Motel Detroit 2

Tuin van Holland

AD in gesprek met David Geysen, Bob Schwarze en Jules Terlingen

Eén ding weet je zeker als je naar Toneelgroep De Appel in Den Haag gaat, het wordt altijd compleet anders dan je had verwacht. Dat zal ook weer zo zijn met de nieuwe theatermarathon Tuin van Holland die zondag in première gaat. Vaderlandse geschiedenis, ja dat wel, maar dan volgens een geheel eigen canon. 

door Herman Rosenberg

Het Appeltheater aan de stijgende Duinstraat in Scheveningen heeft altijd iets van een doolhof. Van de vorige keer meende je toch zeker te weten dat je door die ene deur in de grote zaal kwam. Maar opeens ligt daar een kleinere ruimte, met een vijver plus eiland in het midden. Het gebouw is natuurlijk niet echt veranderd, maar de toneelgroep maakt er telkens weer iets heel nieuws van. Dat is het grote voordeel als je baas in eigen huis bent.

Tuin van Holland heet het stuk nu. En anders dan bij de vorige megaproducties Tantalus en Odysseus wordt nu op vier verschillende plekken gespeeld en deels nog gelijktijdig ook. Niemand kan dus álle hoofdstukken van deze ingenieuze ruim vijf uur durende vertelling zien. „Je moet kiezen, net zoals in het echte leven,'' zegt Aus Greidanus.

Duizendpoot Greidanus is ook nu weer de grote man. Hij schrijft, regisseert en acteert. Bij het schrijven kreeg hij hulp van dramaturg Alain Pringels en regisseur/acteur Jules Terlingen. „Het stuk gaat over de Nederlandse identiteit, waar iedereen zo naar op zoek is,'' vertelt hij. ‘'De aanleiding is de uitspraak van prinses Máxima dat zij die nog niet een, twee, drie had kunnen ontdekken. Wij kwamen erachter dat identiteit geen statisch gegeven is, maar voortdurend in beweging is.''

Er zijn ook drie co-regisseurss bij het stuk betrokken: Bob Schwarze, David Geysen en, alweer, Jules Terlingen. „Wij doen het moderne drieluik,'' vertelt Schwarze. „Dat noemen we zo ter onderscheid van het historische drieluik dat Aus doet. Onze stukken gaan ook over de geschiedenis, maar de opzet is anders. Wij werken met thema's, terwijl in het andere drieluik gebeurtenissen centraal staan.''

Dat vergt even een kleine terzijde over de opzet van het stuk. Het begint met de proloog Boven water, voor het hele publiek. Dan volgt een drieluik over de grote politieke moorden van de 16de en 17de eeuw: die op Willem van Oranje, Johan van Oldenbarnevelt en de gebroeders De Witt. Daarna is er een markt, waar terwijl het publiek eet kleinere stukjes worden gespeeld. Na deze ‘pauze' volgt het moderne drieluik rond de thema's Water, Geld en geloof en Onze koloniën. Elke avond wordt er één drieluik twee keer gespeeld, zodat iedereen drie van de zes drieluikstukken kan zien. Aan het einde komt iedereen weer samen voor de epiloog Onder water.

De drie co-regisseurs hebben bergen documentatie doorgenomen over hun thema's. David Geysen, die Water regisseert: „Veel is toch negatief. Overstromingen, watersnood. Maar ik wilde meer iets in de sfeer van Marsman: Denkend aan Holland, zie ik brede rivieren traag door oneindig laagland gaan. Die sfeer. Dan kom ik toch uit bij Leeghwater en Lely, de mannen van de droogleggingen en de dijken.''

„Ik was niet echt op zoek naar de lichte toon,'' vertelt Jules Terlingen die Geld en geloof regisseert. „Toch zit die er wel in. De anderen vinden dat het Woody Allen-achtig is geworden. Twee echtparen praten over de economische crisis. Eén van de mannen is zijn pensioen kwijtgeraakt. De ander biecht zijn zonden op.''

Bob Schwarze dompelde zich onder in de koloniale geschiedenis. „Ik wilde geen Couperus. Ik reageer op de geschiedenis, op de zogenaamde VOC-mentaliteit. Dat wil zeggen: roof en slavenhandel.''

De drie regisseurs spelen, net als Aus Greidanus, zelf ook mee. Dat hoort er een beetje bij, bij De Appel. Schwarze: „Het kon niet anders, want we hebben echt iedereen nodig in dit stuk. Alle hens aan dek!''

| Meer