Motel Detroit 1

Orgia

Waarom Pasolini niet pervers is

Pier Paolo Pasolini werd eerder op deze website al ‘het enfant terrible' van de Italiaanse cinema genoemd. Maar wie kent hem nog? Als Loek Zonneveld* deze vraag in zijn vriendenkring stelt, levert hem dat ‘(...) een Pasolini-karikatuur op: het beeld van een morsige homoseksueel, schandalen rond affaires met gespierde jonge arbeiders, anekdotische herinneringen aan ‘softporno'-verfilmingen van Canterbury Tales en Decamerone.' Pasolini heeft de naam pervers te zijn, of wordt ervan beschuldigd pornografische films en teksten te hebben gemaakt. Maar hoe komt hij aan die naam? 

Het antwoord op deze vraag is tweeledig. Ten eerste is er de thematiek van zijn films, toneelstukken, verhalen en gedichten, en ten tweede is er de vorm waarin hij ons deze thematiek toont. Pasolini was enorm gefascineerd door mensen die leven aan de zelfkant van de maatschappij. Enerzijds de boeren en de arbeiders, anderzijds de hoeren en criminelen. Zijn personages zijn altijd mensen die proberen, op hun eigen manier, een daad te stellen tegen de gevestigde orde. In Varkensstal bijvoorbeeld (geschreven als toneelstuk en later verfilmd onder de naam Porcile), volgen we Julian, de zoon van een grootindustrieel. Hij haat de hoge burgerij waarin hij is opgegroeid, maar echt verzetten doet hij zich niet. De enige plek waar Julian zich thuis voelt is een varkensstal vol knorrende beesten, waar de varkens hem uiteindelijk helemaal opvreten. In zijn film Mamma Roma volgen we het leven van een ex-prostituee die haar leven probeert te verbeteren voor haar zoon Ettore. Toch blijft haar verleden haar achtervolgen. Als Ettore erachter komt dat zijn moeder jarenlang in de prostitutie heeft gewerkt en zich als daad van verzet inlaat met de verkeerde mensen, belandt hij in de gevangenis.  

In Orgia draait het om twee mensen die zich alleen nog kunnen verzetten door middel van geweld. De taal is hiervoor ontoereikend geworden, maar hun drang om een daad van verzet te plegen tegen de gevestigde orde, de burgerij, is enorm. Dat wil niet zeggen dat ze niet meer met elkaar praten, integendeel, ze praten juist heel veel. Maar het nadenken en praten over hun daad van verzet geeft geen voldoening meer. Ze zijn aangekomen op een ‘point of no return'. 

Verzet in vorm en inhoud

Pasolini, die zelf behoorde tot de gegoede burgerij, had een enorme drang om zich tegen die burgerij te verzetten. Rudi Fuchs herinnert zich Pasolini als volgt: ‘de weemoed van Pasolini, zijn onvermogen om schoonheid en de emotie uit het verleden te vergeten, zijn verzet tegen ‘een schoongemaakte cultuur waaruit het oermenselijke dialect verwijderd wordt'. (...) Het is die consumptiemaatschappij die Pasolini zijn antieke vaderland heeft ontstolen. En daarom haatte hij haar. Er schuilt een grote triestheid in zijn teksten over een voor-nationale, voor-industriële wereld, die er definitief niet meer was, maar waarover Pasolini droomde met een bodemloze melancholie.'

Deze melancholie zie je vooral terug in de vorm waarin Pasolini schrijft en filmt. Met een rijke, poëtische taal verhaalt hij bijvoorbeeld over het platteland en de jeugdherinneringen van zijn personages. Tegelijkertijd kan hij in zijn taalgebruik ook heel fel zijn. In Orgia behoort dit rauwe, expliciete taalgebruik vooral toe aan de man, het zachte en poëtische taalgebruik is van de vrouw. Die dualiteit zie je ook goed terug in Pasolini's films. Bijvoorbeeld in zijn verfilming van Medea, de bekende tragedie van Euripides. In het begin van de film zit een tekstloze scène van een kwartier waarin een oud offerritueel te zien is. De shots van het landschap en het dorp waarin het ritueel plaatsvindt zijn prachtig, evenals de mensen die er wonen. Maar ze hakken wel één van de dorpelingen in stukjes, en verdelen diens organen onderling om ze vervolgens te begraven. Inhoudelijk is dat (naar onze huidige maatstaven) gruwelijk, maar Pasolini weet dit zo mooi te brengen dat je moet blijven kijken. 

Erotische kunst of pornografie?

Eén van Pasolini's beruchtste films is waarschijnlijk Saló o le 120 giorni di sodoma. ‘Die kotsfilm,' zo herinneren Loek Zonneveld's vrienden de film zich, en niet zonder reden. Expliciete seksscènes en martelingen komen veelvuldig aan bod in deze film. Vier hoogwaardigheidsbekleders, een hertog, een rechter, een bisschop en een president, ontvoeren 16 jongens en meisjes naar een landhuis. Daarnaast zijn er bedienden, bewakers, drie oudere vrouwen die erotische verhalen vertellen en één pianiste in het huis. De jongens en meisjes zijn het perfecte symbool van de jeugd, de notabelen staan symbool voor de burgerij. De jongens en meisjes worden 120 dagen lang onderworpen aan mishandeling van allerlei aard, seksueel, fysiek en geestelijk, waarna ze uiteindelijk worden vermoord, allemaal voor het (seksuele) genot van de notabelen. 

Ook in Orgia zijn seks en mishandeling aan de orde van de dag. De man en de vrouw zitten gevangen in een gewelddadige relatie, en ook het meisje komt er niet zonder kleerscheuren vanaf. Er wordt veelvuldig gesproken over seksuele handelingen en lichamelijke mishandeling. Dat sommige mensen dit pervers noemen is misschien niet zo gek, afgezien van het feit of dit waar is. Maar is dit dan nog wel kunst? Of grenst dit aan pornografie? 

De Amerikaanse kunstfilosoof Jerrold Levinson beschrijft in zijn essay ‘What is erotic art?' het verschil tussen erotische kunst en pornografie. Erotische kunst heeft volgens Levinson op zijn minst een seksuele inhoud, maar die inhoud wordt door de kunstenaar wel op een bepaalde manier benaderd, er wordt een draai aan gegeven. Erotische kunst kan de intentie hebben om een soort seksuele interesse op te wekken, maar deze opwinding vertaalt zich alleen naar de verbeelding of fantasie, en is dus niet fysiek. De belangrijkste verschillen tussen erotische kunst en pornografie liggen in het doel van de twee. Pornografie draait om beelden die bedoeld zijn seksueel op te winden en leiden tot seksuele ontlading. Erotische kunst daarentegen bevat beelden die seksueel stimuleren, maar die ook vragen om de manieren en middelen van uitbeelding in acht te nemen. Kortom: bij erotische kunst draait het niet alleen om de inhoud, maar ook om de vorm waarin de inhoud gepresenteerd wordt. Waar we erotische kunst waarderen (genieten), consumeren we pornografie (gebruiken). 

Levinson's theorie in acht nemend kunnen we rustig zeggen dat Pasolini's werk niet te kwalificeren is als pornografie. Zijn films en toneelstukken zijn bedoeld om een statement te maken over de consumptiemaatschappij, niet om de toeschouwer een mogelijkheid tot seksuele ontlading te bieden. De manier waarop Pasolini zijn boodschap weergeeft is misschien controversieel en choquerend, maar pornografisch is het in ieder geval niet te noemen. 

Perversiteit is een relatief begrip...

Pasolini had een duidelijke drijfveer om toneelstukken te schrijven en films te maken. Hij vond dat de mens slaaf was geworden van de consumptiemaatschappij. De mens liep als een kudde koeien achter hun leiders aan. Door zich te conformeren aan dit systeem had hij zijn boodschap nooit kunnen overbrengen. Loek Zonneveld zegt hierover: ‘Die verstoring en verwarring hoort bij Pasolini. Hij was niet alleen esthetisch maar ook in zijn maatschappelijke opvattingen een stoorzender: hij eiste onverbiddelijk het recht op om tegenstrijdig te zijn en impulsief. Zijn dierlijk-instinctieve reacties op wat er om hem heen gebeurde, werden vaak niet begrepen.' 

Als Pasolini's werk niet pornografisch te noemen is, is het dan wel pervers? Volgens de Van Dale betekent perversiteit: ‘verdorvenheid, (vooral) ontaarding van de gevoelens en driften, zodat men behagen schept in dingen die de meeste mensen afschuwelijk vinden (in het bijzonder met betrekking tot de seksualiteit)'.

Dat de personages in Pasolini's films en toneelstukken veelal lijden aan een ontaarding van gevoelens en driften, is inmiddels duidelijk. Dat Pasolini onderwerpen aansnijdt die de meeste mensen afschuwelijk vinden (al dan niet met betrekking tot seksualiteit), is ook helder. De vraag is nu alleen: deed Pasolini dit omdat hij er zelf behagen in schiep? Of omdat hij verwachtte dat dit zijn toeschouwers zou behagen? 

Volgens mij is het antwoord op bovenstaande vragen ‘nee'. Ik geloof dat Pasolini gebruik maakte van die zogenaamde perverse beelden om iets teweeg te brengen bij zijn publiek. Als je als toeschouwer iets ziet dat je choqueert, wil dat zeggen dat het indruist tegen je eigen normen en waarden. Als je dat wat je gezien hebt vervolgens labelt als pervers, is de kous daarmee af. Maar pas als je je gaat afvragen waarom dit je zo tegen de haren instrijkt, kun je tot interessante inzichten komen. Dan kun je de beelden interpreteren, in perspectief plaatsen, je afvragen waarom de maker juist deze beelden heeft gekozen. Misschien leidt het er zelfs toe dat je je eigen normen en waarden herwaardeert. En dat is precies wat Pasolini beoogde voor zijn toeschouwers: dat zij hun ogen openden voor de realiteit van de consumptiemaatschappij waarin zij leefden. Maakt hem dat pervers? Een wereldverbeteraar, misschien. Controversieel, misschien ook wel. Maar pervers toch zeker niet. 

  • Loek Zonneveld is, naar eigen zeggen, toneelverslaggever - lees meer op z'n wesbite

Leonie Blom
stagiaire dramaturgie Toneelgroep De Appel

| Meer