Motel Detroit 2

Immanuel Kant

TheaterMaker maart 2011

affiche Immanuel Kant, ontwerp Aus Greidanusdoor Joukje Akveld

Dit voorjaar speelt Toneelgroep De Appel Immanuel Kant (1978), een stuk van de Oostenrijkse (toneel)schrijver Thomas Bernhard (1931-1989) dat in Nederland niet eerder werd opgevoerd. De voorstelling is uitsluitend te zien in de grote zaal van het Haagse Appeltheater. Een mooie ruimte, vindt Aus Greidanus jr., die onlangs als beginnend regisseur toetrad tot het gezelschap van zijn vader Aus Greidanus sr. en Bernhards stuk niet alleen regisseert maar ook vertaalde samen met Eva Pieper. ‘Doordat we er tweeëneenhalve maand aaneengesloten staan kan ik de zaal bijna benaderen als locatietheater: we kunnen alles doen wat we willen, dat maakt het tot een unieke plek.'

Immanuel Kant draagt de naam van de beroemde Duitse verlichtingsfilosoof, maar je hoeft De kritiek van de zuivere rede niet gelezen te hebben om het stuk te begrijpen, meent Greidanus jr. ‘Het is een filosofisch stuk in de zin dat het een denkoefening voor het publiek is, maar het gaat niet over filosofie. Bernard schreef de tekst vlak nadat hij had gehoord dat hij aan een hartaandoening leed waaraan hij snel zou kunnen overlijden. Dat hij op dat moment nog meer dan tien jaar voor de boeg had, wist hij natuurlijk niet. Het gevoel van de naderende dood lees ik terug in het stuk. Daarin reist Kant per stoomschip naar Amerika om een oogoperatie te ondergaan die hem zijn afnemende zicht moet teruggeven. Voor mij verbeeldt die boottocht een levensreis, het gaat over verval, de menselijke ondergang. Kant koppelt zijn toenemende blindheid aan de achteruitgang van zijn denkvermogen. Zijn ogen zijn het venster op de buitenwereld, dat venster gaat steeds verder dicht.'

Met de historische Kant heeft het allemaal niet zoveel te maken, stelt Greidanus jr. ‘Kant werd niet blind, wel dement. Hij was de meest teruggetrokken filosoof die er ooit is geweest. Ratio en logica waren zijn instrumenten om de werkelijkheid in kaart te brengen, hij leefde in z'n hoofd. Zijn hele leven is hij niet verder gekomen dan z'n geboorteplaats Koningsbergen, alleen al daarom is het leuk om hem op zo'n stoomschip te zetten. En dan ook nog naar Amerika; Kant verfoeide alles wat Amerikaans was. Daar speelt Bernhard mee: het oude, intellectuele Europa versus de vooruitgang van de VS. Daarnaast thematiseert hij, als altijd, het fenomeen theater. De voorstelling is een theatrale fantasie, verschillende periodes uit de geschiedenis lopen door elkaar heen. De Titanic wordt bijvoorbeeld opgetakeld, terwijl die pas zonk toen Kant al meer dan honderd jaar dood was. Tijdsgewijs klopt er niets van, maar in theater kan het werken. Dat vind ik interessant, en die fascinatie hoop ik overdrachtelijk te maken. Ik denk niet: de mensen moeten dit zien. Maar: dit moet ik maken. Hopelijk vind ik daarvoor een vorm die het publiek aanspreekt.'

Immanuel Kant kwam min of meer toevallig op zijn pad, zegt Greidanus jr., hij kreeg het toneelstuk aangereikt door zijn vader. ‘2011 is het tachtig jaar geleden dat Bernhard werd geboren, dat kwam mooi uit. Ik houd van zijn werk: literair gezien is het boeiend, hoewel hij lastig schrijft; erg intellectualistisch met korte zinnetjes zonder interpunctie, de tekst krijgt er iets hoekigs van. En verder was deze keuze ook gewoon een kwestie van praktisch denken: welke acteurs heb ik tot mijn besschikking en welk stuk past daarbij?'

De acteurs vormen bij hem altijd de spil. ‘Als regisseur werk ik niet vanuit een concept. Van te voren is er wel een idee, maar pas tijdens het repetitieproces krijg ik een beeld van hoe het moet worden. Dat vind ik het leukste van regisseren: met een stel acteurs in een zaaltje gaan zitten en dan met elkaar een stuk maken.' Die methode leerde hij van Johan Simons toen hij als acteur verbonden was aan NT Gent. ‘Ik ga uit van de expertise van de acteurs. Wat zij aandragen is mijn werkmateriaal. Twee weken geleden begonnen we met repeteren en zoals we nu bezig zijn neigt het stuk steeds meer naar een komedie. Dat had ik tijdens het vertalen niet zo in de gaten, pas toen we het repetitielokaal in gingen ontdekte ik hoe ontzettend geestig Bernhard is.' Maar dat niet alleen: ‘Een stuk moet ontroeren, dat is voor mij het voornaamste. Ik geloof dat Immanuel Kant dat kan.'

| Meer