Motel Detroit 3
Voor het pensioen

Achtergrond Voor het pensioen seizoen 2005/2006/2007 over de afwezige vader

Telkens wanneer de belangrijkste dag van dit bizarre huishouden, de verjaardag van Himmler, naderbij komt, droomt Clara, elk jaar opnieuw, een zelfde droom. Een op zijn minst merkwaardige droom. Een droom die verwijst naar kinderangsten die oplaaien uit vurige vragen, vragen naar en over seksualiteit. En over incestfantasieën?

Clara:
Een groot dier begrijp je
wild
volkomen behaard
steeds groter steeds harder drukkend
ik kan me niet verdedigen
ik ben bang dat het me dooddrukt
Op het moment dat het me dooddrukt
word ik wakker
(blz 9)

Wat is dat voor een 'groot dier' dat 'wild' is en 'volkomen behaard', 'steeds groter' wordt en 'steeds harder' drukt? De vraag is niet of het hier gaat om incest dat al dan niet werkelijk plaatsvond. Wat hier centraal staat is het verpletterende gevoel dat een kind ervaart wanneer het geconfronteerd wordt met een radicale macht, een macht waarmee geen pact te sluiten valt, een dwingende macht, een redeloze wet waar men niet aan kan ontsnappen. Deze man, deze vader is een dwingeland. Het is niet denkbaar met hem afspraken te maken over wetten en verboden. De macht van deze vader, van deze man is ongenaakbaar. Daarom is deze man niet benoembaar; men kent zijn naam niet.

Vera:
Je hebt hem weer niet gevraagd
hoe hij heet
dat is het belangrijkste
dat je hem vraagt hoe hij heet

Kreeg hij een naam, dan werd hij aanspreekbaar, bespreekbaar. Nu is (en blijft) hij een dwingende onbekende, een lege betekenaar, angstwekkend als een uniform zonder inhoud, zonder vlees en bloed. Had hij een naam dan schreef het 'volkomen behaarde ding' zich in een symbolische orde in. Dan werd onderhandeling mogelijk. Dan zou men een pact kunnen aangaan met deze wet en verloor het 'steeds harder drukkende ding' zijn dwingende, alomtegenwoordige karakter. Maar Clara slaagt er in haar droom niet in te vragen hoe hij heet.

Clara:
Ik val flauw en dan word ik wakker
(blz 9)

De vader staat als een machtige, imaginaire (ingebeelde) wet tussen Clara, Vera en Rudolf in. Deze vader goot het gif van de paranoia in de geest van zijn kinderen. Deze vader had altijd gelijk. Het gelijk, waarheid en waarden, bleven ongenaakbaar, er kon niet over onderhandeld worden. Daarom maakt de paranoia, de vooringenomenheid, de vooroordelen, een pact met de buitenwereld onmogelijk.
(Alain Pringels)

Verder lezen - zie dramaturgische achtergrondinformatie

| Meer