Cape Fear 3
De storm

Achtergrond De storm - seizoen 2005/2006/2007 Over Elisabethaans theater

Prof. Jonathan Bate
'De Elizabethaanse tijd was een overgangsperiode. Alsof de krachten van twee millennia samen kwamen en die botsing tussen het oude en het nieuwe een genie voortbracht. Shakespeare staat op het kruispunt van middeleeuws katholicisme en modern protestantisme, van feodalisme en individualisme, van de oude idealen geworteld in het plattelandsleven en het nieuwe idee van de kosmopolitische grote stad. Dus kun je wel zeggen dat al die energie in zijn stukken voortkomt uit de complexiteit van die historische periode. (...) De twee boeken die hem het meest hebben beïnvloed zijn de Metmaorfosen van Ovidius en de Essais van de Franse wijsgeer Montaigne. Van Ovidius leerde hij dat alles steeds verandert en dat niets ooit hetzelfde blijft. Montainge's Essais las hij in de periode vlak voor hij zijn grote tragedies Hamlet en King Lear schreef. Hij hield daaraan over dat je niets zomaar mocht aannemen. 'Wat weet ik?' was de grote vraag die Montaigne stelde. Dat werd Hamlets vraag en die van Shakespeare zelf. (...) Het gaat bij Shakespeare dikwijls om erfgoed. Kijk maar naar de toeristische industrie in Stratford. Het gevaar is dat Shakespeare verwordt tot een veilig establishment figuur. Dat mag niet. Shakespeare gebruikt het erfgoed zelf ook maar dan om kritiek op het heden te verwoorden. Zijn stukken blijven levend doordat ze steeds bewerkt worden. Oubollig gedoe met wambuis en pofbroek, dat is de dood van Shakespeare. Hij is het best als hij eigentijds is.' (William Shakespeare. Man van het millennium, LWT, 2000)

Anthony Holden, auteur
'In die tijd lagen de theaters in Londen in de achterbuurten. Buiten de grenzen van het stadscentrum op de zuidelijke oevers van de Theems. Buurten vol bordelen, berenkuilen. Aan de zelfkant van het leven. Acteurs werden als boeven en zwervers gezien. Als acteur of toneelschrijver stond je niet in hoog aanzien. Maar het moet een kleurrijk geheel zijn geweest. Overal ratten, ziekten... Je kon London toen op 30 kilometer afstand ruiken, zo erg was het... Londen was bijna een Oosterse stad met al zijn talen en immigranten. Toen Shakepseare net in Londen kwam moest hij het opnemen tegen een groep schrijvers; Greene, Peele, Lyly, Marlowe. Allemaal hadden ze gestudeerd aan de universiteit. De theaters werden gezien als haarden van ziekten dus als er een pestepidemie was werden ze vaak gesloten. (...) Het theater had een dubbele functie. Puur vermaak voor het stallespubliek dat één penny betaalde en in het zaagsel op de grond stond met op de balkons de opgeleide chic die veel meer betaalden voor hun respectabel avondje uit.' (William Shakespeare. Man van het millennium, LWT, 2000)

Mark Rylance, artistiek leider 'Shakespeare's Globe'
'Het was de rosse buurt van London. Vlakbij de Theems. Op de bovenste galerij van het theater zaten altijd hoeren die hier in de buurt werkten. Dus veel mannen kwamen alleen naar het theater om iets te regelen met zo'n mooie dame. Een gebouw in deze vorm was het eerste gebouw in Engeland sinds de Romeinse amfitheaters, dat echt als theater bedoeld was. Het is afgeleid van arena's voor stieren- en berengevechten. Wrede toestanden waarbij een stier door honderden honden werd belaagd. In die hele sensuele en rauwe aardse omstandigheden liet Shakespeare zijn stukken opvoeren.' (William Shakespeare. Man van het millennium, LWT, 2000)

Verder lezen - zie dramaturgische achtergrondinformatie

| Meer