Motel Detroit 1
De storm

Appel en Wereld 2005/2006 De storm Het verhaal van Waris Dirie, topmodel en VN-ambassadrice

Uit de autobiografie van Waris Dirie blijkt dat bij Somalische nomadenstammen de maagdelijke dochter een belangrijke economische waarde heeft voor de stam. Wanneer een maagd wordt uitgehuwelijkt aan een man, dan betaalt die man aan de stam van het meisje met voor haar familie levensbelangrijke kamelen of geiten. Een ontmaagd meisje is waardeloos voor het huwelijk en wordt verstoten door haar familie. 'Met hun geslachtsdelen intact worden ze ongeschikt geacht voor het huwelijk, onreine sletten van wie geen man het in zijn hoofd zou halen ze tot vrouw te kiezen.' (p. 47) Om hen tegen ontmaagding te bescherming worden de meisjes op jonge leeftijd besneden; clitoris, grote en kleine schaamlippen worden in erg onhygiënische omstandigheden weggesneden. De wond wordt daarna dichtgenaaid. Haar toekomstige man zal haar weer openen door haar met geweld te nemen of haar weer open te snijden.

'De nacht voor mijn besnijdenis zei mama tegen me dat ik niet te veel water of melk moest drinken, zodat ik niet zoveel zou hoeven plassen. Ik wist niet wat dat te betekenen had, maar ik vroeg er niet naar en knikte alleen maar. (...) Die avond besteedde de familie veel aandacht aan me en ik kreeg extra eten. Dit was geheel volgens de traditie die ik in de loop van de jaren had meegemaakt en waarom ik mijn oudere zusters had benijd. (...) Die nacht lag ik wakker omdat ik zo opgewonden was, en plotseling boog mama zich over mij heen. (...) Nu begrijp ik waarom ze de meisjes zo vroeg in de ochtend ophalen. Ze willen hen besnijden voordat er iemand wakker wordt, zodat verder niemand hen hoort schreeuwen. (...) Al snel hoorde ik het geklepper van de sandalen van de Oude Zwerfster, (...) ik noem haar de Oude Moordenares vanwege alle kleine meisjes die door haar hand gestorven zijn. (...) Mama greep een stukje wortel van een oude boom en legde me toen op de steen. Ze ging achter me zitten en trok mijn hoofd naar achteren tegen haar borst, haar benen zette ze aan weerszijden van mijn lichaam. Ik sloeg mijn armen om haar dijen. Ze deed de wortel tussen mijn tanden. 'Bijt hierop.' (...) Ik gluurde tussen mijn benen door en zag hoe de Oude Zwerfster zich voorbereidde. (...) Ik verwachtte een groot mes, maar in plaats daarvan haalde ze een klein katoenen zakje uit haar tas. Met haar lange vingers viste ze er een gebroken scheermesje uit. Onderzoekend draaide ze het mesje om en om. (...) Ik kon in elk geval zien dat er bloed zat aan de gekartelde rand van het mesje. Ze spuugde erop en veegde het af aan haar jurk. Terwijl ze aan het boenen was, werd de wereld om me heen donker omdat mijn moeder me blinddoekte met een sjaal. Toen voelde ik dat mijn vlees werd weggesneden, mijn geslacht. Ik hoorde het geluid van het botte mesje dat heen en weer zaagde door mijn huid. Wanneer ik eraan terugdenk, kan ik me echt niet voorstellen dat dit met mij gebeurd is. Ik heb het gevoel alsof ik het over iemand anders heb. Op geen enkele manier kan ik uitleggen hoe dit voelt. Het is alsof iemand in het vlees van je dijbeen aan het snijden is of je arm eraf snijdt, met het verschil dat dit het gevoeligste plekje van je lichaam is. (...) Ik lag daar alsof ik van steen was en zei tegen mezelf dat hoe meer ik zou bewegen, hoe langer de kwelling zou duren. Helaas begonnen mijn benen uit zichzelf te beven en onbeheerst te schudden en ik bad tot God om het snel voorbij te laten zijn. Dat was in wezen ook het geval omdat ik flauwviel. Toen ik weer wakker werd, dacht ik dat we klaar waren, maar nu was het ergste onderdeel maar net begonnen. Mijn blinddoek was af en ik zag dat de Oude Moordenares naast haar een hoopje doorns van de acaciaboom had liggen. Die gebruikte ze om gaatjes in mijn huid te prikken, daarna stak ze een sterke witte draad door de gaatjes om me dicht te naaien. Mijn benen waren volkomen gevoelloos, maar de pijn ertussenin was zo hevig dat ik dood wilde. (...) Mijn herinnering stopt bij dat ogenblik, en gaat dan verder tot het moment dat ik mijn ogen opendeed en de vrouw verdwenen was. Ze hadden me verplaatst en ik lag op de grond vlak bij een rots. Mijn benen waren van mijn enkels tot mijn heupen bij elkaar gebonden met stukken stof zodat ik niet kon bewegen. (...) Ik draaide mijn hoofd naar de rots: hij zat onder het bloed alsof er een dier was geslacht. Er bovenop lagen stukken van mijn vlees, mijn geslacht, ongestoord te drogen in de zon. (...) Ze (mijn moeder en haar zuster) sleepten me in de schaduw van een struik, waarna zij de voorbereidingen van 'mijn boom' afrondden'. Dat was de traditie: een speciaal hutje werd ingericht onder een boom, waar ik zou uitrusten en de komende weken alleen zou zijn om te herstellen totdat ik weer helemaal beter was. (...) Ik dacht dat de marteling voorbij was, totdat ik moest plassen. (...) Mama had me gewaarschuwd niet te gaan lopen zodat ik mezelf niet open zou scheuren, want als de wond openscheurt, moet hij weer opnieuw worden dichtgenaaid. Ik moet plassen,' riep ik naar mijn zus. Aan haar blik op haar gezicht kon ik zien dat dit geen goed nieuws was. Ze kwam naar me toe en rolde me op mijn zij en maakte een klein kuiltje in het zand. ('...) De eerste druppel kwam eruit en stak alsof mijn huid werd weggevreten door een bijtend zuur. Nadat de Oude Zwerfster me had dichtgenaaid, was de enige opening waardoor urine en menstruatiebloed naar buiten konden een minuscuul gaatje met de doorsnede van een lucifersstokje. Deze briljante strategie zorgde ervoor dat ik nooit seks kon hebben voordat ik getrouwd was en gaf mijn man de garantie dat hij een maagd kreeg. Naarmate de urine zich verzamelde in mijn bloederige wond en langzaam - drup, drup - langs mijn benen omlaag sijpelde en in het zand terechtkwam, begon ik te snikken. (...) Terwijl de dagen voorbijkropen en ik in mijn hut lag, raakte mijn geslacht geïnfecteerd en kreeg ik hoge koorts. (...) Ik was koortsig, verveeld en lusteloos en kon niet anders dan me afvragen: waarom? Waar was dit allemaal goed voor? Op die leeftijd wist ik helemaal niets van seks. Ik wist alleen maar dat ik was verminkt en dat mijn moeder erin had toegestemd, en ik kon niet begrijpen waarom. (...) Omdat ik nog maar vijf jaar oud was, glimlachte ik alleen maar en zei niets. Wat wist ik er nu van een vrouw te zijn? Maar hoewel ik het op dat moment niet besefte, wist ik heel goed hoe het was om een Afrikaanse vrouw te zijn: ik wist hoe ik rustig moest leven met mijn pijn op de passieve, hulpeloze manier van een kind. (...) Toen de banden die om me heen zaten, losgemaakt werden, kon ik mezelf voor het eerst weer zien. Ik ontdekte een stuk huid dat volkomen glad was, behalve dat er midden in een litteken zat dat eruit zag als een rits. En die rits zat duidelijk dicht. Mijn geslacht was veilig opgeborgen, alsof het achter een bakstenen muur zat waar geen man doorheen zou kunnen breken totdat het mijn huwelijksnacht was, waarin mijn man mij zou opensnijden met een mes of zich met geweld zou binnendringen. (...) Hoewel ik pijn had ten gevolge van mijn besnijdenis had ik geluk. Het had nog erger kunnen zijn, zoals regelmatig het geval was bij andere meisjes. Terwijl we door Somalië trokken, ontmoetten we andere gezinnen en speelde ik met hun dochters. Wanneer we hen weer opzochten, waren de meisjes er niet meer. Niemand sprak de waarheid over hun afwezigheid, of zei zelfs maar iets over hen. Ze waren gestorven ten gevolge van hun verminking - doordat ze waren doodgebloed, in shock waren geraakt, een infectie of tetanus hadden gekregen. Dit is ook niet verwonderlijk, wanneer je naar de omstandigheden kijkt waaronder deze behandeling wordt uitgevoerd. Het is eerder verwonderlijk dat er ook maar iemand van ons het heeft overleefd. (...) Het idee van seks met een man kwam nooit bij me op, al wist ik na enkele afschuwelijke ervaringen dat die gedachte aan seks helaas wel bij hen opkwam. Hoewel ik het me altijd heb afgevraagd, kan ik me nauwelijks voorstellen hoe mijn leven eruit zou hebben gezien als ik niet besneden was. Ik mag mannen graag en ik ben een erg emotioneel en liefhebbend persoon. (...) Ik hoopte dat ik op een dag zelf een man en een gezin zou hebben. Maar zolang ik dichtgenaaid was, stond ik totaal niet open voor het idee van een relatie en bleef ik opgesloten binnen mezelf. Het was alsof de hechtingen ervoor zorgden dat geen enkele man bij me binnen kon komen... lichamelijk noch emotioneel. (...) Vanaf de allereerste keer - ik was ongeveer elf of twaalf jaar - was het ongesteld zijn een verschrikking. (...) 'Je moet het gewoon laten gebeuren. Wacht tot het vanzelf overgaat.' Ik was echter niet bereid dat te accepteren. Ik zocht naar iets dat me verlichting zou brengen, en ging terug naar de woestijn, waar ik aan de voet van een boom een gat begon te graven. Het graven deed me goed en zorgde ervoor dat ik aan iets anders dacht dan de pijn. Ik groef en groef met een stok totdat ik diep genoeg was gekomen om mijn onderlichaam te begraven. Daarna kroop ik in de kuil en stopte de aarde rond me. Het hol onder de rond was koeler en werkte als een ijskompres.' (p.149 e.v.)

'Na lang nadenken realiseerde ik me dat ik om twee redenen over mijn besnijdenis moest spreken. Ten eerste is de besnijdenis iets dat me erg dwarszit. Naast de lichamelijke klachten waarmee ik nog steeds te kampen heb, zal ik nooit de genoegens van seks kennen doordat die mij ontzegt zijn. Ik voel me incompleet, gehandicapt, en het besef dat ik daaraan niets kan veranderen, geeft al helemaal een hopeloos gevoel. (...) Mijn hele leven lang heb ik geprobeerd een reden te bedenken voor mijn besnijdenis. Als ik een reden zou kunnen bedenken, dan zou ik misschien kunnen accepteren wat ze me hebben aangedaan. Maar ik heb nooit iets zinnigs kunnen bedenken. Hoe langer ik tevergeefs probeerde een reden te vinden, des te kwader ik werd. Ik had er behoefte aan om over mijn geheim te praten, omdat ik het al mijn gehele leven had opgekropt. (...) Het is te laat om mijn eigen situatie te veranderen, die schade is al aangericht; maar misschien kan ik helpen om iemand anders ervoor te behoeden. (...) Volgens een schatting van de Verenigde Naties (VN) is deze ingreep uitgevoerd bij 130 miljoen meisjes en vrouwen. Elk jaar lopen minstens twee miljoen meisjes de kans om de volgende slachtoffers te worden: dat is 6000 per dag. De ingreep wordt gewoonlijk in primitieve omstandigheden uitgevoerd door een vroedvrouw of een vrouw uit het dorp. Ze gebruiken geen verdoving. Ze snijden het meisje met wat voor scherp voorwerp ze maar voorhanden hebben: een scheermes, een mes, een schaar, een stuk gebroken glas, een scherpe steen, of - in sommige streken - hun tanden. De mate van de ingreep varieert per geografische locatie en per cultureel gebruik. De minst ingrijpende schade wordt aangericht door het topje van de clitoris weg te snijden, waardoor het meisje voor de rest van haar leven nooit van seks zal kunnen genieten. De meest extreme vorm is infibulatie, die bij tachtig procent van de vrouwen in Somalië is uitgevoerd. Dit was ook de versie die ik heb ondergaan. De directe gevolgen van infibulatie kunnen bestaan uit shock, infectie, beschadiging van het urinekanaal of de anus, vorming van littekenweefsel, tetanus, blaasontstekingen, bloedvergiftiging, HIV en hepatitis B. Complicaties op langere termijn zijn onder meer chronische en steeds terugkerende infecties aan de urinewegen en de nieren, die kunnen leiden tot steriliteit, cysten en abcessen rond de schaamspleet, pijnlijke zenuwcellen, steeds moeizamere afscheiding van urine, gestoorde menstruatie door opeenhoping van menstruatiebloed in de onderbuik, frigiditeit, depressiviteit, of de dood. (...) Meer dan vierduizend jaar lang zijn vrouwen uit Afrikaanse culturen verminkt. Velen geloven dat de Koran dit eist, en het gebruik komt dan ook met name voor in islamitische landen. Maar noch in de Koran, noch in de Bijbel wordt iets gezegd over het besnijden van vrouwen om God te behagen. Het gebruik wordt gewoon in stand gehouden en opgelegd door mannen - onwetende, egoïstische mannen - die hun aanspraak op de seksuele gunsten van hun vrouw veilig willen stellen. Zij eisen dat hun vrouwen besneden zijn. De moeders schikken zich hierin door hun dochters te besnijden, uit angst dat zij anders geen man zullen krijgen. Een onbesneden vrouw wordt beschouwd als smerig, oversekst en onhuwbaar. (...) Een van de grootste voordelen van het leven in het Westen is de vrede (sinds 1991 woedt er in Somalië een burgeroorlog). Deze stammenoorlogen zijn, net als het gebruik van de besnijdenis, het gevolg van het grote ego en de agressie van mannen. Ik zeg het niet graag, maar het is waar. Ze komen allebei voort uit de obsessie van mannen voor hun territorium - hun bezittingen - en vrouwen vallen in deze cultuur en volgens de heersende wet ook binnen die categorie. Als we hun ballen zouden afsnijden, zou mijn land misschien een paradijs worden. De mannen zouden rustiger worden en meer openstaan voor de wereld. Zonder die constante toevoer van testosteron zou er geen oorlog zijn, geen moord, geen diefstal, geen verkrachting. En als we hun geslachtsdeel afhakken en hen aan hun lot overlaten, of ze nu doodbloeden of het overleven, dan zouden ze misschien voor het eerst begrijpen wat ze hun vrouwen aandoen.' (p.225 e.v.) (Alain Pringels)

Waris Dirie, Mijn woestijn, vertaling J. Hakvoort en A. Witteveen, Arena, 2005

Verder lezen - zie dramaturgische achtergrondinformatie

| Meer