Motel Detroit 2

Blik

Achtergrond

affiche Blik, ontwerp Aus Greidanus

Blik op oneindig

Overpeinzingen van een dramaturg 

Een idee

‘Een strand. De zee en de ondergaande zon. Een autoweg in het zand. De autoweg staat vol auto's. Niemand kan voor of achteruit. Alles zit vast.' Zo beschreef Aus Greidanus voor het eerst de ideeën voor zijn nieuwste voorstelling. ‘Een maatschappij dit tot stilstand is gekomen.' Daarna hadden we het over de financiële crisis die wereldwijd de economische groei tot stilstand had gebracht. Een paar weken later zaten we, Aus Greidanus, Jules Terlingen, Guus van Geffen en ikzelf, aan tafel met miniatuurautootjes te spelen. Guus kwam zijn maquette van het decor laten zien. Autootjes werden achter elkaar geplaatst, van plaats verwisseld, gedraaid en gekeerd. 

Gezocht: geschikt strand

Blik gaat in première op het Oerol Festival op Terschelling. Lang voor de allereerste repetitie ging een delegatie van De Appel op expeditie naar het waddeneiland in het noorden van Nederland. Op zoek naar een geschikte locatie voor dit project. Een strand waarop al dat blik netjes op een rij gezet kon worden. Maar niet alleen de locatie maar ook voor het vervoer worden al wekenlang maatregelen getroffen. Want in juni vertrekt bijna het gehele gezelschap richting Terschelling. Migratie van een gezelschap met in haar kielzog een karavaan auto's. 

Buiten alle proporties

De eerste bijeenkomst. Maandag 20 april. Een grote groep mensen (zeventien acteurs en muzikanten) zit in een kring in de warmte van het eerste lentezonnetje. In het midden van de groep praat een dol enthousiaste Aus Greidanus over Blik. Met behulp van handen en voeten legt Aus uit hoe groot het speelvlak wel is. Ruim veertig meter, met aan weerskanten, links en rechts, nog eens ruim vijftien meter autoweg. Een ontzettend groot speelvlak. Op de tribune kunnen elke avond bijna duizend mensen de voorstelling bijwonen. Daar tegenover valt de repetitieruimte nogal klein uit. Die is net groot genoeg om het aantal auto's te plaatsen dat nodig is om met alle spelers te repeteren. Aus benadrukt de moeilijkheden die dit oplevert. De spelers en muzikanten moeten goed beseffen dat deze voorstelling pas in de laatste week gemonteerd kan worden. Alle scènes die in de repetitieruimte gerepeteerd worden, krijgen pas op het strand van Terschelling hun definitieve plaats. 

Files, files en nog eens files

Ik kom minstens een keer per week vanuit België met de auto naar De Appel. Inmiddels kan ik vrij goed schatten wanneer ik precies moet vertrekken om niet in een file terecht te komen (iets na 9.00 uur vanuit Gent en iets na 14.00 uur of na 19.30 uur vanuit Scheveningen). Dan heb ik weinig kans op files. Maar ik moet zeggen dat Blik mijn blik op files totaal heeft veranderd. Ik beleef de file door deze productie totaal anders dan vroeger. Waar ik me vroeger heel erg kon ergeren aan het tijdsverlies dat ik leed, amuseer ik me nu met het observeren van de auto's en de inzittenden voor en achter mij, en links en rechts van me. En dan vraag ik me af wat er zou gebeuren wanneer we niet meer voor of achteruit konden. En dit niet voor enkele minuten of uren, maar voor altijd. Hoe zouden mijn toevallige buren reageren? De kale dikke man in de witte bestelwagen. Onder zijn zware snor hangt een zelf gerolde sigaret slap tussen zijn lippen. Nerveuze rookkringetjes kruipen over zijn bezwete gezicht. Het koppel vijftigers in hun zwarte Mercedes die duidelijk veel te veel gewassen wordt. Zij draagt een veel te dure bril en bestrijdt haar grijze haar met een wekelijkse kleurspoeling. Hij draagt zijn grijze haar met trots, net als zijn witte hemd. Hij draagt een kostuum, zijn vest hangt achter hem aan het kapstokje. En dan die dikke jonge vrouw die gulzig zit te herkauwen. Haar vingers krullen zenuwachtig in haar vettig zwarte haar. Ze rijdt met in een oude Toyota. En die jonge Turken, in een rode cabrio, met hun te luide muziek. Het cliché klopt. Of toch niet? 

Wie één stad kent, kent ze allemaal

Dit is een eenvoudig zinnetje dat Thomas More (1478-1535) in zijn Utopia (1516) schreef. More was een Engelse humanist, goed bevriend met Erasmus die zijn Lof der zotheid aan hem opdroeg. In Utopia beschrijft More een ideale rationele samenleving. Hij opent daarmee een traditie waarin hij wordt  gevolgd door Francis Bacon, Jonathan Swift, Jeremy Bentham, George Orwell, Aldous Huwkey en vele anderen. Hans Achterhuis, hoogleraar filosofie aan de universiteit van Twente, wijdde een studie aan de utopie in zijn boek De erfenis van de utopie. Daarin toont hij aan hoe dicht de utopie (het ideaal waarin iedereen het geluk vindt) en de distopie (een ideale samenleving waarin het individuele voor goed teloor gaat) bij elkaar liggen. Achterhuis wijst erop dat het ontstaan van de utopie als literair-filosofisch genre samenvalt met de renaissancistische opleving van Europa in de 15e eeuw. Een wereld waarin God niet langer het middelpunt van het leven was, maar waar de mens zelf steeds meer het centrale punt zou innemen. Het geloof in de maakbaarheid van de wereld door de mens nam langzamerhand de plaats in van de onveranderlijke door God geregelde middeleeuwse maatschappij. Achterhuis wijst er op tot welke kwalijke uitwassen het geloof in de maakbaarheid van de mens, het geloof om die mens om te vormen tot een ideaal, kan leiden. Zo ontmaskert hij de totalitaire leiders Mao, Stalin en Hitler als politieke utopisten die miljoenen mensen aan hun idealen opofferden. Deze dictators ontpopten zich in de twintigste eeuw tot de bezielers van reëel bestaande sociale utopieën; het Nazisme en het communisme. Achterhuis ontmaskerd op die manier het fundamentalisme (zowel bij Islam, Christenen of Joden) de meest actuele verschijningsvorm is van een reëel bestaande sociale utopie. Achterhuis: ‘Juist weer omdat de werkelijkheid in principe maakbaar wordt geacht, juist omdat de mensheid in principe in staat wordt geacht op eigen kracht de wereld in een harmonieus paradijs te veranderen, springt het des te sterker in het oog dat ze een hel is' (uit De erfenis van de Utopie, p.105). Zijn boek is een pleidooi voor een maatschappij waar de open dialoog garant staat voor een leefbare democratie.

Ik vraag me af hoe een mini maatschappij zich zou vormen op een autoweg, uit de noodzaak van een eeuwigdurende file. Zal men proberen om een betere samenleving te stichten? Hoelang zou het duren voordat iemand de macht naar zich toe trekt? Hoe lang zal het duren voordat iemand het woord neemt in naam van het belang van allen? Ook in Blik staat de vraag centraal of er iemand zal opstaan die de macht grijpt. 

Burning Man

Sinds 1986 komen elk jaar, vanaf de laatste maandag van augustus, mensen samen in een woestijn in Noord Nevada, Black Rock Dessert. Zij stichtten daar een samenleving die acht dagen duurt. Het belangrijkste principe van deze samenleving is: iedereen is welkom. Op de achtste dag wordt een reusachtige houten man ritueel verbrand. Dit is dan ook het einde van de samenleving die haar naam aan dit ritueel dankt. Radicale zelf expressie staat in het hoogste vaandel. Er wordt kunst gemaakt, bizarre tempels en hele creatieve vervoermiddelen. Burning Man kende een gigantische groei. Tien jaar lang dreef het in een anonieme onbekende zone. Maar sinds eind jaren negentig groeit het aantal deelnemers jaarlijks (bijna 50.000 in 2007). Burning Man is en blijft echter een feest van menselijke creativiteit. (www.burningman.com

Mijn auto, mijn ego

illustratie

Een auto doet me altijd denken aan een detail uit het schilderij De tuin der lusten van Jeroen Bosch (1450-1516) dat dateert uit het begin van 1500. Een stelletje in een glazen bol. Afgesloten van de buitenwereld. Op weg naar ergens of ergens vandaan komend. Totaal harmonisch geluk in een narcistische zeepbel. De auto is een geliefd consumptiegoed en belangrijk statussymbool. Een dure wagen verwijst zonder enige twijfel naar de sociale ladder. Laatst was ik getuigen van een kunstmatige file die in Den Haag het Binnenhof binnenreed. Een lange rij grote, peperdure wagens met daarin telkens één diplomaat. De wagens zagen er hetzelfde uit: zwart, groot en duur. Op één detail na; het nationale vlaggetje dat voor op de auto was gemonteerd.

‘En het geschiedde toen zij in het veld waren, dat Kaïn tegen zijn broer Abel opstond en hem doodsloeg.' (Genesis 4:8) Nergens laaien de vlammen van de jaloezie hoger op als de nieuwe auto van de buurman voor de deur staat te pronken. Steeds moet ik denken aan de mimetische begeerte. Een begrip van de Franse filosoof René Girard. Hij stelt dat de mens niet uit zichzelf naar een object verlangt maar omdat een ander naar dat object verlangt of al heeft. De mens leeft in voortdurende rivaliteit met de medemens. Volgens Girard beschermt het zondebokprincipe de menselijke gemeenschap van ontaarding in eindeloos geweld. De groep verenigt zich tegen één enkel slachtoffer; de zondebok. Het offeren van de zondebok bevrijdt de groep tijdelijk van het mimetische geweld. Door het instellen van taboes, wetten en rituelen werden mechanismen ingebouwd die de herhaling van het zondebokmechanisme cultiveerden binnen maatschappelijk aanvaardbare normen. Vandaar dat de diplomaten allemaal met een even grote auto het Binnenhof opreden. 

Over status

‘Status hangt tegenwoordig zelden af van een onveranderlijke identiteit die van generatie op generatie is doorgegeven: In een snelle, onverbiddelijke economie tellen alleen de eigen prestaties.' Alain De Botton, Statusangst (2006) 

Wist u dat...

Een Amerikaans politieman genaamd Lester Wire het moderne elektrische verkeerslicht heeft uitgevonden in 1912. Het bestond uit twee lichten; een rood en een groen.

De eerste autoweg in 1921 in de buurt van Berlijn werd geopend.

In 1936 de eerste autoweg in Nederland in gebruik werd genomen. Dit was rijksweg 12 tussen Voorburg en Zoetermeer.

De eerste file in Nederland was op 29 mei 1955 (eerste Pinksterdag) als gevolg van dagjesmensen die massaal op pad gingen. 

Doordenkertje

Als de auto op de autoweg komt, dan gaat de auto weg...

Maar als de autoweg vol auto's staat, doen we onze auto beter weg... 
 

Alain Pringels
dramaturg Toneelgroep De Appel

| Meer