Motel Detroit 3
En God zag dat het goed was

Het circus en de sjamaan

De parallellen tussen circusacts en handelingen van sjamanen zijn onmiskenbaar. De hele circusshow is ingebed in verwijzingen naar extase en magie. Dit is ongetwijfeld één van de sleutels van het succes van Cirque du Soleil. Dit gaat niet op voor de pas laat in de geschiedenis van het circus ontstane dierenacts; nummers met paarden, leeuwen, tijgers, apen en olifanten. Zij worden met een militaire precisie gedrild tot het uitvoeren van onzinnige gedragingen. Deze acts zijn exponenten van het Westerse koloniale imperialisme. Het zijn demonstraties waarin de moedige (meestal blanke dierentemmer) het wilde en primitieve leven uit de jungle aan banden legt. Los van deze meestal smakeloze nummers, stamt de rest van de circusnummers regelrecht uit de tent van de sjamaan.

De clowns, maar ook de circusmeesters dragen verwijzingen naar de sjamaan in zich. De circusmeester omringt zich met een duistere en demonische discipline waarvoor de clowns sidderen en beven. Hij is hun meester en hun leider. Deze relatie verwijst naar het broederschap tussen de geïnitieerden. De circusmeester is de sjamaan en de clowns zijn de leerlingen. In Cirque du Soleil gaan beide rollen in elkaar over; daar zijn de circusmeesters ook clowns, een soort meesterclowns die een groep clowns onder hun leiding hebben. Alle acts in het circus bestaan in oorsprong uit handelingen en ervaringen van de sjamaan in de Boven- en in de Onderwerelden. Of ze verwijzen rechtsreeks naar de traditionele machten van de sjamaan.

Sjamanisme is een embryonaal circus. Het circus bestaat uit een aantal trucs, stunts en demonstraties van macht die regelrecht afstammen uit het repertoire van de sjamaan. Alle circusacts hebben, naast hun spektakelwaarde, een verborgen betekenis die kan opgespoord worden door terug te gaan naar de sjamaan en het mysterie van de extase. De eeuwen oude reizende gezelschappen met hun circusachtige voorstellingen vormen het beste voorbeeld van hoe showbizz evolueerde uit het sjamanisme en de ermee verbonden rituelen van nomadische volkeren. Het circus is een geheime maatschappij die zich een weg door het leven baant door voorstellingen te geven. Deze voorstellingen betekenen voor de geïnitieerden meer dan alleen maar het tentoonstellen van moed en macht.

Agrarische en nomadische gemeenschappen kennen geheime genootschappen met hun eigen mysteries, belichaamd in dramatische voorstellingen, die uitgevoerd werden voor leden van de gemeenschap. Door getuige te zijn van deze voorstellingen werd men geïnitieerd in de groep. De voorstelling was een orale bibliotheek die alle geheime doctrines van die maatschappij omvatte. Toen de cultuur sedentair werd, kwamen steeds meer niet-geïntieerden kijken naar de voorstellingen. De inhoud van de voorstellingen bleef voor veel toeschouwers obscuur. Mede uit deze ontwikkeling ontstond langzaam het theatergezelschap. Er ontwikkelden zich herkenbare verhalen rond een kern die steevast zijn inspiratie putte uit de mysteries van leven en dood.

Ook al hebben de nummers die dieren uitvoeren weinig te maken met de activiteiten van de sjamaan, toch verwijst het uitoefenen van een magische controle over wilde dieren naar de sjamaan. De sjamaan kent een groot belang toe aan dierlijke eigenschappen. De basis van zijn magische kennis over die dierenwereld ligt in zijn vaardigheid om in dat dier te transformeren. De sjamaan zoekt in dromen en extatische dansen contact met de geest van het dier. Ze spelen een grote rol in genezing- en jachtrituelen. In veel gevallen wordt de geest van een dier 'moeder' of 'meester' van de geïnitieerde. Deze geest wordt dan zijn belangrijkste assistent tijdens zijn reizen naar de Boven- of Onderwereld, als een soort 'alter ego' dat hem begeleid tijdens zijn magische transformaties. Maskers en kostuums van dieren en het imiteren van dierengeluiden spelen een grote rol in de handelingen van de sjamaan. Nummers waarin de mysterieuze controle over wilde dieren een grote rol speelt, stammen uit deze tradities van de sjamaan. In Maleisië komt de kandidaat-sjamaan oog in oog te staan met de tijger (een sjamaan met masker), waarna hij transformeert tot een tijger. Bij de bosjesmannen neemt de geest van het opgejaagde dier bezit van de geest van de jager. Zo kan hij voorspellen hoe de prooi zich gedraagt tijdens de jacht.

Het circus zit vol acts waarin moed en vaardigheid een belangrijke rol spelen. De meest spannende act is ongetwijfeld die van de trapeze artiesten. Deze act is een visuele demonstratie van de reis van de sjamaan naar de Bovenwereld. In de eerste plaats gaat het om een demonstratie van kracht, coördinatie en groepswerk. Er is echter een verborgen betekenis. Deze act verwijst naar de oorsprong van alle magische macht: de initiërende reis, in dit geval een reis naar de Bovenwerelden. De sjamaan krijgt macht over ziekte doordat hij zelf de genezing heeft ervaren. In het geval van de reis naar de Bovenwereld betekent dit dat de sjamaan vliegt. De trapeze act is een visuele demonstratie van die act. Bij de Yakut moet de sjamaan in spe atletische sprongen uitvoeren van boom tot boom. Dit ritueel maakt deel uit van de dramatische representatie van zijn vaardigheid om naar de Bovenwereld op te stijgen. In Nederlands Guyana worden leerling sjamanen aan hun haar met touwen aan trapezen opgehangen. Zij worden op het vliegen voorbereid met 24 uur zang en dans, afgewisseld met het liggen op hun rug terwijl er rode pepersap op hun oogleden gesmeerd wordt om het zien van visioenen te stimuleren. Tijdens de voorbereiding krijgen ze geen eten of drinken, behalve tabak om te kauwen of tabaksap om te drinken. Heftig gedrogeerd en totaal uitgeput door het dansen, zijn ze uiteindelijk klaar om te vliegen. Uren worden ze rondgeslingerd in de lucht tot ze in extase komen.

Ook de act op het hoge koord stamt van handelingen van sjamanen. Het gaat om een demonstratie van evenwicht. De sjamaan bewijst er zijn fysiek en geestelijk evenwicht mee. Hij is meester over drie werelden. Hij bezit kennis over de Bovenwereld en de Onderwereld, maar ook over de wereld van de Menselijke Horizon. Het demonstreert ook zijn vaardigheid om een brug te slaan tussen deze werelden. Hij steekt via een nauwe brug twee werelden over. Het touw speelt in deze handelingen een belangrijke rol. Maar ook de ladder is een symbool van deze transities. De ladder verwijst naar de wereldboom of levensboom die contact met de drie werelden mogelijk maakt. In het circus zijn acts met ladders heel gewoon. Deze acts variëren van demonstraties van atletische kracht en evenwicht tot standaard routines van clowns. Acts met palen of afdalingen langs gladde palen zijn prototypes in de reizen naar de hemel van de sjamaan.

De krachtpatser, nog een standaard verschijning uit het circus, stamt ook uit handelingen van de sjamaan. Waar de kracht van de krachtpatser in het circus volledig toegeschreven wordt aan fysieke training, put de sjamaan heel wat van zijn kracht en macht uit zijn charismatische status. Daarnaast bezit hij kennis van tal van kruiden en planten die een mens helpen in het overschrijden van zijn fysieke grenzen. Ook de controle over het vuur is een bekende eigenschap van de sjamaan. De vuurspuwer is hiervan de tegenhanger in het circus. Vuur spuwen, vuur eten en door vuur lopen zijn standaard circusnummers. Rituelen met vuur en hete metalen zijn over heel de wereld verspreid. Ze spelen een grote rol in genezingsrituelen. Ook rituelen en magische handelingen met messen spelen en grote rol in de genezende macht van de sjamaan. Sjamanen staan bekend om hun vaardigheden tot zelfverminking. De fakir is hiervan de circusexponent. Hij steekt scherpe voorwerpen door zijn huid en zijn tong, en slikt scherven glas of zwaarden.

Elk circus bezit een groep acrobaten gespecialiseerd in sprongen en het maken van mensentorens of piramiden. Door middel van een springplank of een trampoline worden spectaculaire sprongen gemaakt. Ook deze acts verwijzen naar de vaardigheden van de sjamaan om al vliegend contact te maken met andere werelden. In sjamanistische tradities worden grote doeken of dierenhuiden gebruikt als hulpmiddel voor de dramatische uitbeelding van de vlucht van de sjamaan. De sjamaan ligt op het doek of de dierenhuid, waarna hij door medestanders omhoog wordt gegooid. Basis voor deze handeling is de salto. Een sprong die een buitengewone impact heeft. Deze sprongen helpen de sjamaan om de energie van een geest die uit de hemel afdaalt op te vangen. Het is een dramatisch gebaar dat aankondigt dat de geest is aangekomen op aarde. De salto speelt in het Chinese theater een grote rol. Via deze sprong geeft de acteur aan dat hij het personage is geworden dat hij zal spelen. Deze truc is een minidrama van dood en heropstanding, van transformatie. De acteur sterft in zichzelf wanneer hij in de foetale houding duikt, zijn val leidt tot een transformatie waarna hij weer opstaat als een ander, een geest.

De rituele, dramatisch rituele of religieuze context valt in een circus weg. Toch blijft de verbazing, de illusie, het magische wonder overeind en verwijst het impliciet naar de magische krachten van de sjamaan. 'De sjamaan voert het ritueel uit door het te contextualiseren (vanuit een concreet probleem naar een concreet resultaat) en te personaliseren (met het aanwezige particuliere publiek). Daardoor wordt de ritualisering concreet en temporeel. Er is geen politiek of institutioneel apparaat (een kerk, een clerus) om de formele kenmerken dwingend te controleren: de vraag wordt 'werkt het?' Deze omschrijving van het sjamanisme uit 'Goddelijke fantasie' van Rik Pinxten, doet me ontegensprekelijk aan theater denken. Theater bestaat uit de contextualisering van een (dramatische) situatie waarin een personage voor een concreet probleem gesteld wordt dat om een oplossing vraagt. De herkenbaarheid van de personages ondersteunen de identificatie van het publiek met de contextualisering. Vandaar de particulariteit van theater, haar streekgebonden karakter en haar sociale context. Theater is tijdsgebonden en bezit geen institutioneel apparaat die vormen voorschrijft (alhoewel adviesraden voor cultuur wel eens de allures van zo'n instituut durven aannemen). Vanuit artistiek oogpunt is de enige vraag die theatermakers bezighoudt: 'werkt het?'
(Alain Pringels)

| Meer