Motel Detroit 1

Blik

Een frisse blik

De herfst is begonnen en daarmee lijken de mooie zomerse dagen op Terschelling al heel ver weg. Blik, een productie die door zijn grootsheid alleen maar op Terschelling kan plaatsvinden. Maar niks is minder waar. Vanaf 9 september is Blik ook in het eigen Appeltheater te bewonderen. Dat vraagt echter wel om heel wat aanpassingen, want van heel groot en weids gaan we naar een kleinere en afgesloten ruimte.  Het gaat daarbij niet zozeer om de inhoud van Blik, maar meer om de positiebepalingen, de volgorde van de scènes en waar moeten we alle auto's en rekwisieten kwijt? 

De natuurlijke omstandigheden die een voorstelling op een buitenlocatie met zich meebrengen zijn in een theater niet aan de orde. Neem bijvoorbeeld het weer. Tijdens de voorstelling op Terschelling liep er een geluidsband met wind mee, maar veelal was de natuurlijke wind sterker en harder dan die van de band. In het theater is het geluid van de band ineens heel duidelijk aanwezig. Of neem het gegeven van dag en nacht. Op Oerol moest men zich aanpassen aan de werkelijke, en o zo mooie, grillen van zon en maan. Tijd is daar een vaststaand gegeven, maar in het theater kan men spelen met dag en nacht en daardoor ook tijd manipuleren. De ludieke uitspraak van regisseur Aus Greidanus tijdens een zonsondergang op Terschelling: ‘De zon ietsje minder rood graag' is nu letterlijk toepasbaar. De maan die in het theater enkele keren op de muur geprojecteerd wordt, doet denken aan een album cover van R.E.M., getiteld ‘In Time', Toeval?

cover REM album

Het kunstlicht in De Appel zorgt ook voor een toename in de temperatuur, iets waar op Terschelling na zonsondergang een groot gebrek aan was. Kostuums bestaande uit vele lagen, dikke jassen en thermo-ondergoed moesten de grootste kou buiten houden. Tijdens één van de laatste repetities in het theater zei één van de actrices: ‘Ik heb 't ineens bloedheet'. 

Op het strand van Terschelling hadden de spelers alle ruimte en was het ook voor de enige auto die wel rijdt gemakkelijk om alle ruimte te nemen. In het Appeltheater  is daar domweg de ruimte niet voor. Maar De Appel zou De Appel niet zijn, als er daarvoor niet gewoon even een stuk muur gesloopt wordt. En voila, de Fiat kan nu zonder problemen opkomen. Voor alles wordt naar een oplossing gezocht, om zo het optimale resultaat te behalen. Wat werkt op Oerol werkt soms niet in het theater en vice versa, maar dat komt ook door de eigenheid van de locatie. Een voorstelling in een kleine zaal is ook totaal anders dan wanneer dezelfde voorstelling in de grote zaal wordt gespeeld. De akoestiek, de zaalindeling, het podium etc. zijn factoren die bij een bepaalde ruimte horen en waar je je toe dient te verhouden. 

Een belangrijk onderdeel in de voorstelling is weggelegd voor het clowneske, het humoristische. Maar het moet allemaal niet te vrolijk. De grote thema's van stilte, eenzaamheid en dood passeren de revue. Een belangrijk aandeel is weggelegd voor Franz Kafka. ‘Het moet meer Kafkaiaans'. Wanneer we het hebben over Kafka is macht een woord dat niet mag ontbreken. We zien dan ook dat in de voorstelling het thema macht een aantal keren naar voren komt, zoals de macht van een groep tegenover het individu. Maar wat houdt dit Kafkaiaanse begrip nu precies in? Wanneer we kijken naar de Van Dale zien we dat dit begrip gekenmerkt wordt door een overgeperfectioneerde samenleving, die zich aan de controle van het individu onttrekt, of waarover het machteloze individu geen controle meer heeft. Dit komt in de voorstelling tot uiting in de persoon gespeeld door Bob Schwarze. Als een buitenstaander kijkt hij ademloos naar wat zich onder zijn ogen afspeelt: langzaamaan ontstaat er een overgeperfectioneerde samenleving, en al wat hij kan doen is toekijken, hij heeft er geen controle over. Kafkaesk staat eveneens vaak synoniem voor angstaanjagend. De voorstelling op Oerol had ook wat grimmige randjes, maar was vooral een spektakel. En dat spektakel is minder goed uitvoerbaar in het Appeltheater waardoor de nadruk meer op het grimmige ligt. Dit angstaanjagende komt het meest duidelijk tot uiting in de maskers die aan de voorstelling zijn ‘toegevoegd'. Hierdoor krijgt de voorstelling direct een nare en dreigende sfeer. 

Ik zie Blik als een voorstelling die uit twee delen bestaat: deel 1 op Terschelling en deel 2 in het Appeltheater, maar zonder de één was de ander er niet geweest. Het is een geheel. Het is daarom belangrijk om niet vast te houden aan de voorstelling die op Oerol plaats vond - hoewel het ook wel iets heeft om met drie lagen kleding, met gierende wind om je heen en met naast je de zee naar theater te kijken- maar het is belangrijk om dat te laten varen en om met een frisse blik naar deze voorstelling te kijken. 

Marije Hofland
stagiaire dramaturgie Toneelgroep De Appel

 

 

| Meer