Het Heijermans Festival

'... as 't water spreken kon ...'

Al bijna 40 jaar heeft Toneelgroep de Appel haar thuis - het Appeltheater - op een steenworp afstand van de haven, het strand en de zee. De  thematiek van Op hoop van zegen (1900) van Herman Heijermans zit diep geworteld in de Scheveningse ziel. Daarom brengt De Appel dit prachtige stuk (regie Arie de Mol), dat in ons collectief geheugen zit, naar de plek waar het gespeeld hoort te worden. Arie de Mol is een groot liefhebber van de taal en de inhoud van Heijermans, hij regisseerde eerder Ora et labora en De opgaande zon.

Arie de Mol: ‘Geert de Jong is voor mij de ideale Kniertje. Het is een rol die gelatenheid duldt, die stevig en onwrikbaar gespeeld moet worden, maar ook ruimte laat voor naïviteit. De hardheid van het bestaan en het kunnen dragen van tegenslag verlenen dit stuk extra urgentie. Heijermans is een briljant observator. Zijn dialogen bezitten een grote dramatische kracht en zijn eigen schrijfstijl is op spreektaal gebaseerd, compleet met hakkelen en onaffe zinnen. Verder vallen mij zijn enorme mensenkennis en compassie op.’

Op hoop van zegen kort

Vissersweduwe Kniertje heeft haar man en twee van haar zonen verloren aan de zee. Ze houdt maar net het hoofd boven water door te werken voor reder Bos. Er lonkt meer brood op de plank wanneer haar twee nog levende zonen mee kunnen met de ‘Op hoop van zegen’. Geert is een zeeman in hart en nieren, maar de jongere Barend is doodsbang voor het water. Als ook nog het gerucht gaat dat het schip niet zeewaardig meer zou zijn, weigert hij aan boord te gaan. Maar Kniertje wil van geen wijken weten, een visser heeft geen keus en moet zijn angst overwinnen. Het lot slaat onverbiddelijk toe, niet alleen door menselijke fouten, maar ook door de kracht van de natuur. De achterblijvers balanceren tussen berusting en verzet.

Gevecht met de elementen

Op hoop van zegen gaat over de mens in gevecht met de elementen, over hoe om te gaan met tegenslagen. Maar het is zeker ook een aanklacht tegen de ‘drijvende doodskisten’, verouderde schepen die door reders de zee op werden gestuurd. Heijermans zwengelde mede de discussie aan over verplichte overheidscontrole op uitvarende schepen, in 1909 werd de Schepenwet van kracht. Het stuk maakte hem wereldberoemd en wordt nog steeds over de hele wereld gespeeld (met name langs de kusten van Afrika).

Eten in het Appeltheater

Tijdens Op hoop van zegen kan er voorafgaand aan de voorstelling om 18.00 uur gegeten worden, op zondag serveren we om 13.00 uur een lunchbuffet. Het menu bestaat uit een voor- en hoofdgerecht en wisselt maandelijks. U kunt kiezen tussen vlees of vegetarisch elk € 15,- en vis € 17,50. Het lunchbuffet kost € 15,- en op een aantal dagen serveren we een dagschotel die € 12,50 kost. Alle maaltijden zijn alleen via de Appelkassa (tel. 070 3502200, dinsdag t/m vrijdag van 13.00 tot 17.00 uur) te bestellen.

Op hoop van zegen

tekst Herman Heijermans
regie Arie de Mol
spel Isabella Chapel, Abe Dijkman, Lore Dijkman, Bart van den Donker, Beaudil Elzenga, Gitta Fleuren, David Geysen, Geert de Jong, Judith Linssen, Hugo Maerten, Bob Schwarze, Martijn van der Veen, Iwan Walhain en Jessie Wilms
speelperiode woensdag 18 november t/m zondag 20 maart 2016
aanvang 19.30 uur (eindtijd rond 22.45 uur) en zondag 14.30 uur (eindtijd rond 17.45 uur), grote zaal Appeltheater

In gesprek met Geert de Jong en Jessie Wilms

Wie is Jessie?

Jessie: ‘Ik ben geboren in Antwerpen, studeerde aan de Toneelacademie Maastricht en woon nu in Amsterdam. Zes jaar geleden liep ik stage in Vijand van het volk (Ibsen) geregisseerd door Arie de Mol bij Toneelgroep Maastricht. In Op hoop van zegen werk ik voor de tiende keer samen met Arie de Mol.’

Wat betekent Heijermans voor jullie?

Jessie: ‘Ik speelde eerder in Heijermans’ De opgaande zon, ook een regie van Arie de Mol. Op hoop van zegen vind ik een geweldig stuk, de taal en de thema’s vind ik heel mooi. Het optimisme van de personages. Het zijn weerbare mensen. Ze hebben een hechte band met elkaar. Ze maken veel plezier, ondanks hun harde levensomstandigheden. Dat maakt hen sterk.’

Hebben ze een keuze?

Geert: ‘Je hebt altijd een keuze. De keuze om je erbij neer te leggen of in je hoofd de opstand te bewaren.’
Jessie: ‘Ook de keuze om een collectief te vormen. Geert (zoon van Kniertje) is de enige die zegt ‘Dit kan niet meer, er komt een ander mens en ik begin daarmee’ dus die komt in opstand. Hij wil daar een begin mee maken maar slaagt er niet in omdat hij alleen staat. Hij krijgt geen bijval. De gemeenschap is te sterk. Hij kan er niet aan ontsnappen.’

Wat is het belang van Op hoop van zegen nu?

Geert: ‘Het geloof dat verandering noodzakelijk is. De vissersgemeenschap is een heel gesloten en statische gemeenschap. Verhoudingen moeten wijzigen. Kniertjes’ zoon Geert wordt beïnvloed door socialistische ideeën, maar hij blijft vasthouden aan oude systemen. Hij is niet sterk genoeg om eruit te stappen. Hij richt zijn energie op de autoriteit. Dat is zijn gevecht. Hij is niet sterk genoeg om alles los te laten. Ik denk dat je als mens die keuze altijd kunt maken. Barend weet wat vrijheid is, maar kan het niet aan. Hij heeft een duidelijk standpunt: ‘Ik wil niet naar zee’. Hij heeft niet de vrijheid in zich om dit in daden om te zetten. Hij wordt door de groep meegezogen. Barend is bij wijze van spreken de poëet binnen het gezin. Dat is natuurlijk waar je je nooit mee mag bezighouden. Geert heeft socialistisch gedachtegoed, dat kan geplaatst worden. Daar kan je voor of tegen zijn. Barend niet, hij is een dromer, ongrijpbaar. Voor mij is reder Bos de minst vrije persoon in het stuk. En zijn dochter Clementine weet het niet, zij kan niet alleen maar aangetrokken worden door de gezelligheid van de armoede. Er moet iets zijn waardoor ze aan het denken gezet wordt.’
Jessie: ‘Als Kniertje zegt ‘Het is je bestaan en tegen je bestaan mag je niet in opstand komen’. Dat herken ik niet in onze westerse wereld. Daarin zijn wij wel vrij. Het is een gemeenschap met codes die ouderen aan jongeren doorgeven. Iedereen let op iedereen en in dat opzicht kan je niet helemaal jezelf zijn.’
Geert: ‘Dat hangt in dit stuk nauw samen met het geloof.’
Jessie: ‘Precies. Hoe Kniertje het leven draagt. Dit is ons bestaan en daar mogen we niets aan doen. Dat vind ik nog steeds actueel. Hoe mensen hun leed dragen. Dat ze onheil op zich af zien komen en dat ze de middelen niet hebben om daar iets tegen te doen. Dat is van alle tijden. Sla de kranten van vandaag maar open.’

Verzoening met het lot?

Jessie: ‘Ja, wat ik heel mooi vind, eigenlijk.’
Geert: ‘Ik geloof niet in een lot. Op hoop van zegen heeft veel te maken met het geloof. Dat er een macht boven je bestaat die alles bepaalt. En daar heb ik heel veel moeite mee. Dat speelt voor Kniertje een hele grote rol. Je zou in dit stuk de nadruk kunnen leggen op het geloof, maar dat doet Arie niet. Toch is Kniertje in essentie een diep gelovig mens en put ze daar haar kracht uit.’

Kniertje, een Nederlands icoon?

Geert: ‘Als je zegt ‘Ik speel Op hoop van zegen’, dan antwoordt men onmiddellijk Kniertje.’
Jessie: ‘Hamlet van de lage landen.’
Geert: ‘Ze vragen ‘Wie speelt Kniertje?’. Het gaat niet over de inhoud, maar over de manier waarop Kniertje wordt gespeeld. Dat vind ik minder van belang. Voor mij is het een rol als elk ander.’

| Meer