Cape Fear 3

Zie de mens

Interview Arie de Mol

Zie de mens

Door Sandra Kooke

In de serie 'De Schepping' vertelt een kunstenaar hoe zijn werk tot stand kwam. Regisseur Arie de Mol brengt bij Toneelgroep De Appel het verhaal van Jezus in de voorstelling ‘Zie de mens'.

‘Je gaat toch niet spotten, Arie.' Toen Arie de Mol - regisseur en de nieuwe artistiek leider van Toneelgroep De Appel - besloot het evangelie van Jezus op het toneel te zetten, wist hij dat hij moeilijk terrein betrad. Sommigen vreesden dat hij er de draak mee zou steken. Uit andere hoek voelde hij juist de scepsis die Jezus bij ongelovigen oproept.

"Het verhaal is besmet," zegt De Mol. "In tegenstelling tot bijvoorbeeld Hamlet heeft iedereen al een beeld van Jezus. Bij de een roept hij walging op, bij de volgende euforie en de derde heeft er niks mee. De lading die het verhaal meebrengt, maakt deze voorstelling extra spannend om te doen. Het is lastig om met al die verschillende verwachtingen om te gaan."

De Mol komt uit een protestants-christelijk gezin, maar is in de loop der jaren zijn geloof verloren. Zonder dat er afkeer voor in de plaats kwam. De Mol: "De zondagen in Katwijk waren saai en bedrukt. Als kind verveelde ik me en was ik kwaad dat ik niks mocht. Het idee van een god en een hemel vind ik tegenwoordig heel moeilijk. Maar ik ben wel ontvankelijk voor de vraag: waar komen we vandaan? Mijn antwoord? Ik weet het niet."

Niet geloven en toch voor je eerste voorstelling bij De Appel het verhaal van Jezus kiezen. Waarom?

"Mijn fascinatie voor Jezus is gebleven. Wat ik altijd mooi heb gevonden is dat Jezus je het onmogelijke oplegt. Kijk, de mens is een beest. En beesten hebben één leidend instinct: ze willen niet dood. Daarom zoeken ze voeding, warmte, willen ze winnen. Dat overlevingsmechanisme hebben we allemaal. En dan komt Jezus en zegt tegen ons: ‘vecht tegen je natuur. Wees niet jaloers, steel niet, pleeg geen geweld, maar keer je andere wang toe.' Ik waardeer zijn boodschap dat je geen genoegen moet nemen met de zooi die we ervan maken, maar naar iets hogers en beters moet streven. Hij wijst absoluut de juiste weg, maar niemand zal hem kunnen bewandelen. De boodschap is in diskrediet gebracht door het instituut kerk. De veel te lange preken, de trage liederen, de uitgestreken koppen. Maar in de kern is die boodschap absoluut de moeite waard."

De Mol is een grote, vriendelijke man met een aanstekelijk enthousiasme. Zijn positieve, open blik zorgt ervoor dat zijn uitgesproken kritiek op de westerse samenleving niet drammerig klinkt. Hij vindt echt dat we er een zooitje van maken.

"Ik ben blij dat de rol van de kerken en het CDA de afgelopen decennia kleiner is geworden. Dat alle religieuze regels - je mag niet roken, niet drinken, je kop niet boven het maaiveld uitsteken - weg zijn. Maar ..... er is niets voor in de plaats gekomen. De wereld is een speeltuin geworden waarin iedereen ongeremd zijn eigen verlangens mag najagen. Ik vind Nederland momenteel richtingloos. We hebben een waardenstelsel overboord gegooid, en wat zijn we dan nu? Kleuters, die bezit, schoonheid, comfort willen hebben. Het ontbreekt ons nu aan een hoger doel."

"De kwestie is extra actueel omdat er een islamitische wereld is met een enorme overtuigingskracht. Daar hebben ze een gemeenschappelijk doel waarvoor jihadstrijders letterlijk hun leven wagen. De christelijke wereld kan daar niets tegenover zetten. Die heeft juist alle lijntjes uitgegumd. Wij hebben geen overtuiging waarvoor we ons voor de leeuwen laten werpen. Het zou mooi zijn als we onze dierlijke instincten opzij zouden kunnen zetten voor een hoger doel, een ideaal. Niet dat ik pleit voor bommen in een rugzak, hoor. Maar we zouden wel meer op de barricaden kunnen staan voor het behoud van onze waarden.

"En dan sta je dicht bij Jezus en zijn volgelingen. Ik heb enorm respect voor de Petrussen en Paulussen, die alles opgaven en de wereld introkken om het Woord te verspreiden in vijandelijk gebied. En daarvoor te riskeren dat ze gekruisigd, gestenigd, voor de leeuwen gegooid werden."

"Als kind vond ik dat al iets onbegrijpelijks: visser Petrus - in zijn bootje op het Meer van Galilea aan het werk - die plotseling alles in de steek laat om Jezus te volgen. ‘Dus dat bootje liet hij achter,' vroeg ik dan aan mijn moeder. ‘Ja, dat bootje is hij kwijt,' antwoordde mijn moeder dan."

En zo beland je in het evangelie. Hoe ben je vervolgens aan dit project begonnen?

"Schrijver Erik-Ward Geerlings en onze twee dramaturgen Alain Pringels en Mart-Jan Zegers en ik hebben eerst het verhaal verkend. Er is veel over Jezus geschreven: allerlei interpretaties, de ontstaansgeschiedenis van de evangeliën, andere evangeliën, apocriefe boeken, theorieën over welk element er wanneer bijkwam. Een paar maanden lang kwamen we om de zoveel weken bijeen om dat te bespreken. Ja, als een soort bijbelclubje.

"Vanwege de kwetsbare materie hebben we ons afgevraagd of we de namen moesten veranderen. Zo'n Judas bijvoorbeeld, daar heeft iedereen al een beeld bij. Uiteindelijk hebben we de namen behouden, maar wel sommige dingen in het verhaal veranderd.

"Zo is Jezus bij ons niet de zoon van God. Want dan vind ik hem oninteressant worden. Ik kan daar niets mee. Bovendien vind ik het spannender om die uitspraak bij zijn volgelingen te leggen. Zij zeggen: hij is de zoon van God. Dat is een behoefte van mensen. Bij ons is Jezus degene die snapt waar alle menselijke confrontaties vandaan komen en die meent daar iets tegen te kunnen doen: dan komt hij met de boodschap om het dierlijke in ons te bevechten. Hij wordt uiteindelijk opgepakt omdat hij volgens de Romeinen te veel onrust veroorzaakt. Bij de tempelreiniging, als hij amok maakt - bij ons is dat een foutje, uit de hand gelopen geweld - wordt hij een subversief element."

Wat voor Jezus is het geworden?

"In elk geval geen zijen sok. Het is niet misselijk zoals hij soms tekeer kan gaan. Maar juist door zijn opwinding en irritatie ontdekt hij een remedie voor onze menselijke problemen. Het is een gevoelig, geëmotioneerd mens.

"Het was vrij logisch dat David Geysen Jezus zou spelen. Hij is een van de jongere mannen in het ensemble. Wat ik goed vind van David is dat het hem lukt van Jezus een mens te maken die veel van mensen verlangt zonder moralistisch te worden. Betweterigheid ligt hier op de loer.

Bij ons wil Jezus zich niet laten dopen door Johannes de Doper. Hij is het niet eens met de boodschap van angst voor het einde der tijden die Johannes predikt. Dat wordt een conflict. Daardoor uitgedaagd komt hij tot een eigen theorie over goedheid. Nee, zo staat het niet in de Bijbel. Bij ons heeft Jezus ook zijn gelijkenissen niet paraat. Die mooie zinnen als: wie zonder zonde is, werpe de eerste steen, ontdekt hij al zoekende. Zo houden we hem menselijk.

"Maar Jezus is bij ons geen hoofdpersoon geworden. Dat vind ik erg belangrijk. Het gaat vooral om de mensen om hem heen. De volgelingen. En om de behoefte van mensen om een messias, een goeroe te hebben. Mensen hebben behoefte aan een ideaal, een overtuiging. In dit stuk is ieder op zijn eigen manier daarnaar op zoek. En zo komen ze samen bij Johannes de Doper. Dat zij vervolgens radicaal worden en hun leven in de strijd gooien, dat maakt het stuk actueel."

Hoe vonden de acteurs het om in een evangelie te spelen?

"In het begin hoorde ik vaak dat het moeilijk was om een gelovige te spelen als je dat niet bent. Hoe doe je dat? Ik heb steeds gezegd: het mag nooit ironisch of sarcastisch worden. Vul het in met je eigen geloof in een ideaal of politieke overtuiging."

Zijn er tijdens het repeteren nieuwe inzichten over Jezus en zijn volgelingen gekomen?

"Dat niet zozeer. Wel is bij ons Maria, zijn moeder, steeds belangrijker geworden. In de Bijbel komt ze mondjesmaat aan bod. Bij ons werd ze een steeds dikkere hoofdlijn. Ze is een ongeruste moeder, die ziet dat haar zoon een gevaarlijke weg inslaat. Zo tonen we ook de schade die je aanricht met je geloofsijver. De moeders van de jongens die naar Syrië gaan om te vechten, maken dit ook door."

Is het stuk een poging om jihadstrijders te begrijpen?

"Ja, enerzijds wel. Maar anderzijds is dat te veel eer voor hen. Want ik moet niets hebben van extremisme. Maar die ongelijke strijd in overtuigingskracht: daar zit het voor mij in. Daar houdt het verband mee."

Veel mensen zullen dat heiligschennis vinden.

"Dat vind ik zo klein. Het is een feit dat de volgelingen van Jezus zingend op een leeuw afliepen terwijl duizenden Romeinen op de tribunes zaten te schreeuwen. Dat deden ze op basis van iets dat hen kracht gaf. Datzelfde moet Mohammed Atta hebben gevoeld toen hij de Twin Torens invloog. Ik vind het klein als je zegt dat je dat niet mag vergelijken. De vergelijking is dat ze een overtuiging hebben op basis van een geloof zonder zekerheid. Dat je daarvoor de dood riskeert, daar zit het raakvlak. Christenen deden het om het christendom groot te maken, Natuurlijk was dat geen agressieve manier, maar hallo, wij hebben ook kruistochten gehad."

We hoeven dus niet bang te zijn voor spotten?

"Er zit geen spoortje spot bij mij. Ik merk dat mensen daar bang voor zijn. Ik beschouw Jezus als een mens, maar ik vind dat hij een hele sterke boodschap heeft. Ik ben de laatste die behoefte heeft daarmee te spotten."

Toneelgroep De Appel speelt ‘Zie de mens' van 2 april tot en met 30 mei. De voorstelling duurt vier uur en een kwartier zuivere speeltijd, zoals gewoonlijk aangevuld met gezamenlijk eten in de pauzes. 

| Meer