Cape Fear 1

Louterbloemen

Trouw: Eenzaamheid op de volkstuin

affiche Louterbloemen door Aus Greidanus

door Hans Oranje

Het volkstuincomplex ‘Louterbloemen', waar regisseuse Geert de Jong haar nieuwe stuk bij Toneelgroep De Appel situeert, heeft weinig weg van wat de meesten van ons zich bij een volkstuin voorstellen: knusse huisjes in het groen, een moordend regime van werkplichten om de gemeenschappelijke groenvoorzieningen pico bello te houden, in het leven gefrustreerde tuincommissarissen die maar al te graag boetes uitdelen aan elke tuinder die zijn tuin niet even pico bello heeft aangeharkt en bijgeknipt, een druk sociaal leven van bingo-avonden en wedstrijden wie de monsterlijkste dahlia of grootste pompoen van het seizoen heeft gekweekt, eindeloze ruzies, roddel en achterklap.

Op Louterbloemen niets van dit al. De Jong ging samen met decorontwerper Aidan Radier, doodmoe van al die propere chaletjes in parken waar de natuur streng aan de leiband van de Nederlandse volkstuinreglementen wordt gehouden, naar Belgische volkstuintjes kijken. Daar was het compleet anders. Kleine vrijstaatjes waar de anarchie vrijwel niets in de weg wordt gelegd. Uit afvalhout gefabriceerde optrekjes, veel plastic, golfplaat, lelijkheid. En er is geen bloem of plant te bekennen, tot het moment dat de acht tuinders in het tweede deel van het stuk worden verrast door de komst van Her en Rita (Hubert Fermin en Isabella Chapel) met hun caravan, die ze ongegeneerd op het terrein manouvreren. Daarna installeren ze zich met hun tuinameublement, bloembakken met schreeuwend gekleurd plantgoed, televisie en barbecue.

Het is een keerpunt in de handeling, die tot dat moment gekenmerkt wordt door een ver doorgevoerd leven en laten leven van de bewoners. Geert de Jong: "Ik wil dat het stuk extreem is in het isolement. De acht personages gaan ieder hun eigen gang, kijken niet links of rechts, bemoeien zich helemaal niet met elkaar. Er is ook nauwelijks tekst in het stuk, net zoals in mijn vorige producties. Geen tekst, dat betekent altijd een grote strijd. Je moet je acteurs ervan overtuigen dat het publiek z'n eigen verhaaltje maakt. Dat vereist een discipline die niet eigen is aan de acteur, en zijn geduld wordt zwaar op de proef gesteld. Je moet, zonder tekst, puur met je lichaam je personage maken. Wat er aan tekst voorkomt in het stuk, die ik samen met Jules Terlingen heb geschreven, heeft daarom ook geen dwingende structuur die de acteur houvast geeft en zijn rol vorm geeft".

Zo heb je Raf, die van zijn schuurtje een werkplaats heeft gemaakt waarin hij dingen repareert. Hugo Maerten speelt de in zichzelf gekeerde knutselaar die met zijn hond, een grote zwarte lobbes, op het terrein woont, 's avonds de hekken sluit en ze 's ochtends weer opendoet. Een belangrijk element voor De Jong is het repeterende van alle dingen die ieder doet. De speeltijd beslaat een periode van vier dagen en er heerst een sleur, een vaste gang die wordt afgelegd: Ron (Bob Schwarze) die elke ochtend op zijn motorfiets arriveert, deze op exact dezelfde plek parkeert, zich terugtrekt in zijn (goed geïsoleerde) huisje waar hij keihard zijn popmuziek speelt, weer naar buiten komt voor het vaste toiletbezoek, zich wast bij het fonteintje aan het pad, en weer naar binnen gaat. De Surinaamse Angelina (Maureen Tauwnaar) die haar fiets naast het huisje zet, tafel en stoel buiten zet, de Tupperware bakjes die ze verkoopt gaat zitten inpakken, haar plaatsje bezemt en weer vertrekt.

Twee personen zijn samen: de oude, broze Alexandra (Sacha Bulthuis) die in haar leven piloot is geweest, en haar zoon Hendrik-Jan (Egidius Pluymen) die opera-aria's voor zich uit zingt of neuriet. Beiden leven volstrekt langs elkaar heen, behalve dat Alexandra telkens wegloopt in de volmaakte vrijheid die haar dementie haar schenkt, en hij met een ongeduldig "Moeder!" haar weer terug moet halen. De andere bewoners van Louterbloemen zijn Kraal (Marguerite de Brauw): "een volkomen maffe vrouw, zo gek als een deur" (De Jong), de sneuë Celine (Judith Linssen), die tassen vol dossiers naar haar huisje sleept en daaraan ten onder dreigt te gaan en Lara (Ian Bok) die zich overdag in vrouwenkleren hult, een treurige jongen die in een busje woont dat hij op het terrein heeft geparkeerd.

Het zijn deze mensen aan wie De Jong het motto geeft: "Gun ieder zijn waanzin". Niet alleen het isolement waarin ze langs elkaar heen schuifelen, is extreem; ook de omstandigheden gedurende deze vier dagen zijn dat. Er heerst een hittegolf, en de warmte slaat je vanaf het toneel tegemoet. Verder deelt Louterbloemen het lot van vele volkstuintjes, namelijk dat het vlak langs de spoorbaan ligt. Maar hier lijken de treinen rakelings langs de huisjes te gaan, en het geluid is oorverdovend, of eindeloos wanneer 's nachts de goederentreinen voorbij denderen.

De Jong vergelijkt ‘Louterbloemen' met een aquarium waarin de vissen, in zichzelf verzonken, langs elkaar heen zwemmen. Het heeft iets van de hel. "De hel, dat zijn de anderen", zei Sartre, maar hier lijkt het omgekeerde zich te voltrekken. Met de komst van Her en Rita, wat je een catastrofe kunt noemen, voltrekt zich een katharsis. Als Her en Rita gaan stappen, verzamelen de acht zich in hun caravan en kijken naar de televisie. Celine graaft een gat in haar tuin en gooit daar alle dossiers in. Angelina bezemt het tuintje van Alexandra en Hendrik-Jan. Ron heeft een korte liefdesaffaire met Kraal, Lara wordt door Ron als travestiet geaccepteerd, Raf repareert de stukke motorfiets van Ron. En met elkaar bekijken ze met de aangeschafte brilletjes de zonsverduistering die zich voordoet.

Elke toeschouwer kan zelf zijn favoriete personage kiezen en zijn verhaal maken, zoals De Jong met haar voorstelling wil. En het zijn stuk voor stuk boeiende personages - louter bloemen.

‘Louterbloemen' wordt gespeeld in het Appeltheater in Den Haag t/m 9 mei van wo t/m za om 20.15 uur, en matinee om 14 uur op 29/3 en 5/4.

| Meer