Cape Fear 3

Tuin van Holland

Den Haag Centraal interviews

Den Haag Centraal: Tussen Michiel de Ruyter en Sinterklaas

Hugo Maerten als Adm. De Ruyter

door Bert Jansma

Zondag gaat bij Toneelgroep De Appel de theatermarathon Tuin van 
Holland in premiere. Een voorstelling waarin het gezelschap vanuit de
vaderlandse geschiedenis op zoek gaat naar de Nederlandse identiteit.
Hierde laatste kennismaking meteen van de personages daarin.
Aflevering 4.

"Ik heb het wezenskenmerk van de Hollandse identiteit ontdekt", zegt
acteur Hugo Maerten met een lichte ironie. "Maar dat komt
waarschijnlijk omdat ik langer in Nederland woon dan Maxima, want ik
kom uit Belgie. Ik ben hier in 1975 gekomen omdat Nederland een
gidsland was, op de barricades voor vrijheid van het individu. Ik heb
meegemaakt dat we langzamerhand terrein hebben prijs gegeven. Dat
deed pijn. Maar ik ben er nu achter dat het niet zo erg is. Want de
Nederlander verandert niet. De stelligheid waarmee ooit godsdienstige
en maatschappelijke waarden werden opgelegd en afgedwongen, de
stelligheid waarmee geloof en verzuiling werden beleden en bestreden,
die stelligheid is nooit verloren gegaan. Werkend aan 'Tuin van
Holland' begreep ik het gaat bij de Nederlander niet om wat-ie
gelooft, maar wel dat-ie iets gelooft. En als hij iets gelooft, is
het voor honderd procent en heeft de ander ongelijk".

In 'Tuin van Holland' speelt hij onder meer Michiel Adriaanszoon de
Ruyter, in botsing met Cornelis Tromp. "Wat me sterk aanspreekt in de
figuur van De Ruyter in zijn conflict met Tromp is dat hij de weduwe van de
vermoorde Johan de Witt geen gelijk geeft. Tromp wordt ervan
beschuldigd door gekonkel mede-aanstichter te zijn geweest van de
moord op de broers De Witt. Maar De Ruyter, als een van de laatste
Mohikanen in dat Rampjaar, houdt vast aan het principe dat men pas
schuldig is als de schuld bewezen is. Ook al heeft hij een hekel aan
Tromp die hem in de steek heeft gelaten op zee en zou hij zijn gram
kunnen halen".

Zeeslag

Tijdens een repetitie verscheurt De Ruyter een zeekaart en de stukken
ervan vallen in het water op de Appelvloer - dat er dan nog niet is -
en dobberen er als de schepen van zijn vloot tijdens de zeeslag met
de Engelsen. Hugo Maerten doet regisseur Aus Greidanus een aantal
suggesties hoe de personages het beste in de scène zouden kunnen
staan. "Ik denk dat het voor Aus even vervelend is als leuk. Hij
lijdt eronder, hij gebruikt het. Natuurlijk denkt hij wel 'ns:
Laat-ie z'n kop houden. Maar ik kan niet anders. Ik houd ontzettend
veel van toneel. Ook als toeschouwer. En ik stel me dan voor hoe iets wordt en werkt".
Hugo Maerten ziet er in die scène uit alsof hij zo uit de lijst van
een staatsieportret van 'Bestevaer'gestapt is. "Ik ben ooit bij de
Haagse Comedie begonnen. Als ik nu met een prachtige pruik,
in een prachtig pak in een schitterend decor sta,
denk ik: ach jongen toch, ooit heb je zo als broekie van 22 in
'Lorenzaccio' gestaan, met de prachtigste gewaden. Nu sta je er weer
zo bij. En ik blijf het mooi vinden". Een even beiangrijke rol speelt
hij in een van de moderne episodes van 'Tuin van Holland', getiteld
'Geld en geloof.' "Een aanstekelijke mix van de EO Jongerendag, RTL7
van Harry Mens, in een Virginia Woolf-constellatie", omschrijft hij.
"Wij hebben er al repeterend drie kwartier vette lol aan; we kunnen
elkaar soms niet aankijken. Maar de lol moet straks in de zaal
zitten. Wij moeten het met killersinsunct timen". En dan is hij ook
nog even Sinterklaas. "We zetten een aantal ikonen uit de Nederlandse
cultuur neer. Maar de meeste van die ikonen zijn helemaal niet
Nederlands. Sinterklaas niet, maar dat wist iedereen al, maar ook de
molen niet, ook de tulpen niet en ook de pindakaas niet. Wat de
xenofobie van dit moment weer in een raar daglicht stelt". En, zegt
het Appel-programma: in de Gouden Eeuw bestond de Amsterdamse
bevolking voor veertig procent uit gastarbeiders. "Ach", voegt Hugo
Maerten er met een mooie grijns aan toe: "Als je lang genoeg teruggaat
hebben we allemaal een kleurtje".

Den Haag Centraal: De vrouw achter Oldenbarnevelt

Isabella Chapel in Barnevelt

door Bert Jansma

Op 28 februari gaat bij Toneelgroep De Appel de theatermarathon Tuin 
van Holland in premiere. Een voorstelling waarin het gezelschap
vanuit de vaderlandse geschiedenis op zoek gaat naar de Nederlandse
identiteit. Hier en volgende week nog een kennismaking met personages
daarin. Aflevering 3.


"Wat ik zo fascinerend vind aan "Tuin van Holland' zijn de
mechanismes die je ontdekt. Je komt er achter dat het niet alleen om
geschiedenis gaat, niet alleen om het Rampjaar, maar om de
mechanismes erachter. Het gaat om macht die, meer nog dan geld, blind
maakt. Je kan nog zo welwillend zijn naar de mensen om je heen, naar
het volk, maar als je een hoge positie hebt, iemand wil jouw macht en
hij weet de goeie mensen om hem te helpen, dan ben je weg. En dat is
nog steeds zo".

Actrice Isabella Chapel is net uit het 17de-eeuwse kostuum van Maria
van Utrecht (165i-1629) gestapt, de echtgenote van Johan van
Oldenbarnevelt. De centrale rol in de episode 'Bamevelt' in "Tuin van
Holland'. Niet de raadspensionaris zelf komt erin ten tonele, niet
diens onthoofding op het Buitenhof, niet zijn tegenstrever prins
Maurits, maar de vrouw die achter de schermen alles doet om zijn
leven te redden. Isabella Chapel: "Daar ben ik de heren schrijvers en
de regisseur dankbaar voor. Dat het drama vanuit die vrouw wordt
gezien. Vrouwen moesten toen hun handel onder de tafel drijven; dat
Maria van Utrecht zo haar man wil verdedigen is ontzettend boeiend.
Ze is eigenlijk een omhoog gevallen huishoudster, is niet van adel,
al haar titels zijn gekocht, maar ze weet heel veel van de situatie van Oldenbarnevelt.
Ze was geen 'vrouwtje', maar ze kan openlijk niets doen. Ze hoopt dat
Louise de Coligny invloed heeft op prins Maurits, ze laat haar
advocaat-schoonzoon een verweerschrift schrijven, ze hoopt op gezond
verstand van de Staten-Generaal, hoopt op gerechtigheid voor haar man
die 33 jaar de staat gediend heeft. Dat valt een voor een weg. Louise
de Coligny wordt niet eens binnengelaten bij Maurits, de
Staten-Generaal doet niets. Maar ze is trots. Ze heeft een afspraak
met haar man gemaakt: we vragen niet om gratie, want dat zou
betekenen dat we schuld erkennen. En hij heeft geen schuld. Er moeten
momenten zijn geweest dat ze dacht: ik wil dat hij blijft leven. Maar
ze blijft achter dat principe staan, ook al kost het zijn kop. Daarom
is ze voor mij sterk".

Marathon

Isabella Chapel werkt inmiddels bijna vier jaar bij Toneelgroep De Appel.
Ze kwam er voor een rol in Shakespeare's 'De storm' en kan inmiddels
een reeks mooie momenten koesteren. "Mijn rol in 'Orgia' in de regie van
David Geysen vond ik heel spannend en mooi, net als het werken met
Geert de Jong. Ik heb met veel plezier in haar 'Louter bioemen gespeeld.
Het werk van Geert de Jong, met vooral beelden,
filmisch bijna, met weinig tekst, ontroert me". De 'Tuin van
Holland'-marathon betekent ook voor haar een serie rollen. "In de
proloog ben ik Sjoukje Dijkstra. Met een heel goeie pruik op. Leuk
hoor. En in de marktscène speel ik samen met Geert de Jong, zij
Christiaan Huygens die de microscoop uitvond en ik Anthony van
Leeuwenhoek die het sperma ontdekte. En daar hebben we dan een erg
grappige dialoog over. Verder speel ik nog iemand in de Bataafse
republiek, en in de moderne episode 'Geld en geloof' een licht
alcoholische vrouw die zegt dat ze van God houdt. Om haar man te
pesten die alleen van geld houdt". Ze zou willen dat iemand 'Tuin van
Holland' ook achter de schermen zou filmen. Want het is behalve die
reis door Neerlands tijd en identiteit, ook een gigantisch logistiek
spektakel met z'n synchrone episodes. Isabella Chapel: "We beginnen
met een parade van tevoren. Allemaal klaar, alle klokken worden
gelijk gezet, dan is het start en dan pas wordt er 'getimed'. Want
alle stukken mogen precies vijftig minuten duren".

Den Haag Centraal: Cornelis Tromp in de vuurlinie

Cornelis Tromp, foto Mylene  Siegers

door Bert Jansma

Op 28 februari gaat bij Toneelgroep De Appel de theatermarathon Tuin 
van Holland in première. Een voorstelling waarin het gezelschap
vanuit de vaderlandse geschiedenis op zoek gaat naar de Nederlandse
identiteit. De komende weken hier een aantal kennismakingen met
personages daarin. Aflevering 2.


Luister naar wat acteur Iwan Walhain te doen heeft in "Tuin van
Holland' bij De Appel en je krijgt een idee van de enorme logistieke
legpuzzel die deze theatermarathon is. Hij is er zee-held Cornelis
Tromp, maar moet diens staatsiekostuum in, uit en dan weer
in om tussendoor elders in het Appeltheater de knecht van Johan van
Oldenbarnevelt te spelen, die getuige is geweest van diens
terechtstelling op het Buitenhof. In de pauze van de marathon speelt
hij in Bredero's 'Klucht van de koe' en dan verbeeldt hij ook nog een
rijke heer in de moderne episode 'Geld en geloof. "En in de epiloog
mag ik ook nog een andere pruik op als André Hazes", lacht hij. "Ik
denk dat je als acteur wel voldaan bent als die marathon erop zit.
Dan voel je dat je iets gedaan hebt".

Zijn Cornelis Tromp is een van de hoofdpersonen in de episode die
'Rampjaar' heet en waarin het water de Zeven Provinciën naar de
lippen stijgt. De Appel zou geen Appel zijn als dat water er
letterlijk 66k niet op het toneel was. Hoe, blijft tijdens de
repetities voorlopig een geheim. Wel is daar al de hevige botsing
tussen de rivalen Michiel Adriaanszoon de Ruyter en Tromp. De laatste
heeft tijdens de Tweedaagse zeeslag (1666) tegen de Engelsen z'n
eigen strategie gevolgd, de Ruyter in de steek gelaten
en wordt ter verantwoording geroepen. De messcherpe ondervraging van
de zeehelden escaleert tot een vuurlinie die iets van een
parlementaire enquete heeft. Walhain: "Het mooie is dat je in die
teksten alles tegenkomt dat nu nog speelt. Protesten tegen excessen
en bonussen, banken die failliet gaan, de beurs die laag staat, en
altijd weer wel of geen Oranje, dat soort dingen". Zelf heeft hij
zijn vaderlandse geschiedeniskennis even moeten opfrissen. "Je kent
de figuren, maar het hoe of wat leer je nu pas. Deze Tromp
is hooghartig, arrogant en onvoorspelbaar. Een man die niet bang was
voor de dood, die strijdmanoeuvres op zee in zijn eentje inzette en
wild op z'n doel afging. Hij is na die Tweedaagse zeeslag ontslagen
en moest een aantal jaren aan land blijven. Het leuke van 'Tuin van
Holland' is dat het in de grote zaal en in kleine zalen speelt. Zodat
je ook twee verschillende manieren van acteren hebt". "Tuin van
Holland' is Iwan Walhains derde voorstelling bij Toneelgroep De
Appel. Na 'Don Quichotte' en Ostrovsky's 'Het woud'. Het volgend
seizoen zal hij er te zien zijn in Euripides' Bacchanten'. Na de
Maastrichtse Toneelschool koos hij voor het free lance-acteurschap.
Dat bracht hem onder andere bij het Nationale Toneel (in 'Mahler') en
bij het Onafhankelijke Toneel ('Caligula'). "Toen we hier 'Het woud'
speelden, kwam ik een paar oude toneelkritieken tegen. Ik speelde
Gennady, een van de twee reizende toneelspelers. Uit die oude
recensies bleek tot mijn verrassing dat mijn vader ooit die andere
acteur in het stuk had gespeeld, Arkadi". Iwans vader was de acteur
Johan Walhain (zijn moeder organiseert in Den Haag
'Gunst wat een kunst'), die onder meer bij Kees
van Iersels Studio en Toneelgroep Theater speelde, te zien was in de
tv-serie 'De Kleine Zielen' en grote bekendheid kreeg door zijn rol
als Berenger in Ionesco's 'Rinoceros' (Nederlandse Comedie). Na 1970
trad Johan Walhain hij niet meer op, ging naar Spanje, waar zijn zoon
geboren werd.

"Ik heb hem nooit zien spelen", vertelt Iwan, "toen ik geboren werd
was hij al ernstig ziek. Maar ik ben wel op zoek naar dingen die hij
gedaan heeft. Zoals de film 'Fietsen naar de maan', die is nergens
meer te krijgen. Als jij iemand weet?".

Den Haag Centraal: Twee 'aanstaandes' van Oranje

aanstaandes van oranje, Foto Mylene Siegers

door Bert Jansma

Op 28 februari gaat bij Toneelgroep De Appel de theatermarathon Tuin 
van Holland in première. Een voorstelling waarin het gezelschap
vanuit de vaderlandse geschiedenis op zoek gaat naar de Nederlandse
identiteit. De komende weken hier een aantal kennismakin-gen met
personages daarin. Aflevering 1.


In het weer fiks omgebouwde Appeltheater stelt een zaal het Hof van
Heidelberg voor in de zeventiende eeuw. Daar ontmoeten twee jonge
vrouwen elkaar, die later een belangrijke rol zullen spelen in het
leven van Willem van Oranje: Charlotte de Bourbon en Louise de
Coligny, respectievelijk zijn derde en vierde echtgenote. Zover is
het nog niet, ze zijn in Heidelberg beiden vluchtelingen. Louise de
Coligny omdat haar protestantse vader Gaspard en haar eerste
echtgenoot zijn vermoord tijdens de Bartolomeusnacht. Charlotte de
Bourbon omdat ze wilde ontkomen aan het katholieke kloosterleven
waartoe haar familie haar bestemd had. Twee jonge actrices spelen die
rollen. Beiden 'nieuwe gezichten' in het Appelkorps. Nadia Amin (29)
en de Belgische Sanne Vanderbruggen (21), Louise en Charlotte. Sanne
is stagiaire bij De Appel. "Ik ben bezig aan mijn vierde jaar op de
toneelschool in Amsterdam en heb hier al gespeeld in de
Oerolproductie 'Blik'. Nadia studeerde af aan de toneelschool van
Maastricht, speelde bij De Appel in het 08-festival
en heeft nu een tweejarig contract bij de groep.
Wisten zij zelf iets van de figuren die zij spelen? Nadia: "Nee,
zeker niet zo gedetailieerd. De naam De Coligny kende ik wel, maar
als ik al iets over haar heb geleerd, was ik dat compleet vergeten.
Aus Greidanus heeft heel veel verteld en ik heb me een beetje
ingelezen". Voor de Vlaamse Sanne ligt dat weer anders: "In België
word je niet zo opgevoed met Willem van Oranje en de Nederlandse
Gouden Eeuw. Nee, voor mij was het allemaal nieuw". De ontmoeting van
de twee vrouwen is overigens niet historisch. Net zoals in de
toneelliteratuur de rivalen Maria Stuart en Elizabeth van Engeland
elkaar nooit ontmoet hebben behalve in Schillers 'Maria Stuart', is
de ontmoeting van de twee 'aanstaandes' van Oranje fictie ontsproten
aan het brein van de schrijvers van de Appel-marathon (Aus
Greidanus, Jules Terlingen en Alain Pringels met gebruikmaking van
werk van diverse Nederlandse auteurs). Nadia Amin: "Je moet de
geschiedenis laten voor wat hij is. Net zoals bij al die historische personages
van Shakespeare. Het gaat om wat zij in die scènes voorstellen, wat
er mee gedaan is. Ik probeer niet in de huid te kruipen van een
historische Louise. In een boekje over haar lees ik bijvoorbeeld
dat zij nooit tekenen van haat heeft geuit. Terwijl ik hier
letterlijk in de tekst zeg: ik haat, ik haat, ik haat. Natuurlijk is
het een feit dat zij protestant is en iemand tegenkomt die van huis
uit katholiek is. Daar kan je je fantasie de vrije loop mee laten
gaan". Sanne Vanderbruggen: "De redenen waarom wij beiden uit
Frankrijk gevlucht zijn spelen een grote rol. Ondanks ons
lotgenootschap staan we lijnrecht tegenover elkaar. We zouden
eigenlijk aartsvijanden moeten zijn, maar we hebben gemeen dat we
beiden ballingen zijn". Nadia Amin: "Heidelberg is voor ons een kooi,
het is een gevangenschap waarin beide vrouwen elkaar aftasten". Wat
zij als actrices gemeenschappelijk hebben, is de bewuste keuze voor
Toneelgroep De Appel. Nadia: "Zo'n pand waarin voor iedere productie
alles weer helemaal omgebouwd kan worden, is spannend. Een clubje met
een eigen huisje in Scheveningen met een heel trouw publiek dat
moeite doet daar naartoe te gaan, dat is uniek". Sanne: "En wat ze
hier ook doen, welke nieuwe vormen het aanneemt, het blijft altijd De
Appel. Dat is de kracht."
| Meer