Den Haag FM op 13-3-2016

Actrice Judith Linssen en regisseur David Geysen - fragment van 27'50" tot 38'44" - audio

Den Haag Centraal 25-2-2016

David Geysen en de schoonheid van het vergankelijke

'Met m'n Playmobil heb ik leren regisseren'

Voor sommigen het eind van het land, voor anderen het begin van de wereld! De ongebruikelijk lange titel van het nieuwste stuk dat op 27 februari in première gaat bij Toneelgroep De Appel in Het Heijermans Festival. Een tweeluik van regisseur David Geysen over de zee waarbij de toeschouwer de eindjes aan elkaar mag knopen.

Door Bert Jansma

'De machinekamer van dromen. Verbeelding versus actualiteit. Aantrekkingkracht versus angst. Realiteit versus droom.' Het zijn eenregelige kenschetsen waarmee in de Appelberichten nr 185 de voorstelling van David Geysen wordt aangekondigd. Geen stuk uit het grote Heijermans-repertoire dus, maar een eigen theatervoorstelling. "Arie de Mol wilde naast Op hoop van zegen in de randprogrammering zes korte stukken van Heijermans (6x Heijermans), een jeugdvoorstelling over de zee en een themavoorstelling over de zee die ik zou maken", vertelt David Geysen. "Tijdens onze voorbereidingen kwam actrice Judith Linssen met een tekst van Fernando Pessoa, 'Ode van de zee. Een gedicht van zestig pagina's, eposachtig, dat Pessoa onder het heteroniem Alvaro de Campos schreef. Iedereen vond het mooi, ik vond het mooi, maar ook wel gedateerd. Als Bob Schwarze het in Branoul zou doen, zou zoiets kunnen. Dan weet je dat je naar literair theater gaat. Maar voor een avondvullende voorstelling voor De Appel vond ik het te zwaar, te cryptisch. Misschien moesten we wel iets met dichters doen, met romantiek van de zee, met Slauerhoff. Of op zoek gaan naar juist de actualiteit van de zee, bootvluchtelingen, verhalen van wat die mensen allemaal meemaken. Zo is het idee voor ons tweeluik ontstaan, in de twee kleine zalen van het Appeltheater. Pessoa zit er helemaal niet meer in, maar hij was toch een soort vertrekpunt. We zijn krantenartikelen gaan verzamelen, hebben beelden bedacht, hebben met z'n allen een wandeling vanuit de repetitieruimte, in de Appelloods aan de Laan van Poot, naar de zee gemaakt en zo hebben we dat tweeluik gebouwd. Die Appelloods is een grote ruimte, die we in tweeën hebben gedeeld en daar stond ik dan te repeteren als regisseur tussen twee stukken in. Als een soort schaker die op twee borden tegelijk aan het spelen is. Die uitdaging vond ik wel tof."

Bizarre machinerie
De twee delen van het theatertweeluik-met-de-lange-titel worden in het Appeltheater, boven en beneden, tegelijkertijd gespeeld. In het ene deel geen enkele tekst van de acteurs, wat je hoort komt van de voorstelling boven. Inclusief een 'live' gebracht chanson door Judith Linssen dat 'doorgestuurd' wordt. David Geysen: "Daar zit een complete machinerie achter. De 'timing' van de acteurs is essentieel, het moet tot op de millimeter kloppen. Die twee stukken kunnen niet zonder elkaar." Tijdens een zogenaamde 'doorloop' zag ik alleen deel één, en ik moest Herman Heijermans maar even ver in het achterhoofd opbergen. Wat ik zag was een intrigerend, vaak beangstigend spel waar je als toeschouwer associatief mee om moet gaan. Een spel op en over leven en dood, bizar en beeldend. David Geysen: "Het heeft te maken met de manier waarop ik met mijn regie van 'Motel Detroit' heb gewerkt. Dat was een 'soundscape' met beelden uit films, acteurs die daarvoor bewogen, met teksten die uit elkaar zijn getrokken, die er los van staan. De Arabische teksten die je hier hoort, hebben we bijvoorbeeld van You Tube. Waarin Arabische mensen tegen IS ageren: 'IS zijn homo's, IS weg ermee.' Terwijl je op het toneel een boot ziet bouwen. Bij ons werk aan dit tweeluik heb ik me voortdurend afgevraagd wat de zee dan wel voor mij was. Het begin van alles, geboorte, het begin van leven, de zee waar alles vandaan komt. Maar de zee is uiteindelijk ook de dood. Die hele cyclus zit in dat verhaal, de dood van dat meisje in de zaal beneden, met boven de oudere actrice die alles aflegt wat je in dit leven nog hebt. Geert de Jong speelt dat en het is een beetje een ode aan haar, omdat dit één van haar laatste voorstellingen is bij Toneelgroep De Appel." En over zijn werk met acteurs die geen verhaal van a naar z spelen: "Het gaat om de combinatie van beeld en geluid, een acteur kan niet zien wat dat oplevert, heeft geen houvast, dus dat moet je goed uitleggen. Lastig."

Nieuw label: Dégradé
David Geysen werkt al vijftien jaar en vele voorstellingen lang nauw samen met componist, muzikant en geluidsman Carl Beukman. Geysen: "Carl en ik worden steeds beter in dit soort beeldende soundscapes. We bespreken alles. In feite regisseert hij mee, regisseren we met z'n tweeën". De samenwerking beviel hen zo dat ze straks zelfstandige, eigen theaterproducties gaan maken, naast het werk bij De Appel. "We willen geen clubje zijn, we willen het geen theatergroep noemen, want we zijn maar met z'n tweeën en vragen voor elke voorstelling acteurs die we leuk vinden en die met ons willen werken. We noemen het een 'label' omdat we onder zo'n naam van alles kunnen doen. Niet alleen theaterstukken, maar ook installaties bij openingen, exposities en zo. Dat label is 'Dégradé.' Een naam die verwijst naar afbraak, nee, verkeerd woord. Naar kapot-gaan, naar aftakeling, van steden, van levens. We willen de schoonheid van het gedegradeerde, de schoonheid van het vergankelijke laten zien. Qua stijl moet je denken aan de voorstellingen die wij bij De Appel hebben gedaan, bijvoorbeeld Motel Detroit. Van de zomer gaan we een stuk maken dat Polonium 210 gaat heten, naar die beruchte gifmoord in Londen. Onze slogan is, dat een gevoel belangrijker is dan het verhaal. Met associatieve beelden die je geest openzetten. Dus niet voor jou de touwtjes aan elkaar knopen. Dat mag je zelf doen, al sturen we je natuurlijk wel. Ik merk dat er een heel erge ouderwetsheid, een truttigheid terugkomt in het theater. Misschien omdat er minder geld is, om de eisen van het publiek aan wie het verkocht moet worden. Het soort braafheid waarop wij willen reageren met: 'Kom op jongens, een beetje rauwheid, een beetje rock en rollen mag wel weer.' Wij willen proberen tegengas te geven. Toen wij op de toneelschool een gastles van Johan Simons kregen, zaten meteen alle muren vol met stront. Niet dat dat per se moet. Maar je leert zo wel de grenzen verkennen. Waar je moet stoppen, waar je verder kunt gaan. We willen met Dégradé in vlakke vloertheaters in het land gaan spelen. Al is dat niet gemakkelijk op dit moment. Er is geen geld meer, instanties gaan failliet. We hebben gelukkig een goed bestuur. Met als voorzitter Maarten van Nispen, woordvoerder van Joop van den Ende. Die is enthousiast, vindt ons leuk, en roept: 'Kom op jongens, ga ervoor, neem die risico's. We zijn inmiddels door de hel van subsidie-aanvragen heen. Man, man, wat ze daarbij allemaal van je willen weten. Bij De Appel ben je natuurlijk verwend, je kan gewoon spelen, mooie dingen maken. Maar we vinden onszelf als theatermakers inmiddels volwassen genoeg om ook los van De Appel te werken".

Rebels
Sind het jaar 2000 is David Geysen (geb. 1975) verbonden aan Toneelgroep De Appel. "Ik begon als stagiair in Salomé. Daarna kwam Het verhaal van de soldaat met Porgy Franssen, Carol Linssen en Sacha Bulthuis. Ik ben gebleven omdat Aus Greidanus mij de kans gaf te regisseren. Eerst nog gooi en smijtwerk, Kraamtranen met Marcel Ott, een probeerseltje. Maar Aus vond: er zit genoeg creativiteit in die jongen, 'doe maar eerst een kleine zaal en probeer daarna maar 'ns een grote zaal." Daarna kwamen Don Quichot, Bacchanten, Het woud, Orgia, Messen in hennen, Geysen: "Er zat een opbouw in. Daar ben ik hem echt dankbaar voor. Eerst was het bij mij vooral rebels, een explosie van creativiteit. Nu is dat rebelse er nog, maar toch meer vanuit de rust van de ervaring. Je weet hoe een stuk dramaturgisch in elkaar zit, het is ook een soort wiskunde." 

Jongleren
David Geysen, een geboren en getogen Antwerpenaar, ging naar de toneelschool in Maastricht. "Ik had m'n middelbare school niet afgemaakt, ben weggelopen van huis, heb drie jaar in Engeland rondgezworven. M'n brood verdiend op straat met jongleren en vuurspuwen. Toen ik terugkwam moest ik verder op die middelbare school, maar ik heb stiekem auditie gedaan in Maastricht. Toneel was er op een gekke manier altijd al. Laatst stond er een foto van mij op Facebook, met een hoedje en een baardje. Een tante had er onmiddellijk bijgeschreven: 'O ja, van kinds af aan had hij altijd al hoedjes op'. Ik wilde films naspelen met neefjes en nichtjes, regisseerde met m'n Playmobil, daarvan heb ik regisseren geleerd. En op m'n twaalfde zag ik een brochure van de Studio Herman Teirlinck (Antwerpse toneelschool. Red) en vroeg m'n moeder of ik daar heen kon. Maar dat kon uiteraard niet. Ik zat op de Vrije School en het enige leuke daar was de jaarlijkse theatervoorstelling. Ik zag kortgeleden een video terug van zo'n opvoering, met mezelf als Koning Arthur. In een jurkje van m'n moeder dat een middeleeuwse rok moest voorstellen. Als ik dan nu naar dat gezichtje kijk van dat kind dat daar staat te buigen, zie ik daar al een jongetje dat z'n besluit heeft genomen: dit is het voor de rest van m'n leven. Mijn mentor op de toneelschool in Maastricht zei tegen me bij m'n afstuderen: 'David, die fantasie van jou is gevaarlijk. Als je niet op deze school was terechtgekomen, was je op het verkeerde pad beland. Hier kon je die fantasie uiten. Zoeken en vinden op een andere manier. Anders was het absoluut fout gegaan." David Geysen kijkt op een schalkse manier zeer vrolijk bij dat citaat en zegt: "Zie je, theater is echt mijn redding."

Interview Radio West

27-2-2016 met acteur Hugo Maerten: audio

website Radio West

| Meer