Motel Detroit 1

Ben ik al geboren?

De Telegraaf: Klein van stuk, groot van formaat

Affiche Ben ik al geboren?

door Esther Kleuver

Ze is slechts 1 meter 60, maar van groot formaat. Actrice Sacha Bulthuis behoort al jaren tot de top van het Nederlandse toneel. Haar spel werd maar liefst twee keer onderscheiden met een Theo d'Or en er was zelfs een derde nominatie. Ze kan bij ieder gezelschap terecht, maar ze kiest al ruim 35 jaar voor haar geliefde Toneelgroep De Appel. Daar zijn momenteel de repetities van het speciaal voor haar geschreven 'Ben ik al geboren?' in volle gang. Een gloednieuw stuk van Gerardjan Rijnders.

Tijdens de repetities is Sacha Bulthuis (1948) duidelijk in haar element. Het toneel is haar domein, daar voelt ze zich thuis. Een gesprek over haar geliefde vak vindt ze duidelijk een stuk moeilijker. Zo gemakkelijk als ze met de woorden van een ander aan de haal gaat, zo moet ze zoeken naar haar eigen antwoorden. Al dat gepraat over toneelspelen, moet dat nu, vraagt ze zich af? En dus valt ze terug op dat wat ze al jaren roept. „Het begint om 20.15 uur en het is om een uur of 22.30 uur weer afgelopen. En daartussenin moet het gebeuren. Dan probeer je het publiek te boeien, ze een prettige avond te bezorgen. Meer dan dat is het niet. Maar hoe je dat doet? Ik heb werkelijk geen idee."

Het talent van Bulthuis is ongrijpbaar. Het lijkt vooral van binnenuit te komen. Bulthuis beaamt dat ze inderdaad heel intuïtief werkt, maar dat het haar echt niet allemaal komt aanwaaien. Dat geldt ook voor deze voorstelling. „Het is heel veel tekst en ik ben een slechte lezer. Ik moet eerst repeteren voordat ik weet wat ik sta te doen. En dit stuk van Gerardjan was lastig te doorgronden. Hij gaat in zijn tekst van associatie naar associatie. Het ene moment heeft ie het over rozen, het volgende moment is het porno. En dat moet geloofwaardig uit mijn mond komen. De kunst is dan dat niemand ziet dat je er moeite mee hebt."

In 'Ben ik al geboren?' wandelt een vrouw (Bulthuis) door haar herinnering. Ze ziet mensen praten en ruziën. Ze kan niet verstaan wat ze zeggen, maar ze kent hen, denkt ze. Ze vertelt over wie en wat ze ziet. Voor Sacha Bulthuis is het niet zo belangrijk waar deze vrouw zich bevindt. Of ze nu op het randje tussen leven en dood zweeft of al dood is, dat moet het publiek zelf maar uitmaken. „Ik speel haar zo reëel mogelijk. Het gaat over iemand die het leven niet aankon en altijd vluchtte in de literatuur. Als ze terugkijkt is ze nogal zuur, tot ze bedenkt: 'wacht even, ik was hier wel zelf bij'. Het heeft zowel iets tragisch als iets komisch, zo'n vrouw die enorm aan het kankeren slaat op haar familie."

De actrice vereenzelvigt zich absoluut niet met haar personage. „Geen enkele rol komt dichtbij. Je doet het weliswaar met jouw lijf, gewicht en stem, maar verder heeft het niets met mij te maken. Ik hoef ook geen achtergronden van de schrijver te weten of zo. Jij moet het doen en niemand anders. Er is niets erger dan een acteur die staat te spelen wat ie meent. Nee, dat zeg ik verkeerd. Je moet wel menen wat je speelt, maar ik denk dat je je niet moet inleven. Dat is de taak van het publiek."

Die nuchtere instelling ten opzichte van het vak, heeft ze altijd al gehad. Zelfs al tijdens haar opleiding aan de Amsterdamse Toneelschool. Even wankelde ze, toen ze in 1974 haar eerste Theo d'Or in ontvangst mocht nemen. „Die prijs kwam veel te vroeg, veel te onverwacht. Ik was nog zo jong. Ik ben daar toen enorm van geschrokken. Ik kon het helemaal niet aan. Ineens werd ik tot speciaal gebombardeerd, wist ik niet meer precies waar ik bij hoorde. Gelukkig ben ik toen goed geholpen door de mensen om me heen."

Inmiddels staat ze een stuk sterker in haar schoenen. Gemakkelijker wordt het vak echter niet. „Naarmate je ouder wordt, neemt de onzekerheid alleen maar toe. Dat hoor ik ook van andere acteurs. Je moet steeds meer aan een bepaald verwachtingspatroon voldoen. Ik sta soms doodsangsten uit voor ik dat toneel op moet. Een enorme faalangst maakt zich dan van me meester. Een tijdje terug heb ik zelfs gedacht dat ik het maar niet meer moest doen. De angst werd te groot. Maar nu heb ik er weer plezier in. Het is een prachtig vak, tenminste, als het lukt."

De Nederlandse toneelwereld zonder Sacha Bulthuis is moeilijk voor te stellen. Ze is een geboren actrice. Toen ze op haar tiende een voorstelling van de Nederlandse Comedie zag, wist ze, dit wil ik ook. En al jaren bewijst ze dat ze destijds de juiste keuze maakte. Volgend jaar is er ruimte voor een uitstapje buiten Toneelgroep De Appel. Dan speelt ze bij het Nationale Toneel in 'De Kersentuin' van Tsjechov. Maar dan wel onder de vertrouwde regie van (Appel-oprichter) Erik Vos.

| Meer