Motel Detroit 1

Bacchanten

De schaduw van het kruis

De schaduw van het kruisdoor Jan Leyers

In De schaduw van het kruis onderneemt Jan Leyers een reis in de voetsporen van de kruisvaarders. Hij trekt langs de route van Godfried van Bouillon naar Jeruzalem. Hij ontdekte dat de conflicten tussen Serviërs en Kroaten, Turken en Grieken, Israeli's en Palestijnen de bloedige erfenis zijn van een doldriest avontuur dat zich bijna duizend jaar geleden afspeelde.

Op zijn tocht door Bulgarije botst Leyers op een bizarre christelijke sekte; de bogomilen. Hun rituelen in het Rilagebergte doen op één of andere manier denken aan de Bacchanten. De bogomilen, een sekte van postdramatische Bacchanten.

‘Toen de kruisvaarders door Bulgarije trokken, bloeide daar een vreemde ketterij. De aanhangers stonden bekend als bogomilen, geloofden in het bestaan van Goed en Kwaad als twee actieve, duidelijk van elkaar onderscheiden krachten. Daar zouden de kerkleiders nog mee hebben kunnen leven, ware het niet dat de bogomilen de materiële wereld, iconen en kruisen, tot het rijk van het Kwade rekenden. (...) De bogomilen werden genadeloos vervolgd.(...) Sporen van het gedachtegoed vind je terug bij de Witte Broederschap, een mysterieuze Bulgaarse sekte die elk jaar in het Rilagebergte bijeenkomt (...) Ze beginnen hun dag met het aanbidden van de opkomende zon. (...) We kwamen op een hoge, platte rots waar steeds meer mensen toestroomden. Het was duwen en wringen, maar zonder gemor of boze blikken. Een kolonie pinguïns op een ijsschots.(...) Mensen staken hun handen op en lieten hun hoofd met gesloten ogen achterover zakken. Achter mij hield iemand een gebedenboek vast. Ergens werd geneurie ingezet, dat geleidelijk een zingen werd. Een slepend lied met heroïsch refrein, dat ik associeerde met een sovjetfilm. Rond mij raakte iedereen behoorlijk in extase. (...) Om half elf klommen we naar een hoger gelegen bergweide, het soort uitgestrekte alp waarop een dwarrelende Julie Andrews het openingslied van The Sound of Music ten beste geeft. Zo'n vijfhonderd mensen waren samengestroomd. (...) alledaagse mannen en vrouwen wier enige afwijking erin bestond dat ze volledig in het wit waren gekleed. Overal begonnen mensen aan opwarmingsrituelen die op gewone turnoefeningen leken, maar bedoeld waren om je chakra's te openen. Daarna stelde iedereen zich op in concentrische cirkels. In het midden stond een groepje muzikanten; een paar violen, een klarinet en een gitaar. Toen zij begonnen te spelen, zette iedereen zich tegelijk in beweging. Langzaam en zelfbewust. De deelnemers maakten plechtige, weidse gebaren die allemaal een symbolische betekenis hadden. Het leek een beetje op karate in slow motion.' (pagina 155/156)

Jan Leyers, De schaduw van het kruis, Halewyck, 2008

| Meer