Cape Fear 2

Zie de mens

Bijbeltheater

Door Vincent Kouters

Inleiding

De bijbel is mij nooit voorgelezen. Als kind van atheïstische ouders kwam ik niet in aanraking met de verhalen over Adam en Eva, Noah en zijn ark, Jakob en Jozef of, natuurlijk, Jezus van Nazareth. Die verhalen vormden de basis van een religie en die religie was verderfelijk. Oké, duidelijk.

Bijzonder is dat niet. ‘Ongelovigen halen de gelovigen in', kopte Trouw onlangs. Volgens het laatste onderzoek zijn er nu meer mensen die niet (25%) in god geloven dan wel (17%). De overige 58% denkt dat er ‘iets' is, maar weet niet wat.

Desondanks is de bijbel weer populair als inspiratiebron voor kunstenaars. Guus Kuijer bijvoorbeeld is bezig aan zijn succesvolle serie De Bijbel voor ongelovigen, waarin Eva openlijk oppert dat God ‘misschien' wel een verzinsel is van de mens. Als dat zo is, wat hebben die oerverhalen ons dan nog te zeggen?

Het theater blijft niet achter. Deze maand gaan twee seculiere bijbelvoorstellingen in première, toevallig allebei in Den Haag. Het Nationale Toneel komt met een bijna integrale opvoering van Genesis. En Toneelgroep de Appel met Zie de mens, een bewerking van de evangeliën, ofwel het levensverhaal van Jezus van Nazareth. Hoe bewerk je de bijbel voor een zaal vol ongelovigen?

Genesis - Sophie Kassies

‘Net zoals ieder ander boek dat ik bewerk. Eerst lees ik het en vervolgens stel ik mezelf de vraag: van welke thema's in dit verhaal krijg ik nou een stijf piemeltje? Daar ga ik dan mee aan de slag.'

Sophie Kassies (56) werkte Genesis, het eerste boek van de bijbel, om tot een toneeltekst voor regisseur Johan Doesburg. Die loopt al sinds 1997 met het plan om iets te doen met de verhalen uit het oude testament.

Nu Doesburg afscheid neemt als regisseur bij het Nationale Toneel gaat het er eindelijk van komen: Genesis. Ofwel de verhalen over onder andere Adam en Eva, Noach en zijn ark, Abraham die zijn zoon moet offeren en Jakob en Jozef, die door zijn broers in een put wordt gegooid. Dit alles in het nieuwe Zuiderstrandtheater in Scheveningen, met uitzicht op de zee en de Hollandse lucht. Voor die onvervalste oudtestamentische ervaring.

Kassies bewerkte al eerder boeken voor Doesburgs toneel, zoals De graaf van Monte Cristo van Alexandre Dumas en De prooi van Jeroen Smit, maar een bijbelboek was andere koek. Ze noemt zichzelf ‘atheïst' en ‘humanist'. Toch was ze niet onbekend met het materiaal. ‘Mijn vader kwam uit een gereformeerd milieu en brak daar later heftig mee. Maar wij kwamen vaak bij opa en oma en dan werd er natuurlijk uit de bijbel gelezen. Die tale Kanaäns is mij niet vreemd.'

Religie interesseert haar niet. Het gaat haar als toneelschrijver puur om de verhalen en de personages. En ja, natuurlijk heeft ze ontzag voor het feit dat deze duizenden jaren oud zijn, drie monotheïstische godsdiensten hebben voortgebracht en ons denken fundamenteel hebben beïnvloed. Allemaal waar, maar toch ze heeft het recht voorbehouden Genesis naar haar hand te zetten. ‘Ik ben toneelschrijver, geen dominee', zegt ze. ‘Ik mag kritiek leveren.'

Eerst is ze op zoek gegaan naar een personage met een beetje menselijkheid, geen sine cure in Genesis. Ze kwam uit bij Jakob, de kleinzoon van Abraham. Jakob (in de voorstelling gespeeld door Dries Vanhegen) fungeert als een soort verteller, een rode draad. ‘Jakob is zoals ik ben. Hij twijfelt, hij is bang, hij belazert de boel, hij heeft een totaal vage ontmoeting met god. Daar kan ik wat mee.'

Aan het einde botst Jakob hevig met zijn zoon Jozef. Die is, nadat hij uit die put is verlost, in de stad gaan wonen en een moderne man geworden. Iemand die zichzelf opnieuw heeft vormgegeven. En dat is iets heel anders dan ‘kind van god' zijn, zoals zijn voorvaderen dat waren. Met name Abraham en Noach, extremisten van het zuiverste soort, die desnoods hun kinderen offeren voor een geloofsovertuiging.

Die botsing tussen individu en idealisme is een cruciaal thema in Kassies' bewerking en raakt volgens haar aan de ‘waardencrisis' waarin wij nu verkeren: ‘Wij worden geconfronteerd met mensen die geen been zien in een heilige oorlog. Kinderen reizen af naar Syrië om daar anderen te onthoofden. Daarop hebben wij geen antwoord. Net als Jakob en Jozef moeten wij ons nu afvragen wat we van waarde achten.'

Een ander dingetje dat Kassies per se wilde behandelen is de rol van de vrouwen in Genesis. Nagenoeg afwezig zijn ze. Noach heeft een vrouw, maar niemand weet haar naam. Daar maakt ze in haar tekst een running gag van. Er is een voedster, Deborah, waarvan enkel vermeld wordt wanneer ze wordt begraven. Kassies: ‘Onzin natuurlijk. Die vrouwen hebben veel meer betekend. Ik ben zo vrij geweest dat te corrigeren. Het is ook erg handig om wat vrouwen in dit verhaal te hebben, want die kan ik heel goed kritiek laten leveren op die o zo mannelijke god.'

Die god leverde trouwens nog wel hoofdbrekens op, want hoe in godsnaam laat je god zien in het theater?

Eerst had ze hem gewoon als personage in de tekst geschreven, later veranderde hij in een tentje -‘Zo'n lastentje dat je wel eens op straat ziet, snap je wel?' Maar god had tekst, dus hoe losten ze dat op? Doesburg dacht aan een stem uit de lucht. Kassies gruwelt er nog van.

Uiteindelijk is de tekst van god verdeeld over meerdere acteurs, die praten in de indirecte rede. Kassies: ‘Zodat je in taal voelt dat hij een bedenksel is.'

FRAGMENT Genesis

MRS. NOACH Waarom denk jij alleen in uitersten, God? Dat krijg je als je te groot bent. Bij jou is alles of-of. Of koud of heet. Waarom niet ijzig, koud, kil, fris, zacht, warm, heet, gloeiend? Jij snijdt alles in tweeën. Jij bent een God van de scheiding. Meteen bij de Schepping al. Het licht van het donker. Ik hou van de schemering.

 

Zie de mens - Erik-Ward Geerlings

‘Als je compleet achterwege laat dat Jezus de zoon van God is, als je hem kortom bekijkt als een gewoon mens, dan blijken die evangeliën opeens heel actuele morele vertellingen.'

Erik-Ward Geerlings (51) kreeg van regisseur Arie de Mol de welhaast onmogelijke taak om van het nieuwe testament een toneelstuk te maken.

Een theatermarathon van vijf uur had De Mol in gedachten. Sinds januari is hij de nieuwe artistiek leider van Toneelgroep De Appel. Hij wilde daar beginnen met een statement, een waagstuk. Bam! De bijbel.

Geerlings bewerkte eerder al een paar grote verhalen voor De Mol, zoals De broers Karamazov van Dostojevski en De Decamerone van Boccaccio, maar dit was ‘een monster'. Hij verloor zich in eerste instantie in research. Stapels boeken over het leven van Jezus van Nazareth las hij. Vuistdikke studies die de historische Jezus van de mythe trachtten te onderscheiden. Hij onderging films als The Passion of the Christ, van Mel Gibson. ‘Een afschuwelijke, extreemrechtse film. Maar belangrijk om gezien te hebben.' Ten slotte veegde De Mol de stapel boeken van zijn bureau en dwong hem om te beginnen, daarbij toevoegend: ‘We zouden het toch juist niet over Jezus hebben.'

Want dat was het uitganspunt. Zie de mens, gebaseerd op de vier evangeliën van het Nieuwe Testament, zou gaan over de volgelingen. Het zou vooral niet de zoveelste interpretatie van de persoon Jezus worden. De discipelen die hem adoreren, zijn moeder Maria die hem zoekt, de overheden die hem opjagen, allemaal willen ze iets van hem. Maar dat volgen heeft een prijs. Zie de mens toont de schade van het volgen: de breuklijnen die tussen families en vrienden ontstaan als gevolg van een ideaal.

‘Jezus en zijn volgelingen ondernemen oprechte pogingen om de mensen en hun gedrag te veranderen', zegt Geerlings. ‘Dat is het ideaal. Maar dat zie je ten onder gaan aan realpolitik. Dat is de tragedie van het stuk. En ook van de huidige tijd.'

Ze vertellen dus niet het passieverhaal, benadrukt hij, zoals dat deze dagen rond Pasen veelvuldig te zien is. Het verschil is dat de passie over de lijdensweg gaat: de ondervragingen, de geselingen, de kruisgang. ‘Dat laten wij allemaal weg. Ons verhaal stopt ook vrij abrupt bij de dood van Jezus. Over een wederopstanding doen we geen uitspraken.'

De passies hebben als doel de mythe uit te vergroten. Door Jezus en zijn lijden op te hemelen, krijgt hij een bovenmenselijke statuur. ‘Dat is nu net niet ons doel. Onze Jezus loopt als een scheermes de wereld in. Hij is radicaal naïef. Niemand weet wat ze met hem aan moeten. Iedereen projecteert daarom zijn verlangens en ideeën op die figuur.'

‘De voorstelling doet geen uitspraken over godsdienst.' zegt hij. Daarom heeft hij het verhaal ‘schoongemaakt', ontdaan van iedere verwijzing naar een god die alle antwoorden heeft. De belangrijkste parabels zitten er wel in, zoals die over de eerste steen en de andere wang toekeren. Maar dan geloofwaardig gemaakt voor de huidige tijd.

En Jezus zelf (gespeeld door David Geysen) is een twijfelende Jezus. Hij vraagt zich af of hij een fout heeft gemaakt door geweld te gebruiken tijdens de tempelreiniging. Hij is niet bezig met tactiek, enkel met hoe hij vindt dat mensen zich moeten gedragen. Hij twijfelt aan zijn filosofie - ‘Dus geen religie, maar filosofie.' - en uiteindelijk komt hij tot de conclusie dat we geen god nodig hebben, maar dat de mensen op eigen kracht volwassen moeten worden. ‘Hij heeft het zelfs over een lege hemel. Hij is dus een atheïstische Jezus.'

Een kwestie die naar boven kwam was: Wat doen we met de wonderen? Wel of niet tonen? De wonderen dragen bij aan de mythologisering van Jezus. Dus toch maar niet. Zo lijkt een van de volgelingen genezen te zijn door Jezus, maar later zet ze daar zelf vraagtekens bij: ‘Hij heeft mij genezen, of heb ik dat zelf gedaan?'

Geerlings: ‘Onze tijd vraagt om een humane Jezus, geen goddelijke.'

FRAGMENT Zie de mens

SUSANNA Geloof jij Jezus soms niet?

JUDAS Ja - maar niet blind.

MAGDALENA Jij kunt niet alles zien wat Jezus ziet.

JUDAS Wat ziet Jezus dat wij niet kunnen zien? We zijn een beweging - geen religie. Of draait alles hier om hem? Wie denkt hij dat hij is?

| Meer