Zie De Appel Buiten

Bacchanten

Goden, helden en de massa

Goden, helden en de massadoor Stijn Démaré

Wat hebben popidool Britney Spears, een excentrieke filosoof, studentikoze gezangen en de Griekse tragedie met elkaar te maken? Op het eerste gezicht vrij weinig. Toch blijkt dat er steeds in alle voorbeelden onderhuids eenzelfde spanning aanwezig is: de spanning tussen de menigte en de enkeling. Zowel René Girard als Friedrich Nietzsche bieden een leessleutel aan die al deze fenomenen bindt. Uit hun lectuur blijkt dat het Dionysische geweld van de massa het lang bewaarde geheim van onze menselijke cultuur is; iedere cultuur, ook de onze, moet zich uiteindelijk rekenschap geven van een fundamenteel geweld waarop ze is gevestigd. Bovendien zijn beide denkers er van overtuigd dat er in de Griekse tragedie een eerste poging wordt ondernomen om dit geweld te laten zien, onder meer door de enkeling tegenover het koor, de massa te plaatsen.
‘De dionysische waarheid lijkt ons paradoxaal genoeg te vertellen dat er helemaal geen waarheid is. Ofschoon deze waarheid nauwelijks inhoudelijk van aard is, heeft ze toch belangrijke consequenties. Deze waarheid impliceert een niet zo optimistisch, tragisch wereldbeeld. Het tragische theater was voor Nietzsche een afspiegeling van de kosmos die niets meer is dan een eeuwige en constante flux van creatie en vernietiging. De ravage die deze maalstroom van de tijd aanricht kan door de tragedie niet ongedaan gemaakt worden, maar wel getoond. De tragedie is in zijn essentie pessimistisch.' (pagina 54)
‘In orgiën en bacchanalen toont zich de gewelddadigheid die aan de basis ligt van elke cultuur. De schijn van de alledaagse werkelijkheid wordt in deze feesten op brutale wijze doorbroken? Het aanstekelijke geweld slurpt iedereen op. Er ontstaat een ‘ongedifferentieerde' massa. Nietzsche spreekt hier van een eenheidsgevoel. In de dionysische roes verliest het individu zichzelf in de eenheid van de grote massa.' (pagina 106)
‘De protagonist wordt bijna verplicht naar voren te treden en het dionysische koor te weerstaan. De artiest/acteur/tragische held lijkt meer op een crimineel, gek of clown dan op een idool. De verschijning op het podium staat gelijk met het verplicht toneel te moeten spelen in het alledaagse leven. Vaak moeten we onze rol spelen of een masker opzetten.' (pagina 113)

  • Stijn Démaré, Goden, helden en de massa. Hedendaagse tragedie. Garant, 2007
| Meer