Motel Detroit 2
En God zag dat het goed was

NRC Handelsblad En God zag dat het goed was

NAR SPEELT DE HOOFDROL BIJ DE APPEL
Door Kester Freriks

Uit de grote, zwarte vleugelpiano wordt een kleine babypiano geboren. Een clown tingelt er een losse melodielijn op. Het instrument houdt hij vast als een kostbare schat. Dit is een van de melancholiek getoonzette scènes uit de voorstelling En God zag dat het goed was, geregisseerd door Aus Greidanus bij De Appel. Na de ontembare vitaliteit waarmee dit gezelschap maandenlang de marathonvoorstelling Tantalus heeft gespeeld, besloot het ensemble tot een bijna tekstloze productie die nauwelijks een afgerond verhaal vertelt. Greidanus en zijn spelers en muzikanten lieten zich ditmaal niet leiden door mythes, maar door het christelijke scheppingsverhaal.

Het begin van En God zag dat het goed was is een toonbeeld van hoe een acteur zijn entree maakt. Als muzikanten komen ze op, een blaasinstrument in de koffer. Langzaam en aandachtig. Ik moest denken aan Fellini's film Prova d'orchestra (1978) waarin de leden van een kamerorkest een voor een hun plaats innemen. Zoals Tantalus begint met de oorsprong van de Griekse wereld, zo begint En God zag met het paradijsverhaal. Een naakte Adam en Eva komen voorbij, gevolgd door figuren uit de bijbel, zoals Kaïn en Abel, een gekruisigde Christus. De belangrijkste figuur is een nar die optreedt als ceremoniemeester. Hij kan een plastic zakje als een ballon de hoogte in laten vliegen.

Wanneer een vrouw opkomt, vergapen alle mannen zich aan haar. Een voor een mogen ze met haar dansen, maar haar soepelheid staat in scherp contrast tot de houterigheid van de narren. Opeens lijkt het leven uit hen verdwenen, en zijn het net marionetten met een afwezige, dromerige blik in de ogen. Totdat ook deze scène vervluchtigt en plaatsmaakt voor een schitterend staaltje van trapezewerk. Een acrobaat op een schuine ladder probeert de zilveren, spiegelende bol aan te raken die boven de speelvloer ronddraait. Zijn act is adembenemend, maar het hemellichaam blijft onbereikbaar; kijk, daar valt hij alweer naar beneden. Maar hij weet zich op te vangen.

En God zag dat het goed was is een bijzondere toneelervaring, op zekere hoogte een abstract kunstwerk. Clowns en narren spelen bij De Appel vanaf het begin een belangrijke rol. Greidanus en zijn ensemble richten zich op de nar als buitenstaander, degene die verbaasd naar de wereld om zich heen kijkt.

De voorstelling ligt dicht bij de wonderwereld van het circus. Opeens zijn alle acteurs aan het stofzuigen. De snoeren raken verstrikt in een gordiaanse knoop, die als bij toverslag ontward is. Het is een raadsel hoe dat gebeurde, zo razendsnel. De titel heeft een ironische betekenis; hoe goed is de wereld, hoe goed is de mens? Een actrice slaat een vogel dood die ze eerst met voer heeft gelokt.

Aan het slot blijft God als een toneelmeester eenzaam achter, gevangen in het licht van de schijnwerpers. De wereld is geschapen en de mens moet nu verder. Ze kunnen op schuiftrompetten blazen, zich verliezen in clownsacts, acrobatentoeren uithalen in het luchtledige, de ondertoon blijft die van de melancholie. Voor de toeschouwer is het spannend, want die kan in alle vrijheid zijn eigen associaties volgen.

www.nrc.nl

| Meer