als arts, de eerste vrouw die promoveerde, de eerste vrouw die een artsenpraktijk opende en de eerste vrouw die zich op een kieslijst voor de gemeenteraadsverkiezingen wilde laten plaatsen. Maar wie was deze eigenzinnige vrouw die met grote vanzelfsprekendheid haar plek in de wereld opeiste? Gedreven door een onwrikbaar gevoel voor rechtvaardigheid betwistte Aletta Jacobs waar zij kon de fatsoensregels die vrouwen belemmerden in hun vrijheid. Zij werd uiteindelijk de spil en de ziel van de Nederlandse beweging voor vrouwenkiesrecht. Haar wapens waren een scherp politiek en strategisch inzicht, humor, toewijding, idealisme, onuitputtelijke energie en doorzettingsvermogen. Met gevoel voor het sprekende detail beschrijft Mineke Bosch de lange weg die Aletta Jacobs aflegde van ‘eenvoudig dorpskind uit een joods doktersgezin in de Groningse veenkoloniën' tot wereldburgeres die op bezoek ging bij de paus en de president van Amerika om hen persoonlijk de resoluties van het Haagse Vrouwencongres voor de vrede aan te bieden.

Aletta Jacobs mag nu een naam zijn die tot ‘de grootste' van de Nederlandse geschiedenis behoort, de waardering voor haar persoon is niet onbetwist en onlosmakelijk verbonden met kwesties van sekse in onze hedendaagse samenleving. Wat uit de KRO verkiezing van ‘de Grootste Nederlander' aller tijden in oktober 2004 al snel naar voren kwam, is dat in de waardering voor en verering van historische persoonlijkheden sekse een doorslaggevende rol speelt: op vrouwen werd vooral door vrouwen gestemd, maar vrouwen stemden ook op mannen. Het omgekeerde gold niet: mannen stemden alleen op mannen. Jacobs haalde de shortlist niet. Dat zij vervolgens door de lezeressen en lezers van het feministische maandblad Opzij tot de allergrootste vrouwelijke Nederlander werd verkozen is in dat licht bezien maar een schrale troost. (p.695)

Afgezien daarvan heeft Aletta Jacobs als geen ander begrepen dat het gebrek aan officiële erkenning en waardering van de verdiensten van vrouwenbeweging en feminisme een politieke zaak was en is die haar persoon oversteeg, en die samenhang en - hangt met de ongelijke waardering van mannen en vrouwen, mannelijkheid en vrouwelijkheid in onze samenleving. ‘Overal zien wij bevooroordeeling van den man,' zo schreef zij al in haar allereerste feministische publicatie in De Dageraad. Dat was echter niet om je over te beklagen, dat moest worden bestreden. (...) De ‘bevooroordeeling van den man' waar Jacobs over schreef bestaat nog steeds, zij het niet meer in dezelfde vorm als toen, maar wel net als toen in allerlei schakeringen en gedaanten. De ongelijke waardering voor de figuur van Aletta Jacobs in de KRO- en de Opzij-verkiezing is slechts één van de vele tekenen van de gebrekkige integratie van vrouwen in de Nederlandse samenleving - ondanks de tweede feministische golf - die naar het lijkt ook bijna alleen door vrouwen wordt waargenomen en bediscussieerd. Velen van hen - die zich al dan niet feministen willen noemen - stellen zich nog steeds dagelijks teweer tegen onder- en overwaardering van vrouwen en mannen en processen van in- en uitsluiting op basis van sekse (gender). Het glazen plafond en de kleverige werkvloer die maken dat in Nederland de percentages hoopopgeleide vrouwen in de top van de universiteiten en het bedrijfsleven minimaal blijven; negatieve opvattingen over kinderopvang die ervoor zorgen dat moeders nog steeds een dubbele dagtaak hebben; huiselijk geweld tegen vrouwen; het stelsel van anderhalf verdienende gezinnen die vrouwen in een armoedeval storten wanneer zij scheiden; de eerwraak die slachtoffers maakt onder allochtone vrouwen; het verschijnsel van de Koninginnemoord waaraan succesvolle vrouwen steeds weer ten prooi vallen - het zijn alle aspecten van hedendaagse sekseongelijkheid. (p.699)

Mineke Bosch. Aletta Jacobs 1854-1929. Een onwrikbaar geloof in rechtvaardigheid. Uitgeverij Balans. ISBN 90 5018 672. 2005

Geschiedenis van Nederland

door Gerben Graddesz Hellinga

Geschiedenis leeft weer! De eerste canon van onze vaderlandse geschiedenis is een feit. De canon vormt het fundament van de culturele bagage die elke Nederlander als vanzelfsprekend zou moeten hebben. In dit publieksboek passeren twintig eeuwen Lage Landen de revue aan de hand van 50 hoogtepunten, die samen de basis vormen van het nieuwe geschiedenisonderwijs - lange tijd een onderbelicht onderdeel van het lespakket. Elk van de 50 onderwerpen biedt aanknopingspunten voor boeiende verhalen die de belangstelling van scholieren voor geschiedenis kunnen aanwakkeren. Samen vormen deze 'vensters' de rode draad van de geschiedenis van het land dat wij gezamenlijk bewonen. Wie meer wil weten over de afzonderlijke onderwerpen, maar tegelijkertijd een indruk wil krijgen van de plaats die ze in het grote geheel innemen, vindt in dit boek wat hij zoekt.

‘Floris verkeerde in de veronderstelling dat zijn vroegere tegenstanders hadden berust in hun lot van ondergeschikte en gingen nietsvermoedend met hen op valkenjacht. Zijn vijanden namen hem gevangen en sloten hem op in het Muiderslot. Vandaar wilden zij hem naar een boot brengen om hem naar Engeland te ontvoeren, maar dat ging niet door. De boeren voor wie Floris zoveel had gedaan, hoorden van het plan en liepen te hoop toen Floris en zijn vijanden het Muiderslot verlieten. Toen duidelijk werd dat de boeren Floris wilden bevrijden, vermoordden zijn vijanden hem. Zo stierf hij op 27 juni 1296, 42 jaar oud, op een manier die nog steeds tot de verbeelding spreekt.' (Floris V, pagina 30)

‘Anthonie van Leeuwenhoek (1632-1723) maakte veel betere microscopen dan voordien gebruikt werden en toonde aan dat in ogenschijnlijk helder water zeer kleine diertjes en plantjes leefden. Hij is de ontdekker van de bacteriën, ontdekte de functie van de zaadcel van de man, en beschreef voor het eerst de dwarse strepen van spiervezels.' (Christiaan Huygens.' (pagina 87)

‘De kapiteins van slavenschepen stouwden hun ruimen vol met zoveel moeilijk mensen. Door gebrek aan lucht en ruimte stierven veel slaven onderweg, en om dat percentage te verkleinen liet men af en toe kleine groepjes slaven aan dek komen om te dansen. Daardoor kwam de bloedsomloop in hun armen en benen weer op gang.' (Slavernij, pagina 94)

Gerben Graddesz Hellinga. Geschiedenis van Nederland. De canon van ons vaderlands verleden. ISBN 905730600X. Walburg pers, Zutphen, 2007

| Meer