Loubna Méliana is geboren en getogen in een buitenwijk van Dijon. Vanaf haar zesde zorgt ze voor haar jongere broertjes en zusjes, omdat haar moeder tijdens een vakantie in Marokko is verdwenen. De achttienjarig Loubna heeft in het geheim een afspraak met een vriendje, van wie ze hoopt dat hij met haar zal willen trouwen. Als haar oudere broer hier achter komt, kijkt iedereen in de buurt haar met de nek aan, ze is een gevallen vrouw. Haar vader ziet maar één oplossing: Loubna moet trouwen. Hij stelt haar voor aan een veel oudere Arabier, met wie ze met veel tegenzin trouwt. Dit huwelijk loopt al snel op de klippen, en Loubna besluit zich niet langer aan mannen te onderwerpen. Vol overgave stort ze zich in allerlei protestbewegingen, om jonge vrouwen duidelijk te maken dat ze niet alleen plichten maar ook rechten hebben.
'Wij worden gehersenspoeld om huisvrouw te worden. Er is geen sprake van dat een allochtone vrouw een professioneel leven kan hebben. Ongeacht al onze dromen - journaliste of advocate worden - diep in ons zegt iets dat dit leven pas geslaagd is wanneer we trouwen en kinderen krijgen. Dat is het doel waarnaar wij streven.' (p.43) 'In migrantenwijken is seksualiteit een verboden onderwerp. De definitie ervan is simplistisch en gaat alleen over meisjes: je hebt hoeren en alle anderen. Punt uit. Daartegenover maken de jongens het met hun eerzuchtig machogedrag ingewikkeld. Je zou eerst de jongens moeten opvoeden, ze uit hun keurslijf bevrijden. Ze krijgen het niet uit hun bek om 'ik houd van je' te zeggen, velen zijn te bang dat ze door de andere jongens voor watje worden aangezien. Ze maken liever dubbelzinnige opmerkingen tegen meisjes op school. 'Pijp je me voor een ijsje?' Je ondergaat het maar.' (p.44) 'Meisjes zijn niet alleen slachtoffer van de traditie, jongens ontkomen er evenmin aan. Hoeveel jongens vinden het niet vreselijk dat ze moeten trouwen met een meisje dat ze niet zien zitten? Maar meisjes verzetten zich meer. Ik zou willen dat mijn kinderen met dezelfde dubbele cultuur worden opgevoed als ik. En meer, hoop ik, het zal ze alleen maar rijker en sterker maken. Voor mij is etnische vermenging heel belangrijk: kinderen uit gemengde relaties zullen toleranter zijn, juist omdat ze tussen twee culturen een evenwicht hebben gevonden.' (p.64)
'Ik dacht dat ik anders was, omdat ik in Frankrijk was geboren uit vrijdenkende ouders. Uit het weinige dat ik van mijn moeder weet, maakte ik op dat ook zij dacht dat ze vrij was. Maar ook zij was bezweken onder de sociale druk. Dus ik was het aan mezelf verplicht terug te vechten. De onderdrukte woede en weerspannigheid die al sinds mijn kindertijd in mij woedde, moest ergens goed voor zijn.' (p.65) 'Ik ben meerderjarig maar ik mocht het huis niet verlaten zonder toestemming van het gezinshoofd; je moet niet denken dat je kunt doen waar je zin in hebt, omdat je achttien bent. Bij ons wordt een meisje pas meerderjarig op de dag van haar huwelijk. Zelfs in Frankrijk vallen wij onder de verantwoordelijkheid van de familie. Tot de dag waarop je trouwt, dan neemt je goede man die over!' (p.75) (Alain Pringels)
Méliane Loubna, Vrij. Een jonge Frans-Marokkaanse strijdt tegen de onderdrukking van vrouwen. Arena, Amsterdam, 2005