Cape Fear 3

Blik

Blik, van Oerol naar De Appel

Zie ook: Een frisse blik
en vormgever Guus van Geffen en regisseur Aus Greidanus over winst & verlies (video)

foto Henry van Niel

Blik blonk op het strand van Terschelling: elke avond 900 toeschouwers. Een autoweg op het strand. Een file die met zijn neus richting zee keek. Was de stijging van het zeepeil al een voldongen feit? Had de klimaatopwarming zich al voltrokken? Of had de mens zijn autowegen volgepropt met stilstaande wagens? Een montage van scènes trok aan het toeschouweroog voorbij. Een kermis van het menselijk bestaan dat zich ploeterend opricht om wat verderop tegen de grond te gaan. De zeelucht, de zeebries, de sterren, de zonsondergang... Zij speelden allemaal een belangrijke rol in dit spektakel. In het Appeltheater aan de Duinstraat moeten we deze belangrijke extra's missen. De toneelzaal is een box. Een kader dat het spektakel inlijst of inklemt. Het spektakel van Terschelling wordt dan ook aan de kleinere locatie aangepast. Een noodzaak die door de spelruimte wordt opgelegd. Paradoxaal genoeg werkt elke limiet in het theater als een bevrijding. Als je ten minste de tijd neemt om die limieten te onderkennen en ze als een rijkdom aan te wenden. En dat is nu precies waar Aus Greidanus en zijn spelers tijdens de augustusmaand mee bezig zijn geweest. 

Wordt Blik in het Appeltheater een andere voorstelling? Nee, en ja. Het is dezelfde voorstelling. De opeenvolging van de scènes verandert. Een gewijzigde montage versterkt de verhalende structuur. ‘Het verhaal mag in De Appel iets grimmiger' zei Aus Greidanus tijdens de eerste bijeenkomst in augustus. Waar tijd en duur tijdens Oerol krachtige gegevens waren van de natuurelementen op Terschelling, zullen die in het Appeltheater meer aandacht krijgen in logische tijdschakelingen tussen de scènes. In een theatrale ruimte zijn de mogelijkheden om met de tijd een loopje te nemen groter, dan wanneer je in een kader speelt dat gedomineerd wordt door een echte zonsondergang. Als de zon op de achtergrond aan het ondergaan is, kan geen speler de illusie waar maken dat het vroeg in de ochtend is. Dat kan wel in een theater. Daarnaast kan de duur van de actie op het toneel de impact hebben van om het even welke locatie. Acteren is het manipuleren van het tijdsbesef. 

‘Grimmiger' zei Aus Greidanus. En enkele ogenblikken daarna liet hij de naam James Ensor vallen. Deze Oostendse kunstschilder wordt steevast bij het symbolisme ondergebracht, maar laat zich door zijn oorspronkelijke stijl in essentie door geen kunstrichting vangen. Ensor (1860-1949) enige zoon van een Engelse vader, James Frederick Ensor en een Oostendse moeder, Maria Catharina Haegheman. Ensors vader vertrok kort na de geboorte van James naar de Verenigde Staten om er zijn geluk te zoeken. Berooid en zonder één cent verdiend te hebben kwam hij terug. Hij heeft de mislukte onderneming naar de Verenigde Staten nooit verteerd. Ensor omschrijft zijn vader als een intellectueel die geabonneerd was op kunsttijdschriften. Het gezin werd onderhouden door de winkel van James' dominante moeder. Een winkel in antiek, brocanterie en chinoiserieën en een hele verzameling exotische maskers. Dat James Frederick financieel afhankelijk was van zijn vrouw, viel hem heel zwaar. Hij raakte aan de drank en stond in de Oostendse al snel als dronkenlap bekend. Zo kwam hij ooit dronken en half kaalgeschoren met een halve snor thuis. James Ensor zal de burgerij die zijn door hem geadoreerde vader, die hem de liefde voor de kunst bijbracht, nooit vergeven. Dit uit zich in zijn schilderijen waar de maskerade van de burgerij op een sarcastische manier in beeld wordt gebracht. 
De Intrige van James Ensor

Alain Pringels,
dramaturg Toneelgroep De Appel

| Meer