‘Hamlet’ bij De Appel: Sollicitatie naar verder

‘Bestaan of niet bestaan, dat is de vraag’

Door Bert Jansma

Bestaan of niet bestaan, that’s the question. William Shakespeare’s klassieke ‘To be or not to be’ krijgt bij Toneelgroep De Appel wel een heel sterke extra-lading. De ‘Hamlet’ die het gezelschap nu aan het repeteren is en vanaf 9 november een maand lang in het Appeltheater speelt, kan de allerlaatste voorstelling van de groep zijn wanneer de subsidiekraan dicht zou gaan. Maar tegelijkertijd is het een soort sollicitatie van de groep naar een doorstart van het gezelschap. “De doodssteek of een wedergeboorte”, zegt regisseur David Geysen.

David Geysen regisseert en speelt de hoofdrol in ‘Hamlet’. Maar hij is ook de gepassioneerde acteur die bij het afscheid van Aus Greidanus destijds solliciteerde als artistiek leider. Hij werd dat toen niet, al schouderklopte de keuzecommissie hem wel van: ‘Houd deze passie vast, David’. Die passie is niet weggegaan. In het doorstartplan van De Appel is hij de beoogde artistiek leider. Die kortgeleden bij de Haagse gemeenteraad ook een vurig betoog mocht houden voor het voortbestaan van een kleinere, anders opererende theatergroep. Terug naar het niet glad gepolitoerde, schurende theater van weleer. ‘Als je iets anders wilt, waarom speel je dan dat oude stuk Hamlet’, werd vanuit de raad gevraagd. Alsof je van een middeleeuwse Elckerlyc geen ongemakkelijk, modern theater zou kunnen maken. Geysen zelf stelt: “Ik werd gevraagd of ik die ‘afscheidsvoorstelling’ van De Appel wilde doen. Dan denk je ook een beetje commercieel. Zoals een orkest dat financieel in nood zit, het Requiem van Mozart programmeert. Omdat de zaal dan volloopt. En ‘Hamlet’ blijft het Stuk der Stukken. Wij zitten nu al op bijna zestig procent voorverkoop, dat is normaliter in deze vroege situatie vaak nog geen dertig procent”.

Vrije School

‘Hamlet’ hield hem al een tikje langer bezig, herinnert Geysen zich met een grijns van een gekoesterde herinnering. “Ik was twaalf, zat op de Vrije School en moest een werkstuk maken. Ik had de ‘Hamlet’van regisseur Dirk Tanghe gezien die heel veel indruk maakte. En ik heb toen in één nacht honderd pagina’s geschreven met materiaal dat ik uit allerlei boeken over ‘Hamlet’ had opgediept. Heb jij dat zélf geschreven?, vroeg de leraar me dan ook ongelovig”. Geysen lacht.

Zijn ‘Hamlet’ is op dit moment nog een ‘work in progress’, een regie waarvoor hij in totaal dertig dagen heeft, bepaald niet riant voor een werk van dit kaliber. “Het is een beetje een wanhoopsoverlevingspoging van mij”, zegt hij. “Om een stuk te regisseren en er ook nog de hoofdrol in te spelen. Er zit een dubbelheid in. Is dat Hamlet die z’n eigen zelfmoord regisseert? Of is het regisseur David Geysen die aan het doordraaien is en die Hamlet manipuleert? Ik heb de tekst hier en daar naar m’n hand gezet en wat geschrapt. We volgen het klassieke verhaal, het publiek zal er de situatie van De Appel af en toe doorheen zien schemeren. Ik heb Aus Greidanus en Geert de Jong gevraagd om de scène met de koning en koningin in te spreken. Ik ben bezig aan de scène met de geest van Hamlets vader. Maar daar vertel ik nog niks over. Dit wordt ook niet de ‘Hamlet’ die overal oplossingen voor heeft. Het wordt een soort speeltuin, ik laat de acteurs meer los dan anders. Ik regisseer minder. Ik zit aan de zijkant én ik zit er middenin. Die dubbelheid wil ik ook laten zien, transparant maken. Iemand die in z’n eentje alle ballen probeert hoog te houden. Iemand die kapot gaat”.

Lost in Denmark

In het Appel-programma ‘Op weg naar Hamlet’ is actrice Annemarie de Bruyn (28 oktober) te zien met ‘Lost in Denmark’, een toneelmonoloog die David Geysen in 2013 schreef over ‘Hamlet’, gezien door de ogen van Shakespeare’s bijfiguur, Horatio. Uit Geysens bespiegelingen daarin over eerdere ‘Hamlets’ de tekst: ‘Soms echte waanzin. Soms gespeelde gekte. Soms ingeleefd, psychologisch. Soms rauwe dierlijke impulsen en geschreeuw. Benadrukt juist: de liefde en de jeugd op juist: de wellust, agressie en de politiek. Maar wat men er ook uitlicht, het zal altijd eindigen met stilte’.

De stemming bij De Appel zelf is wisselend, constateert Geysen: “Je probeert te vechten. Dan zijn er weer openingetjes en positieve berichten. Dan weer negatieve en sla je weer dicht”. Zestien jaar speelt hij zelf bij de groep. Hij weet nog precies zijn eerste entree in het gebouw aan de Duinstraat. Als leerling van de Maastrichtse toneelschool mocht hij met zijn klas er hun versie van Hugo Claus’‘Bruid in de morgen’ laten zien. Geysen: “Ik stapte uit de tram naar Scheveningen, ging dat gebouw binnen en dacht meteen: wat een fantastische plek voor theater”. En dat vindt hij nog zo: “Het zou doodzonde zijn als die verdwijnt”.

Den Haag Centraal 12-10-2016

| Meer