Motel Detroit 2

Orgia

Over Orgia in NRC Handelsblad

door Kester Freriks

Dit is een behekst huis, bewoond door een man die zojuist zelfmoord heeft gepleegd en die vlak daarvoor zijn vrouw en kinderen heeft vermoord. Erger nog: die man sleepte zijn vrouw mee in een dubbele zelfmoord. Het is nog gruwzamer: voorafgaand aan die zelfdoding waren man en vrouw, en daarna man en straathoertje, verwikkeld in een orgie van seks en pijn, folterende bondage en toch ook tere  liefde. De man bindt het lichaam van het meisje vast met rood touw, dat hij om haar lichaam wikkelt waardoor het rode striemen lijken. Zij trilt en schokt van de slagen die hij haar toedient. Schrijver Pasolini spaart het hart van de toeschouwer niet.

Het gaat om het toneelstuk Orgia (1966) van de Italiaanse cineast en dichter Pier Paolo Pasolini. De eerste woorden die de anonieme Man spreekt zijn: „Ik ben net dood. Mijn laatste woorden galmen nog na, ik zei: ‘Eindelijk iemand die goed gebruikt heeft gemaakt van de dood'." Acteur Bob Schwarze van Toneelgroep De Appel staat, gehuld in een blauwzijden kamerjas, in de woonkamer van dat huis. De vloer en wanden van de speelzaal in het Appeltheater in Scheveningen zijn met afgedankt hout slordig dichtgespijkerd. Gaten in de vloer zijn als verborgen schatkamers van pikante lingerie, de bundel touw, bierblikjes. Wie weet zijn de dode kinderen daar verstopt. De Man spreekt het publiek uitnodigend toe. Hij vraagt de toeschouwers dit schouwspel aan te zien met ogen als van „jonge soldaten die als eersten door het prikkeldraad van een concentratiekamp zijn gedrongen".

Bob Schwarze (1964) vertolkt de hoofdrol van de Man in Orgia. In eerdere voorstellingen van De Appel, zoals in de marathon Odysseus, toont hij zich als een acteur die met innemende toon en speelstijl grimmige en onthutsende teksten uitspreekt. Een pokerface die lichtzinnigheid uitstraalt, een speler met kwajongensachtige oogopslag die geruststellend tegen de Vrouw (Isabella Chapel) in Orgia zegt dat hij haar wil ophangen, onteren, verwonden, verkrachten, offeren. Zo'n speler dus in zo'n stuk. En over zijn rol zegt deze speler: „Op het moment dat ik tegen kennissen zei dat ik Orgia ging spelen van Pasolini was de eerste reactie: ‘Oh, Pasolini... ik ben weggelopen bij zijn films, Salò of de 120 dagen van Sodom vond ik onverdraaglijk, ik kon het niet aanzien. En Orgia? Gaat dat niet over slaan, schoppen en moerbeibomen?'"

Het zijn, aldus Schwarze, „veelzeggende opmerkingen die Pasolini in een kwaad daglicht stellen". Hij vervolgt: „Maar dan hebben ze zijn gedichten en zijn theaterteksten nooit goed gelezen. Orgia is een lang gedicht over seksuele fantasieën die het daglicht niet kunnen verdragen en over verlangen naar een vorm van liefde, die geweld in harmonie brengt met tederheid. De woonkamer van het echtpaar is potdicht, alles gebeurt achter gesloten deuren. Dat maakt Orgia griezelig. Weten wij wat zich afspeelt bij de buren?"

Fijntjes wijst Schwarze op het woord ‘moerbeibomen'. Hij zegt: ,,Pasolini heeft zijn leven lang gehouden van het Noord-Italiaanse platteland, waar hij opgroeide. Hij verlangde ernaar terug, al werd hij tegelijkertijd aangetrokken door de duistere zijde van een stad als Rome met zijn straatjongens, de prostituees, de dealers. In Orgia komen tal van dichterlijke passages voor die het Italiaanse land bezingen. De moerbeibomen zijn daarvan het symbool. Als acteur heb ik die poëzie nodig als tegenwicht voor de verschrikking, die óók in de tekst staan. Tijdens het lezen en repeteren heb ik zo'n beetje alle uithoeken van het karakter van de Man gezien. Samen met regisseur David Geysen en vertaler en dramaturg Alain Pringels zijn we op zoek gegaan naar de andere Pasolini, naar een nieuwe invalshoek, niet die van het perverse en wrede, maar het poëtische, het liefdevolle, het kinderlijke ook.''

De negatieve reputatie die Pasolini geniet is grotendeels te danken aan zijn laatste film, Salò of de 120 dagen van Sodom. Ook zijn wrede dood op het strand van Ostia op 1 november 1975 heeft bijgedragen aan het beeld van een man die avond aan avond jongens betaalde voor zijn masochistische lustbeleving. Toch kan het ook anders, zoals deze Orgia wil laten zien. Schwarze: ,,Mijn verlangen om toneel te spelen is begonnen met Shakespeare. Ik wilde zijn drama's, die altijd een sterke ontwikkeling en handeling bezitten, uitspreken. Een vertelling met een begin, midden en einde biedt houvast. Orgia bestaat uit blanke verzen die nauwelijks een rechttoe-rechtaan verhaal bevatten. Aanvankelijk konden we nauwelijks achterhalen waar het stuk over gaat. Een gezinsmoord, ja, maar dan? Mijn personage verdwaalt in de taal, hij spreekt in associaties en raadsels, soms kan ik hem volgen, vaak ontglipt Pasolini's tekst me."

Het stuk wemelt van de tegenstrijdigheden die, zowel voor de acteur als voor de toeschouwer, lastig zijn. Wat is het perspectief? Kijken en luisteren we naar een shockerend stuk over seks en dood of draait alles om verlangen naar geluk? Actrice Isabelle Chapel in de rol van Vrouw speelt dat haar personage hunkert naar de slagen met de riem die haar echtgenoot haar als straf zal toedienen. In deze heftige scène, waarin de spelers ver van elkaar staan, spreekt ze met gejaagde stem zinnen uit als „Mijn vlees wil dood!" en „Dit maakt ons gek van geluk dat we nog leven".

In een cruciale zin uit de proloog heeft Schwarze de sleutel tot zijn rol gevonden. De Man vraagt zich hardop af: „Heeft anders zijn het recht zichzelf te zijn?" Schwarze: „De reden dat wij Orgia nu spelen ligt in het begrip ‘anders zijn'. Pasolini was als homoseksueel anders dan de anderen. Dat heeft hem getekend. Hij schaamde zich voor zijn duistere driften maar hij ontkende het niet. Tussen die twee krachten werd hij heen en weer geslingerd. De seksuele revolutie vrijheid en vervulling van elk individueel genot is dan weliswaar alweer van lang geleden en lijkt gewonnen, toch is dat niet zo. Als je nu naar de maatschappij kijkt, dan bestaat vanuit overheidswege een enorm verzet tegen alles wat afwijkt van de norm. Reclame voor fijne lingerie ligt onder vuur, roken is verboden, paddo's en in bredere betekenis paddestoelen worden hardhandig uit de samenleving geweerd. Betutteling en een vijandige vorm van moralisme voeren de boventoon. Daarom is dit stuk van Pasolini zo belangrijk, juist nu. Het is een loflied op de vrijheid, op het anders zijn."

Al enkele keren tijdens het gespek herhaalt Schwarze een zin die hij zo treffend vindt, dat die zich telkens naar voren dringt. Schwarze: „Die tegenstrijdigheid en ook die noodlottige verbondenheid van genot en verlangen te sterven drukt Pasolini uit met deze woorden: ‘Het leven is de dood, die zichzelf een orgie gunt en van nature elke hoop zinloos maakt'. Die orgie verwijst naar de seksuele bevrediging, naar de kleine dood, zoals dat heet. En die kleine dood leidt weer naar de grote dood. Aan het begin van het stuk spreekt de Man de toeschouwer toe vanuit het dodenrijk. Om hem heen klinkt onheilspellende muziek, dreigend, klanken uit de onderwereld. Ik spreek al mijn teksten uit op het ritme, de beat van vaak hallucinerende klanken. Ooit zei Pasolini dat hij het woord ‘hoop' uit zijn vocabulaire had geschrapt. Wie dit stuk speelt, moet ondanks de grondeloze wanhoop van de auteur energie behouden die uitersten van dood en leven, van geweld en poëzie uit te dragen. Ik moet ervoor zorgen dat ik mijn rol speel zoals Pasolini Orgia schreef en zijn films maakte. Het moet je naar de keel grijpen, niet alleen de eerste keer, telkens weer. Hoe vaak het woord violare, verkrachting of ontering, ook voorkomt, ik zoek in mijn spel Pasolini's humane kant."

NRC Handelsblad

door Kester Freriks

Dit is een behekst huis, bewoond door een man die zojuist zelfmoord heeft gepleegd en die vlak daarvoor zijn vrouw en kinderen heeft vermoord. Erger nog: die man sleepte zijn vrouw mee in een dubbele zelfmoord. Het is nog gruwzamer: voorafgaand aan die zelfdoding waren man en vrouw, en daarna man en straathoertje, verwikkeld in een orgie van seks en pijn, folterende bondage en toch ook tere  liefde. De man bindt het lichaam van het meisje vast met rood touw, dat hij om haar lichaam wikkelt waardoor het rode striemen lijken. Zij trilt en schokt van de slagen die hij haar toedient. Schrijver Pasolini spaart het hart van de toeschouwer niet.

Het gaat om het toneelstuk Orgia (1966) van de Italiaanse cineast en dichter Pier Paolo Pasolini. De eerste woorden die de anonieme Man spreekt zijn: „Ik ben net dood. Mijn laatste woorden galmen nog na, ik zei: ‘Eindelijk iemand die goed gebruikt heeft gemaakt van de dood'." Acteur Bob Schwarze van Toneelgroep De Appel staat, gehuld in een blauwzijden kamerjas, in de woonkamer van dat huis. De vloer en wanden van de speelzaal in het Appeltheater in Scheveningen zijn met afgedankt hout slordig dichtgespijkerd. Gaten in de vloer zijn als verborgen schatkamers van pikante lingerie, de bundel touw, bierblikjes. Wie weet zijn de dode kinderen daar verstopt. De Man spreekt het publiek uitnodigend toe. Hij vraagt de toeschouwers dit schouwspel aan te zien met ogen als van „jonge soldaten die als eersten door het prikkeldraad van een concentratiekamp zijn gedrongen".

Bob Schwarze (1964) vertolkt de hoofdrol van de Man in Orgia. In eerdere voorstellingen van De Appel, zoals in de marathon Odysseus, toont hij zich als een acteur die met innemende toon en speelstijl grimmige en onthutsende teksten uitspreekt. Een pokerface die lichtzinnigheid uitstraalt, een speler met kwajongensachtige oogopslag die geruststellend tegen de Vrouw (Isabella Chapel) in Orgia zegt dat hij haar wil ophangen, onteren, verwonden, verkrachten, offeren. Zo'n speler dus in zo'n stuk. En over zijn rol zegt deze speler: „Op het moment dat ik tegen kennissen zei dat ik Orgia ging spelen van Pasolini was de eerste reactie: ‘Oh, Pasolini... ik ben weggelopen bij zijn films, Salò of de 120 dagen van Sodom vond ik onverdraaglijk, ik kon het niet aanzien. En Orgia? Gaat dat niet over slaan, schoppen en moerbeibomen?'"

Het zijn, aldus Schwarze, „veelzeggende opmerkingen die Pasolini in een kwaad daglicht stellen". Hij vervolgt: „Maar dan hebben ze zijn gedichten en zijn theaterteksten nooit goed gelezen. Orgia is een lang gedicht over seksuele fantasieën die het daglicht niet kunnen verdragen en over verlangen naar een vorm van liefde, die geweld in harmonie brengt met tederheid. De woonkamer van het echtpaar is potdicht, alles gebeurt achter gesloten deuren. Dat maakt Orgia griezelig. Weten wij wat zich afspeelt bij de buren?"

Fijntjes wijst Schwarze op het woord ‘moerbeibomen'. Hij zegt: ,,Pasolini heeft zijn leven lang gehouden van het Noord-Italiaanse platteland, waar hij opgroeide. Hij verlangde ernaar terug, al werd hij tegelijkertijd aangetrokken door de duistere zijde van een stad als Rome met zijn straatjongens, de prostituees, de dealers. In Orgia komen tal van dichterlijke passages voor die het Italiaanse land bezingen. De moerbeibomen zijn daarvan het symbool. Als acteur heb ik die poëzie nodig als tegenwicht voor de verschrikking, die óók in de tekst staan. Tijdens het lezen en repeteren heb ik zo'n beetje alle uithoeken van het karakter van de Man gezien. Samen met regisseur David Geysen en vertaler en dramaturg Alain Pringels zijn we op zoek gegaan naar de andere Pasolini, naar een nieuwe invalshoek, niet die van het perverse en wrede, maar het poëtische, het liefdevolle, het kinderlijke ook.''

De negatieve reputatie die Pasolini geniet is grotendeels te danken aan zijn laatste film, Salò of de 120 dagen van Sodom. Ook zijn wrede dood op het strand van Ostia op 1 november 1975 heeft bijgedragen aan het beeld van een man die avond aan avond jongens betaalde voor zijn masochistische lustbeleving. Toch kan het ook anders, zoals deze Orgia wil laten zien. Schwarze: ,,Mijn verlangen om toneel te spelen is begonnen met Shakespeare. Ik wilde zijn drama's, die altijd een sterke ontwikkeling en handeling bezitten, uitspreken. Een vertelling met een begin, midden en einde biedt houvast. Orgia bestaat uit blanke verzen die nauwelijks een rechttoe-rechtaan verhaal bevatten. Aanvankelijk konden we nauwelijks achterhalen waar het stuk over gaat. Een gezinsmoord, ja, maar dan? Mijn personage verdwaalt in de taal, hij spreekt in associaties en raadsels, soms kan ik hem volgen, vaak ontglipt Pasolini's tekst me."

Het stuk wemelt van de tegenstrijdigheden die, zowel voor de acteur als voor de toeschouwer, lastig zijn. Wat is het perspectief? Kijken en luisteren we naar een shockerend stuk over seks en dood of draait alles om verlangen naar geluk? Actrice Isabelle Chapel in de rol van Vrouw speelt dat haar personage hunkert naar de slagen met de riem die haar echtgenoot haar als straf zal toedienen. In deze heftige scène, waarin de spelers ver van elkaar staan, spreekt ze met gejaagde stem zinnen uit als „Mijn vlees wil dood!" en „Dit maakt ons gek van geluk dat we nog leven".

In een cruciale zin uit de proloog heeft Schwarze de sleutel tot zijn rol gevonden. De Man vraagt zich hardop af: „Heeft anders zijn het recht zichzelf te zijn?" Schwarze: „De reden dat wij Orgia nu spelen ligt in het begrip ‘anders zijn'. Pasolini was als homoseksueel anders dan de anderen. Dat heeft hem getekend. Hij schaamde zich voor zijn duistere driften maar hij ontkende het niet. Tussen die twee krachten werd hij heen en weer geslingerd. De seksuele revolutie vrijheid en vervulling van elk individueel genot is dan weliswaar alweer van lang geleden en lijkt gewonnen, toch is dat niet zo. Als je nu naar de maatschappij kijkt, dan bestaat vanuit overheidswege een enorm verzet tegen alles wat afwijkt van de norm. Reclame voor fijne lingerie ligt onder vuur, roken is verboden, paddo's en in bredere betekenis paddestoelen worden hardhandig uit de samenleving geweerd. Betutteling en een vijandige vorm van moralisme voeren de boventoon. Daarom is dit stuk van Pasolini zo belangrijk, juist nu. Het is een loflied op de vrijheid, op het anders zijn."

Al enkele keren tijdens het gespek herhaalt Schwarze een zin die hij zo treffend vindt, dat die zich telkens naar voren dringt. Schwarze: „Die tegenstrijdigheid en ook die noodlottige verbondenheid van genot en verlangen te sterven drukt Pasolini uit met deze woorden: ‘Het leven is de dood, die zichzelf een orgie gunt en van nature elke hoop zinloos maakt'. Die orgie verwijst naar de seksuele bevrediging, naar de kleine dood, zoals dat heet. En die kleine dood leidt weer naar de grote dood. Aan het begin van het stuk spreekt de Man de toeschouwer toe vanuit het dodenrijk. Om hem heen klinkt onheilspellende muziek, dreigend, klanken uit de onderwereld. Ik spreek al mijn teksten uit op het ritme, de beat van vaak hallucinerende klanken. Ooit zei Pasolini dat hij het woord ‘hoop' uit zijn vocabulaire had geschrapt. Wie dit stuk speelt, moet ondanks de grondeloze wanhoop van de auteur energie behouden die uitersten van dood en leven, van geweld en poëzie uit te dragen. Ik moet ervoor zorgen dat ik mijn rol speel zoals Pasolini Orgia schreef en zijn films maakte. Het moet je naar de keel grijpen, niet alleen de eerste keer, telkens weer. Hoe vaak het woord violare, verkrachting of ontering, ook voorkomt, ik zoek in mijn spel Pasolini's humane kant."

| Meer