In de media

Overzicht

Gesprek met Arie de Mol en Johan Doesburg

Een unieke gebeurtenis in de Haagse theatergeschiedenis: de twee grote gezelschappen van de stad maken elk een voorstelling op basis van de Bijbel. Zie de mens, de eerste regie van Arie de Mol als artistiek leider van Toneelgroep De Appel, vertelt het verhaal van Jezus en zijn volgelingen. Genesis, ook wel de afscheidsvoorstelling van Johan Doesburg genoemd bij het Nationale Toneel, focust op het eerste Bijbelboek en richt zich daarbij vooral op het verhaal van aartsvader Jacob.
Dat beide gezelschappen de Bijbel bewerken voor een marathonvoorstelling is puur toeval. Ook al liepen beide regisseurs al jaren rond met ideeën voor dergelijke voorstellingen.

Zondag 29 maart 2015 was Johan Doesburg te gast bij Arie de Mol. Dramaturg Alain Pringels sprak met hen over hun beider voorstellingen. Op 26 april is Arie de Mol te gast bij Johan Doesburg in het Zuiderstrandtheater. Een gesprek na de premières van beide voorstellingen dat geleid zal worden door Remco van Rijn, dramaturg bij Nationale Toneel.

Gespreksleider en video editor: Alain Pringels
Video: Mascha van Rhee
Meer informatie over Zie de mens
Meer informatie over Genesis

Arie de Mol 28 maart 2015 te gast bij Wierook en Tranen (NCRV)

NRC Handelsblad 8 januari 2015

Theater kan de plaats van de kerk innemen

Relitoneel Theatermakers Arie de Mol en Johan Doesburg brengen dit seizoen beiden de Bijbel op het toneel. In de ontkerkelijkte samenleving is er toch behoefte aan een gezamenlijk beleden overtuiging. ‘Religie als onderwerp is actueler dan ooit.'

Door Herien Wensink

De stille tocht, de zeeën van bloemen en knuffelbeertjes, het applaus bij de rouwauto's na de vliegramp met de MH17 - allemaal bewijzen van onze behoefte aan religieuze rituelen, volgens theatermakers Arie de Mol en Johan Doesburg. En dat in een vrijwel ontkerkelijkte samenleving. De Mol: ‘Ik vind het frappant dat we iets hebben weggegooid wat we merkbaar zo missen.' Doesburg: ‘We hebben God afgeschaft, maar de behoefte aan een gezamenlijk beleden overtuiging is onverminderd.' Beide regisseurs brengen dit seizoen de Bijbel op toneel. Doesburg regisseert in april Genesis, het eerste boek uit het Oude Testament, bij het Nationale Toneel. En, ook in april, vertelt Arie de Mol bij Toneelgroep De Appel het verhaal van Jezus en zijn volgelingen uit het Nieuwe Testament, in de voorstelling Zie de mens.

Dat ze zich allebei juist nu bezighouden met deze religieuze thematiek, is toeval, en toch ook weer niet. Arie de Mol: ‘Wereldwijd neemt de spanning tussen gelovigen en ongelovigen toe. Gechargeerd is dat ook de spanning tussen oost en west; wij zijn ons geloof kwijtgeraakt, zij bouwen dat van hen steeds hoger op. Door die botsing is religie als onderwerp veel actueler dan zes, zeven jaar geleden.'

Ook Doesburg ziet een sterke actuele relevantie. Theater wil grote levensvragen stellen. Dat kun je doen aan de hand van de Oude Grieken, of een nog ouder boek als Gilgamesj, maar die hebben maar heel weinig relatie met de wereld waarin wij nu leven. Wij zijn allemaal besmet met de joodschristelijke leer. De Bijbel staat aan de basis van ons wetboek, ons moreel besef, ons arbeidsethos, onze opvattingen over de liefde. Of je nu gelovig bent of niet, de Bijbel zit in ons collectieve DNA.'

Het boek Genesis bevat onder meer het scheppingsverhaal en de zondeval, de zondvloed en de ark van Noach, en de torenbouw van Babel. Allemaal fantastische verhalen verdeeld over vijftig hoofdstukken, die Doesburg en bewerker Sophie Kassies terugbrengen tot 4,5 uur toneel. Zo'n driehonderd personages werden geschrapt; de overgebleven vijftig worden vertolkt door tien acteurs. Doesburg: ‘We gaan hink-stap-sprong door de verhalen, met een lichte, speelse toon, en zoomen ergens op in als we dat relevant vinden voor deze tijd.'

Doesburg ontdekte twee hoofdthema's die aansluiten bij de wereld van vandaag. ‘In de Bijbel is de mens ontheemd. Vijf boeken lang gaat het over de reis naar het beloofde land, en komt men daar nooit aan. Die verplaatsing van volkeren kun je vergelijken met migratie en immigratie nu', zegt Doesburg. ‘Linksom of rechtsom zijn bevolkingsgroepen op drift. Toen ik in 1976 in Den Haag ging wonen, woonden er om de hoek twee Turken. Nu worden er - in dezelfde wijk -130 talen gesproken.'

Daaruit volgt het tweede thema, dat Doesburg met een zelfverzonnen term 'referentieloosheid' noemt. ‘Wie migreert verliest zijn houvast. Je moet je een nieuwe taal en nieuwe gewoontes eigen maken. Dat leidt tot identiteitsconflict; wie ben ik, waar hoor ik bij?' Hij hoeft zijn materiaal dus niet eens te actualiseren om het van nu te maken, zegt Doesburg. ‘De actualiteit perst zich door de verhalen heen.'

Het zoeken naar sociale houvast en identiteit is ook een belangrijk thema in Zie de mens van Arie de Mol. Hij brengt het verhaal rond de opkomst en ondergang van de leidersfiguur Jezus van Nazareth, maar zonder het goddelijke aspect. ‘Jezus is bij ons dus niet de zoon van God, maar gewoon een charismatische figuur waar mensen achteraan lopen. Ik wil me niet zozeer op hem concentreren als wel op zijn volgelingen: wat drijft hen? Zij zijn dolende figuren op zoek naar richting. Hun geloof geeft ze kracht; plotseling zijn ze deel van een groter plan. In die zin zie ik parallellen met bijvoorbeeld Syriëgangers.'

De Mol onderzoekt in Zie de mens ook het psychologische aspect van geloven. ‘Het is toch een vorm van zelfbedrog. De hemel grijpt niet in op het moment dat Jezus sterft, dus hij blijkt niet de zoon van God. En wat doen die volgelingen dan? Ze verzinnen de wederopstanding Want dat is het: verzinsel, of massapsychose. Dat vermogen van de mens om de ratio uit te schakelen om zijn geloof te kunnen behouden, is even krachtig als krankzinnig.'

Doesburg zat in zijn jeugd op rooms-katholieke scholen, maar noemt zichzelf niet-kerkelijk, niet-dogmatisch. De Mol is christelijk opgevoed, maar heeft het geloof achter zich gelaten. Toch zien ze allebei aspecten aan het geloof die in de westerse samenleving van nu node worden gemist. De Mol: ‘Als je geen kerk meer wilt, bouw dan ten minste een ideologische kerk. Werk aan de waarden van de beschaving, aan het vormgeven van de gemeenschap. Dat is natuurlijk veel minder sexy dan heldenverering en martelaarschap, maar hier geloof ik heilig in.' Doesburg: ‘Het verlangen naar iets wat groter is dan wijzelf kennen we allemaal. Maar dat kan ook op andere manieren worden bevredigd. Artistieke inspiratie kan soms bijna religieus voelen. In zekere zin zou het theater de plaats van de kerkdienst kunnen innemen. Ook het theater brengt morele dilemma's in kaart in een sociale context. Als een preek, maar zonder het moralisme. En het theater biedt de nu zo gemiste gemeenschappelijkheid. Een mooie première, een goed onthaal, op zo'n moment wordt iedereen - spelers en publiek - samen even opgetild.'

Interview Scènes februari 2015

Tegenwicht voor The Passion

Door Martin Hendriksma

Een heilige of gewoon een bijzonder charismatisch mens? Regisseur Arie de Mol begint als artistiek leider bij De Appel met een nieuwe voorstelling over Jezus. Of: wat kan geloven met je doen.

‘Ik dacht: wat is dit voor rare behoefte?', zegt regisseur Arie de Mol. Hij keek vorig voorjaar naar een tv-registratie van de razend populaire Passion: het leven van Jezus als laagdrempelig lijdensverhaal. Massaal meegezongen. ‘We hebben de kerk uit ons bestaan geknikkerd. Geen zin om in het weekend een paar uurtjes vrije tijd op te offeren door in een zaaltje te gaan zitten luisteren naar een dominee. Maar intussen zoeken we met z'n allen naar nieuwe vormen van houvast om onze angsten te bezweren, op het sentimentele af.' Het antwoord op die ‘rare behoefte' moet worden gegeven in Zie de mens. Een nieuwe Appelvoorstelling van De Mol, per 1 januari aangetreden als artistiek leider van de Haagse toneelgroep, en toneelschrijver Erik-Ward Geerlings. Het is een onderzoek, zegt De Mol, ‘naar wat geloven met je kan doen. In hoeverre kun je worden verblind door een overtuiging? Dat vind ik een spannend gebied omdat ik mezelf totaal niet kan voorstellen dat mensen bereid zijn hun leven voor hun geloof te geven. Ja, voor een politiek ideaal misschien. Maar niet voor een religieus doel.

'De Mol en Geerlings pakken hun onderwerp bij de bron aan: Jezus. Maar dan niet de persoon zoals hij later door de mensen is gemaakt. ‘Dankzij programma's als The Passion is het lijden van Jezus enorm uitvergroot', zegt Geerlings. ‘Hij gaf zijn leven voor ons, althans: dat hebben wij er in de afgelopen eeuwen van gemaakt. Het historische verhaal is: Jezus probeerde iets, het lukte niet, en hij werd vervolgens als een crimineel opgehangen. That's it.'

De Mol: ‘Ik kan ook geen voorstelling maken over een bovenmenselijke figuur. En ik wil er evenmin de zoveelste interpretatie over brengen. Het gaat mij erom wat er van Jezus overblijft als je alle heiligheid van het verhaal afroomt. Anders gezegd: als je de premisse van een door God gezonden persoon vervangt door die van een bijzonder en charismatisch mens. Jezus had ontegenzeglijk kwaliteiten waardoor mensen hem achterna liepen. Als regisseur wil ik de focus juist leggen op de mensen om hem heen. Hoe homogeen en fanatiek was die groep? En wat zochten ze in hem, of beter, in het leven?' Beide theatermakers geven aan overtuigd atheïst te zijn, maar het geloof is ze bepaald niet onbekend. Geerlings bezocht in Rotterdam de katholieke basisschool. De Mol groeide op in SGP-bolwerk Katwijk. Hij zegt: ‘Het dorp werd geregeerd door streng gereformeerden. Mijn ouders waren milder in de leer, maar wel zeer kerkelijk. In mijn jeugd was het geloof gewoon de waarheid, de pijler waarop alles was gestoeld. Ik heb me er echt aan moeten ontworstelen. Hoe meer afstand je ervan hebt genomen, hoe beter je naar het verhaal kunt kijken. Dan pas is er ruimte voor een volwassen, niet-gepreoccupeerde blik.'Ze merken dat het geloof nog steeds - of misschien: juist weer - een gevoelig onderwerp is. De Mol: ‘Een collega-theatermaker stond afgelopen zomer op het festival Cultura Nova in Heerlen met een voorstelling die ‘Rotgod' heette. Terwijl iemand ergens een affiche ophing, stopte er een auto, waar twee, drie jongens uitstapten, met messen. Als dat affiche niet meteen werd weggehaald, zouden zíj daar wel voor zorgen... De heropleving van religieuze waarden maakt het onderwerp precair.'

Wat willen ze bezoekers van Zie de mens straks meegeven? ‘Ik hoop dat atheïsten een mildere blik op het geloof krijgen', antwoordt Geerlings. ‘En fanatieke gelovigen ook.' De Mol: ‘Geloven moet niet ontaarden in het afschuiven van eigen maatschappelijke betrokkenheid naar een godsfiguur. Klaag niet als je zelf een deel van het probleem bent. Mijn boodschap zou dus zijn: wees je eigen rechter, je eigen messias. En laat je hart spreken.'

De Mol bij De Appel

‘Nee, er komt geen religieuze serie aan', lacht Arie de Mol, gevraagd naar zijn plannen met De Appel. ‘De titel van deze voorstelling, Zie de mens, was ook bij Toneelgroep Maastricht en Els Inc. al mijn motto. Ik richt mijn lens als theatermaker op de ploeterende mens en zijn verlangen naar houvast. Dat wordt ook bij De Appel het motto voor de komende jaren.' Net als de vorige artistiek leider Aus Greidanus wil De Mol bij De Appel lange voorstellingen blijven maken. ‘De marathons trekken veel mensen naar ons eigen Appeltheater in Scheveningen. Bovendien vind ik het fijn om lange, breed opgezette verhalen te vertellen. Het geeft rust en adem aan een voorstelling. Daarnaast denk ik ook aan een soort ‘festival' met meerdere voorstellingen en activiteiten rond één thema. Dat je daarbij het héle pand naar je hand kunt zetten, daar kijk ik enorm naar uit. Je ontvangt de mensen in jouw biotoop. Zo bouw je een heel persoonlijke relatie met je publiek op.'

Interview Statenkoerier maart 2015

Jezus woont in het Statenkwartier

Door Jacintha van Beveren

Het is wel erg bijzonder om in het Kicking Horse Cafe te zitten met Jezus. Dat overkwam mij begin februari, toen ik een gesprek had met David Geysen, die in het nieuwe stuk Zie de mens van Toneelgroep De Appel, Jezus speelt.

David woont in het Statenkwartier, komt oorspronkelijk uit Antwerpen, deed zijn toneelopleiding in Maastricht en bleef na een stage bij De Appel hangen. De eerste voorstelling waar hij aan meedeed was Salomé van Oscar Wilde in een vertaling van Gerrit Komrij. Daarna was hij in veel producties aan de Duinstraat te zien, zoals Odysseus, Blik, De goede mens van Sezuan, De storm, Tuin van Holland, Herakles, Casanova en recentelijk Metamorfosen.

David werkt nu 16 jaar bij De Appel, niet alleen als acteur, maar de laatste 10 jaar ook als regisseur. Een aantal regies van zijn hand zijn: Don Quichote, Het woud, Orgia, Ararat, Water (Tuin van Holland), Messen in hennen, Bacchanten, Prometheus (Herakles) en Schiller opus (Volle maan). Naast zijn werk bij Toneelgroep De Appel heeft hij bij diverse andere toneelgezelschappen geacteerd en geregisseerd, waaronder Jeugdtheaterschool Rabarber en Toneelgroep Bleu. Verder schrijft hij ook. Hij was de auteur en regisseur van de kindervoorstelling De drijvende stad in het decor van Casanova en hij schrijft ieder jaar de kerstproductie van Jeugdtheaterschool Rabarber. Verder zet hij zijn expertise in voor jonge theatermakers in Den Haag. Ik zit met een veelzijdig man aan tafel onder het genot van een cappucino.

Hij vindt het prettig wonen in het Statenkwartier. Dicht bij de zee, het gemeentemuseum en het GEM, waar het heerlijk toeven is op het terras met een goed boek, aangeschaft bij Paagman: "Ik moet eerlijk bekennen dat ik vrijwel nooit in het centrum van Den Haag kom. Alles is hier. Ik vind de programmering van het Gemeentemuseum en het GEM ook zo goed."

Blijkbaar is Toneelgroep De Appel erg populair. In februari zijn de laatste voorstellingen van Metamorfosen en als ik op de speeldata klik op de website, zie ik op alle data uitverkocht staan. David nuanceert dit een beetje: "In het begin van het seizoen was het minder druk bij Metamorfosen en nu kunnen we de stoelen niet aangesleept krijgen. Ondertussen repeteren we voor Zie de mens, een nieuw marathonstuk over het leven en de vervolging van de volgelingen van Jezus. De eerste regie bij De Appel van de nieuwe artistiek leider Arie de Mol, geschreven door Erik-Ward Geerlings." 

David was verrast toen hij hoorde dat hij de rol van Jezus ging spelen. Hij kreeg direct de beelden van Jesus Christ, Superstar op zijn netvlies. Hij noemt dat best lastig, dat iedereen al zo'n beeld heeft van Jezus en om daar dan een eigen vorm aan te geven. Het gaat hem meer om de filosofie van Jezus: "Je kunt de Romeinen met wapens bestrijden, maar waarom zou je ze niet omhelzen?"

Bij het ontstaan van het idee van Zie de mens, kon men niet bevroeden hoe actueel het onderwerp religie zou zijn tijdens de opvoering van het stuk. Vanaf 2 april te zien in het Appeltheater aan de Duinstraat. Apart is overigens dat het Nationale Toneel 10 dagen later in première gaat met Genesis in het Zuiderstrandtheater, zodat in Scheveningen zowel het oude, als het nieuwe testament worden opgevoerd.

Natuurlijk moeten wij het stuk in het Appeltheater gaan bekijken, omdat er een wijkgenoot in speelt, maar David heeft vast nog wel andere redenen waarom we moeten komen kijken? Hij noemt het een mooi en bijzonder stuk met het prachtige taalgebruik van Erik-Ward Geerlings. Hij vult aan: "Het leuke van een marathon is de sfeer, dat je urenlang met 300 mensen vertoeft als toeschouwer en met hen samen eet tijdens de 2 pauzes. Je kijkt naar het geploeter van de volgelingen van Jezus, die ik natuurlijk heel mooi ga spelen." Het stuk heet Zie de mens. De vraag is: waarom lopen mensen achter een ideologie aan? Hoe ontwikkelt zo'n ideologie zich? Kan het actueler?

Misschien dat u Jezus tegen komt op de Fred, maar u komt hem zeker tegen als u de komende maanden naar de voorstelling in het Appeltheater gaat.

Interview Den Haag Centraal maart 2015

Arie de Mol: 'Ik kan slecht tegen sentimentele geloofsbeleving'

Door Annerieke Simeone

Arie de Mol, voormalig artistiek leider van Toneelgroep Maastricht, verruilde dit jaar het glooiende Limburgse landschap voor de oneindige Scheveningse zee. Bij Toneelgroep De Appel voelt hij zich thuis. Volgende week heeft hij daar zijn Haagse regiedebuut: ‘Zie de mens', over de volgelingen van Jezus. Een persoonlijk thema, De Mol groeide zelf op in het diepgelovige Katwijk.

Nog maar twee maanden werkt Arie de Mol (1961) met de voor hem vrij onbekende acteurs van Toneelgroep De Appel aan zijn Haagse regiedebuut ‘Zie de mens', geschreven door Erik-Ward Geerlings, en het voelt meteen al goed. "Ik wist het van tevoren", zegt hij. "Er hangt historie om deze club heen. Ik ben een kind van de jaren zeventig, dat is deze club ook. Ze zijn begonnen in een mooie periode in Nederland, ze waren heel vrij, liepen voorop. Er was openheid, die lieve, ‘naïeve' instelling heeft De Appel nog steeds".

Achter in de lege foyer aan de Duinstraat heeft de voormalig artistiek leider van Toneelgroep Maastricht een plek gekozen waar het schemerlicht nog wat naar binnen schijnt. "Maar dat is niet de enige reden dat ik hier zit", zegt hij voordat hij een slokje van zijn bier neemt. "Ik moet oppassen wat ik zeg, maar goed, ik zeg het toch: ik heb zes jaar in Maastricht gewerkt, maar ik heb me nooit Limburger gevoeld. Dat kan ook niet, alleen al door de taal is er een enorme barrière tussen Limburgers en niet-Limburgers. Ik miste de ‘grote' wereld".

Het feit dat twee Limburgers zijn plek hebben ingenomen, verbaast hem niks. "Maastricht heeft gekozen voor Limburgers. Het bestuur heeft vroeger wel eens aan mij gevraagd om Limburgser te worden. Limburgse thema's, Limburgse verhalen, Limburgse acteurs. Die acteurs zijn er wel, maar die wonen in de Randstad. Daar zijn de groepen, de vrije producenten. Niemand gaat in Limburg wonen als je aan toneel doet, want daar is geen werk".

Het idee dat hij te ver in een uithoek zat, was niet de enige reden om Maastricht te verlaten. De Mol miste de zee. Met zijn blauwe ogen staart hij in de lege ruimte alsof hij over het water staart. "De zee geeft ruimte. Op vakantie ga ik altijd naar kustgebieden. Ik wil kunnen fantaseren over de overkant. Midden in het land is alles heel concreet, welke kant je ook opgaat. Ik hou van belemmering. Je kunt de zee niet in. Ja, je kunt er in verdrinken. De zee is een kwaad ding dat lokt". Desondanks piekert De Mol er niet over om zijn mooie grachtenpand in Schiedam te verlaten, waar hij zo fijn woont met zijn vrouw. "Schiedam, dat is ook zee voor mij. We hebben de Maas, de haven, de meeuwen. De zee is dichtbij".

Katwijk

De liefde voor de kust is geconsolideerd in zijn jeugd, in Katwijk, waar hij de eerste achttien jaar van zijn leven opgroeide, waar hij veel in de duinen rondstruinde en waar hij straks op de fiets naar zijn moeder zal rijden voor een kopje thee. Datzelfde Katwijk is de grondslag geweest van zijn nieuwe voorstelling. Op de flyer lezen we: ‘Zie de mens gaat over hoe mensen hun leven zin proberen te geven (...) Eerder dan het waarachtige leven van Jezus te vertellen, zoeken we naar hoe en waarom mensen zingevers worden. Sommige mensen inspireren. Hun ideeën en uitspraken geven ons nieuwe inzichten of stof tot nadenken. Jezus is zo'n mens'.

Wie De Mol een beetje kent, weet dat dit thema alles met hem te maken heeft. Hij werd opgevoed in een diepgelovig, protestants gezin. Tot zijn tiende ging hij mee naar de kerkdiensten, totdat hij het gevoel kreeg dat het niet zijn gemeente was. "Ik dacht: als dit de mensen zijn die in de hemel komen, dan weet ik niet of ik daar wel tussen wil zitten. En buiten dat vond ik het saai, in die protestantse kerken is natuurlijk niets te zien. Aandacht is er louter voor het woord. Voor een jong iemand is het..." Hij zoekt even naar de juiste woorden en zucht dan hoofdschuddend: "Nou ja, je kunt het gewoon niet maken". Hij nam afstand van het geloof, om, zoals hij zelf zegt, ‘er nog best wel veel van over te houden'. "De materie zit wel in mijn ziel, alleen, ik hou niet van instituten met regels, dan wordt het iets van mensen. In een kerk ga ik God niet zoeken. Ik bid ook niet, ik zou niet weten tegen wie. Wat moet ik verwachten, antwoord?"

Zijn ouders waren natuurlijk niet blij dat hij op zijn tiende besloot de kerk de rug toe te keren. De Mol heeft het gevoeld. "Er is niks ergers dan een afvallige. Kijk, iemand die niet weet dat het christendom bestaat, is ook zondig". Grote ogen opzettend: "Ja dat heb ik ook nooit begrepen. Maar dat is minder erg dan dat je van je geloof afstapt". Thuis werd er met geen woord over gesproken. "Mijn ouders waren geen mensen die me aan de haren meesleepten. Maar ik zag wel dat het mijn moeder pijn deed. Wat hebben wij dan verkeerd gedaan, vroeg ze dan".

Inmiddels is zijn moeder aan zijn keuze gewend, al denkt hij niet dat ze deze voorstelling gaat zien. De Mol: "Ze is waarschijnlijk bang, wat geheel onterecht is. Ik heb geen behoefte om te spotten met gelovigen". Grinnikend: "Er wordt weinig in gevloekt. Dat zou haar wel bevallen. Vroeger kwam mijn moeder na afloop naar me toe, dan had ze de vloeken geteld en zei ze alleen maar: vijf keer godverdomme, drie keer verdomme, twee keer Jezus".

Aus

De laatste jaren maakte De Appel onder regie van Aus Greidanus vooral marathonvoorstellingen, van vijf uur en meer. De Mol wil die succesformule zeker voortzetten. "Uit ons publieksonderzoek blijkt dat we daarmee veel publiek trekken". Over de reden waarom, moet De Mol even nadenken. Besmuikt lachend: "Lullig gezegd denk ik dat het iets te maken heeft met waar voor je geld krijgen". Daarna: "Maar het is natuurlijk ook een belevenis, een feest. Toneel met eten. Als je binnenkomt, heb je nog heel wat voor de boeg".

De voorstellingen zelf worden onder zijn regie wel anders. "Ik denk dat ik een wat persoonlijkere verhouding met mijn onderwerpen heb, Aus is meer van de beelden en gedeclameerd spelen, bijna uit jezelf treden. Ik hou erg van hyperrealisme, intens echt. Acteurs spelen bij mij geen rol, maar trekken het uit zichzelf".

De Mol werkt met het vaste Appelensemble, maar er komen ook nieuwe acteurs bij.

"Ik mis een jonge garde. En dat krijgen we ook te horen van subsidiënten: verjongen, verjongen! Dat neem ik serieus."

Het is geen geheim dat De Mol dan de voorkeur geeft aan acteurs met wie hij bekend is. "Ik ben erg loyaal en daarbij, ik hou heel erg van mensen die mij snappen. Elke regisseur heeft wel een paar acteurs die aan een half woord genoeg hebben". Dat wil hij ook graag met het Appelensemble. "Wat ik vanaf het begin heb gezegd: we gaan een paar jaar met elkaar werken en wees in godsnaam eerlijk. Ik heb niks aan iemand die denkt: ik vind er geen reet aan, maar ik heb lekker een vast contract. Ik heb een hekel aan mensen die blijven zitten uit veiligheid. Zeker in de kunst, dat is nooit een veilige haven. De Appel is een gesubsidieerde gezelschap, en daar moet je verantwoord mee om gaan.".

Sentimenteel

Nog even terug naar zijn huidige voorstelling. In ‘Zie de mens' zien we hoe Jezus anderen inspireerde tot zingeving. Maar de regisseur volgt het pad van de Bijbel niet. "Ik geloof niet dat hij de zoon van God is geweest. Dat hebben anderen ervan gemaakt. Ik geloof wel dat het een bijzondere jongen is geweest. 

Ik wil niet dat Jezus zegt: ‘Nu neem ik het over'. Integendeel, Jezus maakt ruzie met zijn neef Johannes. Het personage van Jezus krijgt vorm doordat-ie zich afzet tegen de Doper. De Doper is bijna de zwartekousenkerk, hel en verdoemenis. Heel zwart-wit: je hebt de goede en de slechte kant. Dat is wat in Katwijk werd gepredikt. De gemiddelde Katwijker zal vinden dat mijn voorstelling niet klopt, omdat het niet in de Bijbel staat. Maar anderen zullen het waarderen, want ergens in geloven neem ik heel serieus, ik waardeer mensen die een overtuiging hebben".

Daarna streng: "Wat ik debiel vind, is dat men de christelijke kerk overboord gooit. Hij trekt even een vies gezicht en nadat hij met zijn tong uit zijn mond lang ‘bleehhhh' heeft uitgebracht, vervolgt hij zijn relaas: "Het christendom uitlachen, niet meer naar kerken gaan, kerken dicht. Dat hebben we zelf gedaan. Prima, maar tegenwoordig staan we wel kaarsjes te branden en bloemetjes te gooien. Ik word er helemaal gallisch van. Ik kan zo slecht tegen sentimentele geloofsbeleving. Zoals bij de MH17, wat natuurlijk verschrikkelijk is, maar ik vond het ook verschrikkelijk wat er daarna gebeurde. Die rij auto's met bloemen en klappende mensen. Belachelijk!"

Hij slaat met zijn vuist op tafel. "Omdat je laat zien dat je in de kern heel gelovige aspiraties hebt. Als je een kaarsje aansteekt, dan geloof je dat het iets oplevert. Flauwekul. Het is zo Nederlands, een kerk is vervelend, want je moet anderhalf uur stilzitten, naar iemand anders luisteren, je mond houden, liedjes zingen die je niet leuk vindt. En 's avonds zit je stiekem omhoog te kijken, je handjes te vouwen en een kaarsje aan te steken. Of een bloemetje te gooien. Ik vind het sentimenteel, daarom geloof ik het niet. Ga dan naar de kerk, ga dan echt bidden aan de kant van de weg. Zing een psalm. Maar gooi geen bloem. Ik wantrouw die behoefte. Wat willen jullie nou? Daarom heb ik een voorstelling over geloven gemaakt".

"Jezus vind ik een radicaliserende figuur, hij weet dat de weg eindig is, hij weet dat hij in de gaten wordt gehouden, hij is een lastpak voor de Romeinen. En toch volgen mensen hem. Het achternalopen en blind vertrouwen op iemand of iets, dat zou ik niet doen in mijn leven. Alles wat radicaal wordt, verliest nuance uit het oog. Niemand heeft het gelijk aan zijn kont. Blijf nadenken, blijf reflecteren, blijf jezelf. Blijf in de spiegel kijken, zie jezelf, zie de mens".

Interview Trouw maart 2015

Arie de Mol over Zie de mens

Door Sandra Kooke

In de serie 'De Schepping' vertelt een kunstenaar hoe zijn werk tot stand kwam. Regisseur Arie de Mol brengt bij Toneelgroep De Appel het verhaal van Jezus in de voorstelling ‘Zie de mens'. 

‘Je gaat toch niet spotten, Arie.' Toen Arie de Mol - regisseur en de nieuwe artistiek leider van Toneelgroep De Appel - besloot het evangelie van Jezus op het toneel te zetten, wist hij dat hij moeilijk terrein betrad. Sommigen vreesden dat hij er de draak mee zou steken. Uit andere hoek voelde hij juist de scepsis die Jezus bij ongelovigen oproept.

"Het verhaal is besmet," zegt De Mol. "In tegenstelling tot bijvoorbeeld Hamlet heeft iedereen al een beeld van Jezus. Bij de een roept hij walging op, bij de volgende euforie en de derde heeft er niks mee. De lading die het verhaal meebrengt, maakt deze voorstelling extra spannend om te doen. Het is lastig om met al die verschillende verwachtingen om te gaan."

De Mol komt uit een protestants-christelijk gezin, maar is in de loop der jaren zijn geloof verloren. Zonder dat er afkeer voor in de plaats kwam. De Mol: "De zondagen in Katwijk waren saai en bedrukt. Als kind verveelde ik me en was ik kwaad dat ik niks mocht. Het idee van een god en een hemel vind ik tegenwoordig heel moeilijk. Maar ik ben wel ontvankelijk voor de vraag: waar komen we vandaan? Mijn antwoord? Ik weet het niet."

Niet geloven en toch voor je eerste voorstelling bij De Appel het verhaal van Jezus kiezen. Waarom?

"Mijn fascinatie voor Jezus is gebleven. Wat ik altijd mooi heb gevonden is dat Jezus je het onmogelijke oplegt. Kijk, de mens is een beest. En beesten hebben één leidend instinct: ze willen niet dood. Daarom zoeken ze voeding, warmte, willen ze winnen. Dat overlevingsmechanisme hebben we allemaal. En dan komt Jezus en zegt tegen ons: ‘vecht tegen je natuur. Wees niet jaloers, steel niet, pleeg geen geweld, maar keer je andere wang toe.' Ik waardeer zijn boodschap dat je geen genoegen moet nemen met de zooi die we ervan maken, maar naar iets hogers en beters moet streven. Hij wijst absoluut de juiste weg, maar niemand zal hem kunnen bewandelen. De boodschap is in diskrediet gebracht door het instituut kerk. De veel te lange preken, de trage liederen, de uitgestreken koppen. Maar in de kern is die boodschap absoluut de moeite waard."

De Mol is een grote, vriendelijke man met een aanstekelijk enthousiasme. Zijn positieve, open blik zorgt ervoor dat zijn uitgesproken kritiek op de westerse samenleving niet drammerig klinkt. Hij vindt echt dat we er een zooitje van maken.

"Ik ben blij dat de rol van de kerken en het CDA de afgelopen decennia kleiner is geworden. Dat alle religieuze regels - je mag niet roken, niet drinken, je kop niet boven het maaiveld uitsteken - weg zijn. Maar ..... er is niets voor in de plaats gekomen. De wereld is een speeltuin geworden waarin iedereen ongeremd zijn eigen verlangens mag najagen. Ik vind Nederland momenteel richtingloos. We hebben een waardenstelsel overboord gegooid, en wat zijn we dan nu? Kleuters, die bezit, schoonheid, comfort willen hebben. Het ontbreekt ons nu aan een hoger doel." 

"De kwestie is extra actueel omdat er een islamitische wereld is met een enorme overtuigingskracht. Daar hebben ze een gemeenschappelijk doel waarvoor jihadstrijders letterlijk hun leven wagen. De christelijke wereld kan daar niets tegenover zetten. Die heeft juist alle lijntjes uitgegumd. Wij hebben geen overtuiging waarvoor we ons voor de leeuwen laten werpen. Het zou mooi zijn als we onze dierlijke instincten opzij zouden kunnen zetten voor een hoger doel, een ideaal. Niet dat ik pleit voor bommen in een rugzak, hoor. Maar we zouden wel meer op de barricaden kunnen staan voor het behoud van onze waarden. 

"En dan sta je dicht bij Jezus en zijn volgelingen. Ik heb enorm respect voor de Petrussen en Paulussen, die alles opgaven en de wereld introkken om het Woord te verspreiden in vijandelijk gebied. En daarvoor te riskeren dat ze gekruisigd, gestenigd, voor de leeuwen gegooid werden."

"Als kind vond ik dat al iets onbegrijpelijks: visser Petrus - in zijn bootje op het Meer van Galilea aan het werk - die plotseling alles in de steek laat om Jezus te volgen. ‘Dus dat bootje liet hij achter,' vroeg ik dan aan mijn moeder. ‘Ja, dat bootje is hij kwijt,' antwoordde mijn moeder dan."

En zo beland je in het evangelie. Hoe ben je vervolgens aan dit project begonnen?

"Schrijver Erik-Ward Geerlings en onze twee dramaturgen Alain Pringels en Mart-Jan Zegers en ik hebben eerst het verhaal verkend. Er is veel over Jezus geschreven: allerlei interpretaties, de ontstaansgeschiedenis van de evangeliën, andere evangeliën, apocriefe boeken, theorieën over welk element er wanneer bijkwam. Een paar maanden lang kwamen we om de zoveel weken bijeen om dat te bespreken. Ja, als een soort bijbelclubje.

"Vanwege de kwetsbare materie hebben we ons afgevraagd of we de namen moesten veranderen. Zo'n Judas bijvoorbeeld, daar heeft iedereen al een beeld bij. Uiteindelijk hebben we de namen behouden, maar wel sommige dingen in het verhaal veranderd.

"Zo is Jezus bij ons niet de zoon van God. Want dan vind ik hem oninteressant worden. Ik kan daar niets mee. Bovendien vind ik het spannender om die uitspraak bij zijn volgelingen te leggen. Zij zeggen: hij is de zoon van God. Dat is een behoefte van mensen. Bij ons is Jezus degene die snapt waar alle menselijke confrontaties vandaan komen en die meent daar iets tegen te kunnen doen: dan komt hij met de boodschap om het dierlijke in ons te bevechten. Hij wordt uiteindelijk opgepakt omdat hij volgens de Romeinen te veel onrust veroorzaakt. Bij de tempelreiniging, als hij amok maakt - bij ons is dat een foutje, uit de hand gelopen geweld - wordt hij een subversief element."

Wat voor Jezus is het geworden?

"In elk geval geen zijen sok. Het is niet misselijk zoals hij soms tekeer kan gaan. Maar juist door zijn opwinding en irritatie ontdekt hij een remedie voor onze menselijke problemen. Het is een gevoelig, geëmotioneerd mens.

"Het was vrij logisch dat David Geysen Jezus zou spelen. Hij is een van de jongere mannen in het ensemble. Wat ik goed vind van David is dat het hem lukt van Jezus een mens te maken die veel van mensen verlangt zonder moralistisch te worden. Betweterigheid ligt hier op de loer.

Bij ons wil Jezus zich niet laten dopen door Johannes de Doper. Hij is het niet eens met de boodschap van angst voor het einde der tijden die Johannes predikt. Dat wordt een conflict. Daardoor uitgedaagd komt hij tot een eigen theorie over goedheid. Nee, zo staat het niet in de Bijbel. Bij ons heeft Jezus ook zijn gelijkenissen niet paraat. Die mooie zinnen als: wie zonder zonde is, werpe de eerste steen, ontdekt hij al zoekende. Zo houden we hem menselijk.

"Maar Jezus is bij ons geen hoofdpersoon geworden. Dat vind ik erg belangrijk. Het gaat vooral om de mensen om hem heen. De volgelingen. En om de behoefte van mensen om een messias, een goeroe te hebben. Mensen hebben behoefte aan een ideaal, een overtuiging. In dit stuk is ieder op zijn eigen manier daarnaar op zoek. En zo komen ze samen bij Johannes de Doper. Dat zij vervolgens radicaal worden en hun leven in de strijd gooien, dat maakt het stuk actueel."

Hoe vonden de acteurs het om in een evangelie te spelen?

"In het begin hoorde ik vaak dat het moeilijk was om een gelovige te spelen als je dat niet bent. Hoe doe je dat? Ik heb steeds gezegd: het mag nooit ironisch of sarcastisch worden. Vul het in met je eigen geloof in een ideaal of politieke overtuiging."

Zijn er tijdens het repeteren nieuwe inzichten over Jezus en zijn volgelingen gekomen?

"Dat niet zozeer. Wel is bij ons Maria, zijn moeder, steeds belangrijker geworden. In de Bijbel komt ze mondjesmaat aan bod. Bij ons werd ze een steeds dikkere hoofdlijn. Ze is een ongeruste moeder, die ziet dat haar zoon een gevaarlijke weg inslaat. Zo tonen we ook de schade die je aanricht met je geloofsijver. De moeders van de jongens die naar Syrië gaan om te vechten, maken dit ook door."

Is het stuk een poging om jihadstrijders te begrijpen?

"Ja, enerzijds wel. Maar anderzijds is dat te veel eer voor hen. Want ik moet niets hebben van extremisme. Maar die ongelijke strijd in overtuigingskracht: daar zit het voor mij in. Daar houdt het verband mee."

Veel mensen zullen dat heiligschennis vinden

"Dat vind ik zo klein. Het is een feit dat de volgelingen van Jezus zingend op een leeuw afliepen terwijl duizenden Romeinen op de tribunes zaten te schreeuwen. Dat deden ze op basis van iets dat hen kracht gaf. Datzelfde moet Mohammed Atta hebben gevoeld toen hij de Twin Torens invloog. Ik vind het klein als je zegt dat je dat niet mag vergelijken. De vergelijking is dat ze een overtuiging hebben op basis van een geloof zonder zekerheid. Dat je daarvoor de dood riskeert, daar zit het raakvlak. Christenen deden het om het christendom groot te maken, Natuurlijk was dat geen agressieve manier, maar hallo, wij hebben ook kruistochten gehad."

We hoeven dus niet bang te zijn voor spotten?

"Er zit geen spoortje spot bij mij. Ik merk dat mensen daar bang voor zijn. Ik beschouw Jezus als een mens, maar ik vind dat hij een hele sterke boodschap heeft. Ik ben de laatste die behoefte heeft daarmee te spotten."

Toneelgroep De Appel speelt Zie de mens van 2 april tot en met 31 mei. De voorstelling duurt vier uur en een kwartier zuivere speeltijd, zoals gewoonlijk aangevuld met gezamenlijk eten in de pauzes.

Interview De Volkskrant april 2015

Bijbeltheater 

Door Vincent Kouters 

De bijbel is mij nooit voorgelezen. Als kind van atheïstische ouders kwam ik niet in aanraking met de verhalen over Adam en Eva, Noah en zijn ark, Jakob en Jozef of, natuurlijk, Jezus van Nazareth. Die verhalen vormden de basis van een religie en die religie was verderfelijk. Oké, duidelijk. 

Bijzonder is dat niet. ‘Ongelovigen halen de gelovigen in', kopte Trouw onlangs. Volgens het laatste onderzoek zijn er nu meer mensen die niet (25%) in god geloven dan wel (17%). De overige 58% denkt dat er ‘iets' is, maar weet niet wat.

Desondanks is de bijbel weer populair als inspiratiebron voor kunstenaars. Guus Kuijer bijvoorbeeld is bezig aan zijn succesvolle serie De Bijbel voor ongelovigen, waarin Eva openlijk oppert dat God ‘misschien' wel een verzinsel is van de mens. Als dat zo is, wat hebben die oerverhalen ons dan nog te zeggen?

Het theater blijft niet achter. Deze maand gaan twee seculiere bijbelvoorstellingen in première, toevallig allebei in Den Haag. Het Nationale Toneel komt met een bijna integrale opvoering van Genesis. En Toneelgroep de Appel met Zie de mens, een bewerking van de evangeliën, ofwel het levensverhaal van Jezus van Nazareth. Hoe bewerk je de bijbel voor een zaal vol ongelovigen?

Genesis - Sophie Kassies

‘Net zoals ieder ander boek dat ik bewerk. Eerst lees ik het en vervolgens stel ik mezelf de vraag: van welke thema's in dit verhaal krijg ik nou een stijf piemeltje? Daar ga ik dan mee aan de slag.'

Sophie Kassies (56) werkte Genesis, het eerste boek van de bijbel, om tot een toneeltekst voor regisseur Johan Doesburg. Die loopt al sinds 1997 met het plan om iets te doen met de verhalen uit het oude testament. 

Nu Doesburg afscheid neemt als regisseur bij het Nationale Toneel gaat het er eindelijk van komen: Genesis. Ofwel de verhalen over onder andere Adam en Eva, Noach en zijn ark, Abraham die zijn zoon moet offeren en Jakob en Jozef, die door zijn broers in een put wordt gegooid. Dit alles in het nieuwe Zuiderstrandtheater in Scheveningen, met uitzicht op de zee en de Hollandse lucht. Voor die onvervalste oudtestamentische ervaring. 

Kassies bewerkte al eerder boeken voor Doesburgs toneel, zoals De graaf van Monte Cristo van Alexandre Dumas en De prooi van Jeroen Smit, maar een bijbelboek was andere koek. Ze noemt zichzelf ‘atheïst' en ‘humanist'. Toch was ze niet onbekend met het materiaal. ‘Mijn vader kwam uit een gereformeerd milieu en brak daar later heftig mee. Maar wij kwamen vaak bij opa en oma en dan werd er natuurlijk uit de bijbel gelezen. Die tale Kanaäns is mij niet vreemd.'

Religie interesseert haar niet. Het gaat haar als toneelschrijver puur om de verhalen en de personages. En ja, natuurlijk heeft ze ontzag voor het feit dat deze duizenden jaren oud zijn, drie monotheïstische godsdiensten hebben voortgebracht en ons denken fundamenteel hebben beïnvloed. Allemaal waar, maar toch ze heeft het recht voorbehouden Genesis naar haar hand te zetten. ‘Ik ben toneelschrijver, geen dominee', zegt ze. ‘Ik mag kritiek leveren.' 

Eerst is ze op zoek gegaan naar een personage met een beetje menselijkheid, geen sine cure in Genesis. Ze kwam uit bij Jakob, de kleinzoon van Abraham. Jakob (in de voorstelling gespeeld door Dries Vanhegen) fungeert als een soort verteller, een rode draad. ‘Jakob is zoals ik ben. Hij twijfelt, hij is bang, hij belazert de boel, hij heeft een totaal vage ontmoeting met god. Daar kan ik wat mee.' 

Aan het einde botst Jakob hevig met zijn zoon Jozef. Die is, nadat hij uit die put is verlost, in de stad gaan wonen en een moderne man geworden. Iemand die zichzelf opnieuw heeft vormgegeven. En dat is iets heel anders dan ‘kind van god' zijn, zoals zijn voorvaderen dat waren. Met name Abraham en Noach, extremisten van het zuiverste soort, die desnoods hun kinderen offeren voor een geloofsovertuiging.

Die botsing tussen individu en idealisme is een cruciaal thema in Kassies' bewerking en raakt volgens haar aan de ‘waardencrisis' waarin wij nu verkeren: ‘Wij worden geconfronteerd met mensen die geen been zien in een heilige oorlog. Kinderen reizen af naar Syrië om daar anderen te onthoofden. Daarop hebben wij geen antwoord. Net als Jakob en Jozef moeten wij ons nu afvragen wat we van waarde achten.' 

Een ander dingetje dat Kassies per se wilde behandelen is de rol van de vrouwen in Genesis. Nagenoeg afwezig zijn ze. Noach heeft een vrouw, maar niemand weet haar naam. Daar maakt ze in haar tekst een running gag van. Er is een voedster, Deborah, waarvan enkel vermeld wordt wanneer ze wordt begraven. Kassies: ‘Onzin natuurlijk. Die vrouwen hebben veel meer betekend. Ik ben zo vrij geweest dat te corrigeren. Het is ook erg handig om wat vrouwen in dit verhaal te hebben, want die kan ik heel goed kritiek laten leveren op die o zo mannelijke god.'

Die god leverde trouwens nog wel hoofdbrekens op, want hoe in godsnaam laat je god zien in het theater? 

Eerst had ze hem gewoon als personage in de tekst geschreven, later veranderde hij in een tentje -‘Zo'n lastentje dat je wel eens op straat ziet, snap je wel?' Maar god had tekst, dus hoe losten ze dat op? Doesburg dacht aan een stem uit de lucht. Kassies gruwelt er nog van. 

Uiteindelijk is de tekst van god verdeeld over meerdere acteurs, die praten in de indirecte rede. Kassies: ‘Zodat je in taal voelt dat hij een bedenksel is.'

Fragment Genesis: MRS. NOACH Waarom denk jij alleen in uitersten, God? Dat krijg je als je te groot bent. Bij jou is alles of-of. Of koud of heet. Waarom niet ijzig, koud, kil, fris, zacht, warm, heet, gloeiend? Jij snijdt alles in tweeën. Jij bent een God van de scheiding. Meteen bij de Schepping al. Het licht van het donker. Ik hou van de schemering.

Zie de mens - Erik-Ward Geerlings

‘Als je compleet achterwege laat dat Jezus de zoon van God is, als je hem kortom bekijkt als een gewoon mens, dan blijken die evangeliën opeens heel actuele morele vertellingen.'

Erik-Ward Geerlings (51) kreeg van regisseur Arie de Mol de welhaast onmogelijke taak om van het nieuwe testament een toneelstuk te maken. 

Een theatermarathon van vijf uur had De Mol in gedachten. Sinds januari is hij de nieuwe artistiek leider van Toneelgroep De Appel. Hij wilde daar beginnen met een statement, een waagstuk. Bam! De bijbel. 

Geerlings bewerkte eerder al een paar grote verhalen voor De Mol, zoals De broers Karamazov van Dostojevski en De Decamerone van Boccaccio, maar dit was ‘een monster'. Hij verloor zich in eerste instantie in research. Stapels boeken over het leven van Jezus van Nazareth las hij. Vuistdikke studies die de historische Jezus van de mythe trachtten te onderscheiden. Hij onderging films als The Passion of the Christ, van Mel Gibson. ‘Een afschuwelijke, extreemrechtse film. Maar belangrijk om gezien te hebben.' Ten slotte veegde De Mol de stapel boeken van zijn bureau en dwong hem om te beginnen, daarbij toevoegend: ‘We zouden het toch juist niet over Jezus hebben.'

Want dat was het uitganspunt. Zie de mens, gebaseerd op de vier evangeliën van het Nieuwe Testament, zou gaan over de volgelingen. Het zou vooral niet de zoveelste interpretatie van de persoon Jezus worden. De discipelen die hem adoreren, zijn moeder Maria die hem zoekt, de overheden die hem opjagen, allemaal willen ze iets van hem. Maar dat volgen heeft een prijs. Zie de mens toont de schade van het volgen: de breuklijnen die tussen families en vrienden ontstaan als gevolg van een ideaal.

‘Jezus en zijn volgelingen ondernemen oprechte pogingen om de mensen en hun gedrag te veranderen', zegt Geerlings. ‘Dat is het ideaal. Maar dat zie je ten onder gaan aan realpolitik. Dat is de tragedie van het stuk. En ook van de huidige tijd.'

Ze vertellen dus niet het passieverhaal, benadrukt hij, zoals dat deze dagen rond Pasen veelvuldig te zien is. Het verschil is dat de passie over de lijdensweg gaat: de ondervragingen, de geselingen, de kruisgang. ‘Dat laten wij allemaal weg. Ons verhaal stopt ook vrij abrupt bij de dood van Jezus. Over een wederopstanding doen we geen uitspraken.'

De passies hebben als doel de mythe uit te vergroten. Door Jezus en zijn lijden op te hemelen, krijgt hij een bovenmenselijke statuur. ‘Dat is nu net niet ons doel. Onze Jezus loopt als een scheermes de wereld in. Hij is radicaal naïef. Niemand weet wat ze met hem aan moeten. Iedereen projecteert daarom zijn verlangens en ideeën op die figuur.' 

‘De voorstelling doet geen uitspraken over godsdienst.' zegt hij. Daarom heeft hij het verhaal ‘schoongemaakt', ontdaan van iedere verwijzing naar een god die alle antwoorden heeft. De belangrijkste parabels zitten er wel in, zoals die over de eerste steen en de andere wang toekeren. Maar dan geloofwaardig gemaakt voor de huidige tijd.

En Jezus zelf (gespeeld door David Geysen) is een twijfelende Jezus. Hij vraagt zich af of hij een fout heeft gemaakt door geweld te gebruiken tijdens de tempelreiniging. Hij is niet bezig met tactiek, enkel met hoe hij vindt dat mensen zich moeten gedragen. Hij twijfelt aan zijn filosofie - ‘Dus geen religie, maar filosofie.' - en uiteindelijk komt hij tot de conclusie dat we geen god nodig hebben, maar dat de mensen op eigen kracht volwassen moeten worden. ‘Hij heeft het zelfs over een lege hemel. Hij is dus een atheïstische Jezus.' 

Een kwestie die naar boven kwam was: Wat doen we met de wonderen? Wel of niet tonen? De wonderen dragen bij aan de mythologisering van Jezus. Dus toch maar niet. Zo lijkt een van de volgelingen genezen te zijn door Jezus, maar later zet ze daar zelf vraagtekens bij: ‘Hij heeft mij genezen, of heb ik dat zelf gedaan?'

Geerlings: ‘Onze tijd vraagt om een humane Jezus, geen goddelijke.'

Fragment Zie de mens:

SUSANNA Geloof jij Jezus soms niet?

JUDAS Ja - maar niet blind.

MAGDALENA Jij kunt niet alles zien wat Jezus ziet.

JUDAS Wat ziet Jezus dat wij niet kunnen zien? We zijn een beweging - geen religie. Of draait alles hier om hem? Wie denkt hij dat hij is?

Interview AD Haagsche Courant april 2015

Zie de mens/Genesis 

Is het toeval of niet dat er twee Bijbelse theatermarathons tegelijk spelen in Den Haag? De Appel verdiept zich in de groep rond Jezus van Nazareth, het Nationale Toneel speelt Genesis. 

Door Nico Heemelaar

Toneelgroep De Appel bijt komend weekeinde de spits af met - heel; toepasselijk - op Eerste Paasdag de première van het stuk Zie de mens. Het is een ruim vier uur durend stuk over Jezus en dan vooral zijn volgelingen. Het Nationale Toneel gebruikt het bijbelboek van Genesis als uitgangspunt voor een eveneens lange theateravond. Het zijn niet zozeer de religieuze thema's die uit de stukken spreken, maar het gaat vooral om de symboliek en de vertaling naar eigentijdse vraagstukken als schuld, verering, boetedoening, zingeving, menselijk handelen en al dan niet uitverkoren zijn. De regisseurs van beide gezelschappen mikken allebei op het breedst mogelijk publiek. Want of je nu gelovig, agnostisch of atheïstisch bent, voor iedereen valt er wat te halen en niemand zal zich aangevallen voelen.

,,We hebben zeker contact met elkaar gezocht toen bleek dat zowel wij als het Nationale Toneel bezig waren met een grote productie rond een bijbels thema,'' zegt Arie de Mol van Toneelgroep De Appel. ,,Wij hebben ons eigen theater in Scheveningen, het Nationale Toneel maakt voor zijn voorstelling gebruik van het Zuiderstrandtheater, toevallig ook in Scheveningen. Ik denk dat we elkaar eerder versterken dan dat we elkaar in de weg zitten. Wij brengen het Nieuwe Testament en op tien minuten rijden vind je het Oude Testament. Mooier kan eigenlijk niet.''

Er zijn meer parallellen, want in beide gevallen is de bezoeker een dikke vijf uur onder de pannen, inclusief pauzes waarin een maaltijd wordt geserveerd. Zowel Zie de mens als Genesis is slechts op één plek te bewonderen en gaat niet het land in.

Verschillen zijn er ook. Zo is Zie de mens de eerste regieklus voor de nieuwe artistiek leider van De Appel Arie de Mol en betekent Genesis juist het afscheid van Johan Doesburg als boegbeeld van het Nationale Toneel. Na deze 50ste regieklus voor het Nationale Toneel gaat Doesburg freelancen. ,,Hoe mijn toekomst eruitziet, staat nog volledig open, misschien open ik wel ergens een tweedehands boekenwinkeltje,'' zegt hij. ,,Ik ben er trots op heel veel voor Den Haag te hebben mogen doen en hoop zeker nog iets voor de stad te mogen betekenen.''

Arie de Mol is op 1 januari begonnen bij De Appel. Hij leerde de groep voor het eerst kennen toen hij in zijn schooltijd vanuit zijn woonplaats Katwijk een bezoek aan een voorstelling bracht. Hij was overdonderd. De Mol: ,,Het is prachtig om zoveel jaar later hier te mogen werken. De Appel is een uniek gezelschap onder andere omdat het zijn eigen theater heeft. Het gezelschap hoeft het land niet in, de bezoekers komen zelf van heinde en verre naar het Appeltheater. Daardoor kun je unieke projecten verwezenlijken zoals mijn voorganger Aus Greidanus vorig jaar heeft gedaan door voor het stuk Casanova het theater onder water te zetten. De Appel ligt ongeveer net zo ver van zee als mijn ouderlijk huis in Katwijk. Met dat bijzondere gegeven wil ik meer doen. Vijf uur in een theater zoals bij dit stuk is best een hele zit. We wisselen dat af met een maaltijd en dessert, maar het zou nog mooier zijn als bezoekers van buitenaf de theaterervaring combineren met een dagje Scheveningen. Dit najaar gaan we Op hoop van Zegen doen van Herman Heijermans. Je zult de zee gaan ruiken in het theater en het echte decor van de voorstelling ligt op loopafstand.''

Johan Doesburg maakt in Genesis nu al gebruik van de nabijheid van de zee. ,,We hebben het hier over het scheppingsverhaal met alle natuurlijke elementen,'' zegt hij. ,,Het Zuiderstrandtheater werd ons aangeboden als locatie voor deze bijzondere productie. Wat is er mooier om juist bij een voorstelling als deze in de pauze even naar buiten te lopen en het water in al zijn echtheid te beleven?''

Met zijn jeugd in Katwijk is de invloed van de kerk Arie de Mol met de paplepel ingegoten. ,,Mijn ouders zijn Nederlands hervormd, maar behoorlijk vrijzinnig,'' zegt hij. ,,Ik ben grootgebracht met metaforen en parabels, put ook veel kennis uit de bijbel en geloof in verhalen rond morele dilemma's. We hebben in de westerse maatschappij onze religie overboord gezet. Wat ervoor in de plaats is gekomen is verre van zaligmakend. We leven in een materialistische cultuur gebaseerd op groei. Stilstand staat tegenwoordig gelijk aan achteruitgang. Dat er toch behoefte aan rituelen en houvast is, zie je bijvoorbeeld terug in de manier waarop de slachtoffers van de MH17 zijn herdacht. Het is dan ook niet zozeer de figuur van Christus die mij boeit, maar vooral de entourage daaromheen. De expliciete elementen uit de bijbel, zoals de kruisiging van Jezus, zijn in deze voorstelling achterwege gelaten. Interessanter is het vraagstuk hoe machthebbers reageren wanneer zich iemand aandient met een grote schare volgelingen. En hoe wordt binnen die groep volgelingen weer gereageerd wanneer de leider in hun ogen niet ver genoeg gaat in zijn standpunten.''

Ook voor Johan Doesburg - geboren katholiek - staat de symboliek van de verhalen van Genesis boven de religieuze betekenis. ,,Het Oude Testament is een heel theatraal boek. het materiaal rijk en toch is er gek genoeg zelden iets mee gedaan in het theater,'' zegt hij. ,,Alle componenten van ons dagelijks bestaan komen erin terug. Het reizen, het voortdurend verplaatsen - denk aan Noach of de weggestuurde Adam & Eva- conflicten, dilemma's, zoektochten naar het beloofde land en het uitverkoren zijn. Genesis zit in ons DNA. We leven in een tijd van ontkerking, maar de behoefte van zingeving blijft. Voor de een is yoga een religieuze beleving, voor de ander theater. Als de kerken gesloten worden, dan maak ik er theater van. In 2006 heb ik met het Nationale Toneel de Oresteia gedaan in de leegstaande kerk naast het Circustheater. Met een bijbels thema in een theater dat toch ook weer een locatievoorstelling is, maak ik de cirkel rond.''

Strandkrant april 2015

Arie de Mol wil bestaande vooroordelen doorbreken 

Door Eileen Bosman

'Cultuur heeft een helende werking'

Sinds januari heeft Arie de Mol de artistieke leiding overgenomen van Aus Greidanus bij Toneelgroep De Appel. De Mol, zelf opgegroeid in vissersdorp Katwijk, is blij met zijn positie bij De Appel in Scheveningen en is trots deel uit te mogen maken van een bijzondere club die naar eigen zeggen bijna een familie is. Hij hoopt met de komende toneelstukken een breed publiek te trekken en bestaande vooroordelen over theater te doorbreken. "Ik heb een broertje dood aan elitaire kunst, dat predicaat wil ik niet."

"Ik kende De Appel natuurlijk al wel, maar ik zou liegen als ik zou zeggen dat het mijn droom was om hier ooit te werken, want ik had altijd een eigen gezelschap", vertelt De Mol in alle eerlijkheid, terwijl hij aan een van de tafels in de foyer zit. Dezelfde foyer die ooit de stal was voor de paarden van de Haagse tramremise en qua uitstraling nog steeds die historie ademt. Her en der werken wat mensen druk aan het decor voor de theatervoorstelling ‘Zie de mens', die op eerste paasdag in première gaat. Dat is een marathon voorstelling van vier uur, met diner, over het leven van Jezus van Nazareth. Een verhaal waar de geboren Katwijker altijd al iets mee wilde doen. "Mijn jeugd is doordrenkt geweest met dit verhaal. Bij De Appel heb je de mogelijkheid om zo'n grote voorstelling te maken. Het heeft een eigen huis en dat geeft een enorme vrijheid. Normaal gesproken maakte ik iets en dat moest ik verkopen aan theaters. Hier ben je baas in eigen huis, dat is uniek. De Appel heeft een autonome plek in het theaterveld."

Actuele historie

Voor De Mol is het belangrijk dat een stuk verband houdt met de actualiteit. ‘Zie de mens' gaat dan wel over een eeuwenoud verhaal, maar religie speelt tegenwoordig weer een dusdanig grote rol in het dagelijks leven dat dit volgens de artistiek leider het juiste moment is om ‘Zie de mens' te lanceren. "De strijd tussen de Islam en het westen beheerst de kranten. Het verzetten tegen een orde, radicalisering, een grote omwenteling voor ogen hebben of het terug vinden van morele waarden, zijn allemaal zaken die nu ook spelen. De grondslag is een religieus stelsel en de vraag of God wel of niet bestaat. Zo ja, hoe nederig stel je je dan op als mens?"

Op vijf april, eerste paasdag, gaat de voorstelling in première en speelt tot en met mei, om vervolgens in oktober weer verder te gaan. In juni zal er met ‘Zie De Appel buiten' een route langs drie locaties zijn waar kleine stukken opgevoerd worden. Eind van dit jaar brengt De Mol een typisch vissersverhaal naar de bühne. ‘Op Hoop van zegen', voor velen verplichte kost op de middelbare school, zal zich afspelen in het Appeltheater. "Komt weer dat dorp van mij door, want ook dit is echt mijn verleden. Niet direct natuurlijk,maar ik ken genoeg mensen die een broer, oom of vader hadden die niet zijn terug gekomen van de haringvangst. Dat zijn diepgewortelde emoties in de samenleving, zeker toen de schepen kwetsbaarder waren, zoals in de tijd van ‘Op hoop van zegen'. Het waren met name vrouwen, kinderen en bejaarden die achterbleven. In die zin leken al die kustplaatsen op oorlogsgebieden, waar de achtergeblevenen wachtten tot de mannen veilig terugkeerden. Die onzekerheid speelt in de wereld van nu ook nog, overal waar oorlog is. De anekdote van het stuk is historisch, maar het onderwerp is universeel."

Met ‘Op Hoop van zegen' vertelt Toneelgroep De Appel het meest bekende verhaal van Heijermans. Iedereen kent de legendarische uitspraak ‘de vis wordt duur betaald' en met dit stuk wil De Mol duidelijk maken dat De Appel er ook voor de Scheveningers is. Sowieso is de artistiek leider een fan van Heijermans, de schrijver die zo dicht bij het volk staat, zich volledig verdiept in de wereld van de karakters in zijn verhalen en feilloos spreektaal weet te vatten in schrift. "Zo kom je veel dichter bij de kern en spreektaal werkt in het theater", vindt De Mol. Hij vervolgt lachend: "We praten lang niet allemaal netjes. Ik vind het nooit raar als iemand slordig spreekt, maar denk wel bij iemand die heel afgemeten praat, ‘stel je niet zo aan'!"

Theater is een belevenis

"Ik wilde iets met Scheveningen doen", gaat De Mol verder als hij vertelt over hoe hij een breder publiek naar het theater probeert te krijgen. Hij wil de mensen aangenaam verrassen en de drempel van het theaterbezoek verlagen. "Door een divers aanbod te bieden, wil ik alle type bezoekers binnen hebben. Ik ben een groot liefhebber van toneel en ik vind dat iedereen het verdient om een mooie voorstelling binnen zijn belevingswereld te krijgen."

"Als je iets maakt voor de massa, krijg je ook alleen maar de massa binnen. Wij maken ook moeilijkere dingen, die minder evident zijn. We graven diep op inhoudelijk gebied. Daar hoef je echt niet vies van te zijn, want we zorgen wel dat het pruimbaar is!" De Mol benadrukt dat diepgang niet betekent dat humor geen grote rol kan spelen. Het één sluit het ander niet uit. "Diepgang hoeft niet meteen zwaar te zijn, daar kun je best bij lachen. Voor mij is het spannend om mensen binnen te halen die niet zo geneigd zijn cultuur te absorberen en zo langzaam de vooroordelen weg te poetsen."

Preventieve kunst

Er bestaan niet alleen vooroordelen over het vermeende elitaire karakter van theater kunst,maar ook over de noodzaak ervan. De Mol is ervan overtuigd dat theater, en cultuur in het algemeen, gezond voor ieder is. "Net als dat je preventief je bloeddruk laat meten, is het ook goed om preventief je geest en ziel gezond te houden. Kunst is daar een middel voor. Die helende werking wordt onderschat. Bij bezuinigingen is cultuur het eerste waar men van zegt dat we dat niet nodig hebben, maar dat is niet zo. Al die emoties en fantasie die cultuur losmaakt hebben zowel de samenleving als het individu nodig."

Met mooie, aansprekende en bijzondere producties wil De Mol tot alle lagen van de samenleving doordringen door het publiek aangenaam te verrassen. "Mensen zeggen vaak dat theater niets voor hen is, terwijl ze nog nooit een toneelstuk hebben gezien. Zet één keer die stap, ga tegen je zin in naar het theater. En je zal worden verrast. Saai wordt het hier namelijk nooit."

Theatermaker september 2015

DE GROTE VERHALEN IN HET BIJBELTONEEL
Twee bijbelbewerkingen als marathonvoorstelling gingen vorig seizoen in dezelfde maand in dezelfde stad in première. Genesis van het Nationale Toneel rijmde opvallend met Zie de mens van Toneelgroep De Appel. 'Religie is terug in het theater', werd her en der al gefluisterd en de Koninklijke Nederlandse Akademie voorwetenschappen (KNAW) wijdde direct een eendaags symposium aan het thema Theater en Religie.
DOOR SARA VAN DER KOOI

Het afgelopen seizoen waren er vele voorstellingen met religie als onderwerp. Er was het opzienbarende Als ik de liefde niet heb van Marjolijn van Heemstra en priester Remy Jacobs bij het Ro Theater, dat eigenlijk vooral ging over het corrupte systeem binnen de katholieke kerk. Choreograaf Samir Calixto maakte bij Korzo Producties Paradise Lost, naar John Miltons gedicht over de zondeval. In Het geloof van Leiden ging het Leidse gezelschap PS Theater op zoek naar 'houvast en nieuwe manieren van samenleven'. In Pollefee zetten het Nationale Toneel en NTjong een meisje centraal dat tussen twee culturen en geloven in opgroeide. Theatergroep Suburbia kwam eind augustus met Judas, een nieuwe tekst van Lot Vekemans over Judas' beweegredenen om Jezus te verraden. En dan was er natuurlijk nog die grote christelijke voorstelling: de vijfjaarlijkse Passiespelen in Tegelen, waarin het lijdensverhaal van Christus wordt verbeeld door een grote groep amateurspelers. Het hele dorp wordt betrokken bij een meeslepend schouwspel dat vijf jaar geleden nog ruim 46 duizend bezoekers trok en dat inmiddels is uitgeroepen tot immaterieel erfgoed. Opmerkelijk was dat Jezus in deze mega-productie dit jaar werd gespeeld door een moslim. De twee producties die het meest in het oog sprongen waren echter twee marathonvoorstellingen uit Den Haag: Zie de mens van Toneelgroep de Appel en Genesis van het Nationale Toneel. Dat beide waren gebaseerd op een Bijbelboek vormde de belangrijkste aanleiding voor de suggestie dat religie terug zou zijn in het theater.

SECULIERE KUNST
Dit wierp de vraag op of theater in onze tijd nog religieus kan zijn en in hoeverre bovengenoemde voorstellingen daadwerkelijk over religie gingen. In 2003 wees Kees Vuyk, filosoof en destijds directeur van het Theater Instituut Nederland, in een lezing over politiek geëngageerd theater op de interessante relatie tussen theater en religie. Zowel in de Griekse oudheid als in de Noordwest-Europese middeleeuwen ontstond theater vanuit religieuze riten. Maar het belang van theater als kunstvorm nam in de loop der eeuwen toe naarmate het mythologische en religieuze denken afnam. 'God speelt in de toneelkunst vanaf het begin een opvallend geringe rol. Toneel is een seculiere kunst', aldus Vuyk. Tijdens een eendaags symposium dat de Koninklijke Nederlandse Akademie voorwetenschappen (KNAW) in april dit jaar wijdde aan het thema 'theater en religie' kwamen de aanwezige wetenschappers niet veel verder dan een gelijkaardige observatie. Tussen godsdienst en theater bestaat een band: de (Rooms-Katholieke) liturgie heeft een sterk theatraal karakter en zowel in de kerk als in de schouwburg wordt van de aanwezigen een suspension of disbelief gevraagd. Maar er zijn ook grote verschillen: theatermakers zien het als hun plicht om lastige kwesties te adresseren en hun publiek af en toe te prikkelen en te irriteren, iets wat voor geestelijken niet of nauwelijks geldt.

FAMILIEGESCHIEDENIS
Het contrast met de traditionele Passiespelen maakt duidelijk hoe seculier Zie de mens en Genesis zijn. De Bijbel blijkt een onverminderd grote inspiratiebron voor theatermakers, maar theatermakers zoeken er niet naar devotie, penitentie of exaltatie, eerder naar een goed verhaal. Bewerkster Sophie Kassies vertelde in een interview in de Volkskrant hoe ze de bewerking van het Bijbelboek Genesis aanpakte: 'Net zoals elk ander boek dat ik bewerk. Eerst lees ik het en vervolgens stel ik mezelf de vraag: van welke thema's gaat mijn hart sneller kloppen? Daarmee ga ik aan de slag.' Kassies maakt kortom geen onderscheid tussen een Bijbelboek of een roman. Vanuit haar functie als toneelschrijver mag ze bewerken en kritiek leveren, vindt ze. En dus plaatst ze (komische) kanttekeningen bij de ondergewaardeerde rol van de vrouw in de Bijbel en maakt ze inzichtelijk hoe thema's als ontheemding, het zoeken naar een eigen plek en eigen identiteit nog altijd actueel zijn. In de voorstelling zelf lijken die kanttekeningen toch wat naar de achtergrond verdwenen. Genesis is vooral een luchtige rondleiding door de Bijbel, een boekbewerking die drijft op herkenning van dit verhaal dat bij (het grootste deel van) het publiek in het culturele DNA zit. Kassies noemt de botsing tussen individu en idealisme een cruciaal thema in haar bewerking en verbindt dat aan de waardencrisis van onze westerse maatschappij: 'We worden geconfronteerd met mensen die geen been zien in een heilige oorlog. Kinderen reizen af naar Syrië om daar anderen te onthoofden. Daarop hebben wij geen antwoord.' In de voorstelling zelf blijft dit thema, net als andere actuele thema's, wat onderbelicht. Het is vooral een familiegeschiedenis, een vertelling over mensen. Herkenbaar, invoelbaar, grappig en meeslepend. Regisseur Johan Doesburg geeft in interviews over Genesis aan dat hij 'Grote Verhalen' wil vertellen. Kennelijk bedoelt hij de term niet zoals de Franse filosoof Jean-Frangois Lyotard hem introduceerde, namelijk min of meer als synoniem voor 'ideologieën' maar meer in de zin van 'thema's die voor onze samenleving belangrijk zijn'. Hij doelt op immigratie en vorming van identiteit. In de familiegeschiedenis waartoe het boek Genesis in deze voorstelling is gereduceerd, zijn dit inderdaad vooraanstaande onderwerpen. De ontmoeting tussen Jakob en zijn zoon Jozef nadat ze jarenlang in verschillende werelden hebben gewoond - wat bij Jakob zelfs leidde tot de overtuiging dat zijn zoon dood was - is pijnlijk en aangrijpend. Ze komen niet tot elkaar, niet echt. Zo zien we hoe mensen ook in de Bijbelse tijden al worstelden met identiteitsvorming in een situatie van ontheemding. Dat werkt relativerend en zelfs een beetje ontluisterend. Het is jammer dat Genesis niet verder gaat, de herkenning niet overstijgt, niet met nieuwe vergezichten komt.

TWIJFELENDE JONGEMAN
Dat doet Zie de mens van Toneelgroep de Appel op een zekere manier wel. Voor deze productie van bewerker Erik-Ward Geerlings en regisseur Arie de Mol vormde het Nieuwe Testament de inspiratiebron. De Mol wilde de nadruk echter niet leggen op Jezus, maar om de mensen om hem heen. Hoe graag willen ze geloven in iemand die groter is dan zijzelf, iemand die wonderen kan verrichten? Jezus is hier helemaal niet zo charismatisch; hij is eerder een twijfelende jongeman die manieren zoekt om vanuit liefde en mededogen te leven. Hij is nauwelijks de hoofdfiguur te noemen van deze voorstelling. Zie de mens gaat met name over de emoties, beweegredenen en fascinaties van zijn volgelingen. Jezus wordt een projectiescherm voor hun onzekerheden, hun angsten, hun zoektocht naar troost en perspectief. En vooral naar hoe te leven zonder angst. Hun antwoord is: het volgen van een ideaal, vertegenwoordigd door de Messias. Maar dat brengt misschien wel meer ellende dan goeds. Het is dan ook fascinerend om te zien hoe ze zichzelf in bochten wringen om hem te blijven volgen, ook al neemt hij geen stelling, spreekt hij in raadsels en maant hij hen niet tot concrete daden. Prachtig is de scène waarin Petrus en Magdalena de boodschappen van Jezus verkondigen, onder meer die van de 'andere wang toekeren'. Hun toehoorders reageren lacherig: 'We gaan ons toch niet laten slaan?' Dat is volkomen idioot.' Waarop Petrus bijna verontschuldigend antwoordt: 'Het is moeilijk uit te leggen -Jezus kan dat zelf veel beter dan wij - maar hij heeft ons dit geleerd - en wij geloven hem.' In een aangrijpende poging van Jezus' moeder Maria om haar zoon van de kruisiging te redden - 'Mijn zoon is de Messias niet, ik kan daarvan getuigen, ik heb hem toch gebaard?' - brandt de relativering de discipelen in het gezicht, maar zelfs dat brengt hen niet van hun zelf geconstrueerde overtuigingen af. Erik-Ward Geerlings schreef een aangrijpend stuk waarin de idiotie van het geloven, het volgen en het nastreven van idealen wordt uitgebeend. Tegelijkertijd maakt hij invoelbaar hoe gemakkelijk je daarin te ver gaat. Zonder expliciet te worden, komen verbanden met extremisme, charismatisch leiderschap en de hedendaagse behoefte aan 'waarheden' (van samenzweringstheorieen tot superfoods en diëten) naar voren. De voorstelling nodigt je uit om zelf je gedachten te vormen over dit soort vraagstukken, dat is de grote verdienste van De Mol en Geerlings. Zo zou je kunnen beweren dat Zie de mens meer gaat over de Grote Verhalen die er nu echt toe doen dan Genesis. Zie de mens overstijgt de herkenning en zet aan tot reflectie op je eigen overtuigingen en handelen. De voorstelling biedt een handvat voor reflectie op hoe wij de samenleving willen vormgeven, welke kernwaarden we centraal willen stellen. De voorstelling creëert hiermee een aanzet voor een nieuw, nog ongeschreven Groot Verhaal dat niets meer met religie te maken heeft. Een Groot Verhaal voor onze toekomst. Je zou kunnen betogen dat deze seculiere Bijbelvoorstellingen de misschien wel definitieve overgang van de Bijbel van heilig boek naar 'regulier' cultureel erfgoed markeren. De Bijbel heeft nog waarde als verhaal maar niet meer als (vertegenwoordiger van de) waarheid. Het christendom - bij uitstek een van de Grote Verhalen waarop Lyotard doelde - is zodoende een verzameling kleinere Grote Verhalen geworden. Toneel dat de bijbel als bron gebruikt kan zich erop toeleggen de hedendaagse relevantie van die verhalen over het voetlicht te brengen. En wellicht is daarin zelfs een kiem te vinden voor een nieuw Groot Verhaal voor onze toekomst. Wereldser kun je het toch eigenlijk niet krijgen?

Geloof en een Hoop Liefde (EO) over oud-politicus Jan Pronk, geboren op Scheveningen, over o.a. De Appel en de voorstelling Zie de mens (14'54" tot 17'47") en toelichting door regisseur Arie de Mol (18'44" tot 20'03")

| Meer