Cape Fear 2
Het woud

Ostrovskimiddag

Ostrovskimiddag: Censuur in de literatuur

Zaterdag 19 mei vond in het kader van de voorstelling Het woud van Alexander Ostrovski, geregisseerd door David Geysen de derde Literaire Middag plaats. Het thema van deze middag was De censuur in de literatuur.

Centrale gast was Frank Westerman. Schrijver van Ingenieurs van de ziel, een boek over het gevecht tegen de censuur van schrijvers die in een totalitair regime leven. Dit boek is genomineerd voor de AKO Literatuurprijs 2002. Met de roman El negro en ik (naar aanleiding van de geschiedenis van de opgezette Zuid-Afrikaan in een Spaans museum) won Westerman De Gouden Uil 2005.

Marcel Otten, de in Ierland wonende Nederlandse auteur/vertaler, vertelde tijdens de Ostrovskimiddag over Op eendejacht van de nog onbekende Russische toneelauteur Alexandr Wampilow. Hij maakte speciaal voor De Appel een vertaling van Op eendejacht. Acteurs van De Appel lazen fragmenten uit deze tekst.

Sacha Vanloo bracht tijdens de Ostrovskimiddag Russische liederen en muziek ten gehoren. Sacha is van Oekraïense afkomst en vertolkt vol melancholie en dronken liefde de Russische ziel.
Luister naar Sacha Vanloo (mp3)

overzicht Ostrovskimiddag

Frank Westerman

Frank Westerman is een van de meest bekroonde schrijvers in Nederland. Hij schrijft, vanuit een journalistieke achtergrond, literaire non-fictie over verschillende onderwerpen. Essentieel in al deze boeken is de wijze waarop Westerman zijn betrokkenheid bij deze onderwerpen onder woorden weet te brengen.

Frank WestermanFrank Westerman, in 1964 geboren in Emmen, groeide op in Assen. Na het behalen van zijn VWO-diploma begon hij in 1983 aan de studie Tropische Cultuurtechniek in Wageningen. In het kader van zijn afstudeeronderzoek (naar pre-Columbiaanse irrigatiemethoden van Aymara-indianen in de Andes) woonde hij in 1987 in Peru, waar hij zijn eerste journalistieke reportages schreef.
Na zijn afstuderen (cum laude, in 1989) reisde hij als freelance journalist naar onder meer Cuba, Mexico, Kameroen, Sierra Leone, Roemenië en het uiteenvallende Joegoslavië. In 1992 vestigde Westerman zich als Volkskrant-correspondent in Belgrado. Over zijn verblijf daar schreef hij het boek De brug over de Tara (Atlas, 1994).
Als verslaggever voor NRC Handelsblad publiceerde hij vervolgens een reeks onthullende artikelen over de val van Srebrenica in juli 1995. Hij werkte mee aan een IKON-documentaire over Srebrenica die werd bekroond met de Bronzen Luis voor tv-journalistiek. Met journalist Bart Tijs schreef hij Srebrenica, Het zwartste scenario (Atlas, 1997).
Van 1997 tot eind 2001 werkte Frank Westerman als correspondent voor NRC Handelsblad in Moskou. In 1999 verscheen De Graanrepubliek (Atlas), dat werd genomineerd voor de Generale Bank-literatuurprijs en de Gouden Uil en bekroond met de dr. L. de Jongprijs. In De Graanrepubliek beschrijft Westerman de strijd tussen rijke herenboeren en communistische arbeiders in de provincie Groningen. Westerman begint zijn verhaal in 1886, het begin van de industrialisatie, de opkomst van anarchisme en communisme. Hij beschrijft de vergeten opstand van 1892, toen de verpauperde knechten zingend en zwaaiend met pistolen de kapitale boerderijen van het Groninger land omsingelden. Hoofdrolspelers zijn 'de rode boer' Sicco Mansholt en de rijke boerenfamilie Tijdens. In hun voetspoor neemt Westerman de lezer mee van de executieverkoop van de hoeve Torum in 1922, via het verzet in de Wieringermeer naar het naoorlogse Brussel en Berlijn, om vandaar terug te keren naar de kleidorpen achter de Waddendijk.
Een editie met foto's van De Graanrepubliek verscheen in 2005 bij uitgeverij Olympos (goedkope literaire non-fictie-uitgaven)

Reizend door de tijd laat Frank Westerman zien hoe de grote ideologieën het boerenerf als een windhoos hebben beroerd, en hoe de neergang van de Groninger graanbaronnen noodlottig is verbonden met de opkomst van het geslacht Mansholt. 'Ze willen de sporen uitwissen van wat ons is aangedaan,' zegt een oude landarbeider over het apocalyptische einde van de graanrepubliek. 'Land dat je onder water zet komt nooit meer terug.'

Ingenieurs van de ziel uit 2002 is een zoektocht naar de fundamenten van het Sovjet-systeem en de rol van schrijvers in deze totalitaire staat. Westerman beschrijft onder meer hoe schrijvers als Paustovski verplichte lofzangen op grote waterwerken zongen. Het boek werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs 2002, ontving de dr. Wijnaendts Franckenprijs en de tweejaarlijkse Jan Greshoffprijs. Uit het juryrapport: 'Een meeslepende, van een grote persoonlijke betrokkenheid getuigende studie over de taak van de schrijvers in de stalinistische Sovjetunie om grote planologische, met name waterbouwkundige, mislukkingen te verdoezelen.'

El Negro en ik uit 2004 is een reconstructie van het leven-na-de-dood van El Negro, een naamloze zwarte die opgezet was en sinds 1831 in Europa te bezichtigen was. Westerman stond in 1983 als negentienjarige student oog in oog met hem in een Spaans museum. In zijn boek volgt hij deze geprepareerde mens van Parijs waar hij in 1831 arriveert tot de Pyreneeën waar hij tot 1997 te bezichtigen was. In deze reis wekt Westerman El Negro tot leven als een commentator van zijn tijd: een naamloze zwarte die het Europese denken over slavernij, kolonialisme en racisme in een schrijnend daglicht plaatst. Westerman vervlecht ook zijn persoonlijke ontwikkeling sinds hij tegenover El Negro stond in dit literaire reisverhaal: zijn keuze voor het ontwikkelingswerk en zijn observaties van racisme.
El Negro en ik werd bekroond met de Gouden Uil 2005. Ook werd het genomineerd voor de Bob den Uyl Prijs en de AKO Literatuurprijs.

Frank Westerman deed na El Negro en ik onderzoek naar ramp- en zondvloedmythologieën. Hierover verschijnt begin 2007 een nieuw boek: Ararat. Westerman beschrijft hierin de neiging van de mens, rampen op te vatten als een straf van God voor een zondige samenleving, denk aan het Bijbelse zondvloedverhaal. Westerman onderzoekt de verhalen die er over de Ark van Noach bestaan en beschrijft zijn gevoel toen hij als jongen op een christelijke middelbare school, vernam dat het verhaal tal van oudere varianten had in andere culturen. Daarmee wordt de vraag naar de verhouding tussen kennis en geloof gesteld. In Westermans eigen leven werd deze langzaam maar zeker anders beantwoord.
In Ararat maakt Frank Westerman een reis op het breukvlak van religie en wetenschap. Ook letterlijk: hij bezoekt de legendarische meer dan 5000 meter hoge berg en beklimt deze tenslotte.
'Waar is de God van mijn kinderbijbel? Wie of wat heeft zijn plaats ingenomen?'
Deze en andere vragen komen op wanneer Frank Westerman vanuit Armenië de Bijbelse Ararat ziet, waar ooit de ark van Noach zou zijn gestrand. Op zoek naar ervaringen die zijn persoonlijke binnenwereld tonen, houdt hij de mythes én de steenharde realiteit van deze majestueuze vulkaan tegen het licht.
Ararat, is tegelijk een tijdreis door het Nederland dat in enkele decennia het anker van het geloof lichtte.

Westerman ontving op 9 maart 2005 de Alumnus Award van de Universiteit Wageningen. Met deze prijs worden afgestudeerden geëerd die een bijzondere loopbaan na hun studie hebben. De jury zegt in haar rapport: 'Aan de hand van de persoonlijke verhalen van mensen stelt Westerman maatschappelijke thema's aan de orde, die voor Wageningen UR uitermate relevant zijn, omdat ze betrekking hebben op zaken als leefbaarheid, veranderingsprocessen en - zeker in zijn laatste boek - ontwikkelingssamenwerking. Dat doet hij op een manier die niet alleen zeer toegankelijk is, maar de lezer ook dwingt om er zelf over na te denken.'

Critici vergelijken het werk van Westerman wel met het werk van Geert Mak. Rob Schouten: 'Deze schrijver wil geen objectieve, evenwichtige geschiedenis schrijven maar het geheel benaderen vanuit een persoonlijke invalshoek. Westerman past op die manier naadloos in de 'school' die Geert Mak met boeken als Een kleine geschiedenis van Amsterdam en Hoe God verdween uit Jouwer de laatste jaren lijkt te maken: algemene grote geschiedenis reduceren tot karakteristieke persoonlijke geschiedenis, ingeleefd, sfeervol en authentiek, zonder de historische werkelijkheid geheel uit het oog te verliezen.' (Trouw, 22 mei 1999).

Boeken van Frank Westerman verschenen in het Duits, Spaans, Frans, Engels en Italiaans.

Persreacties
Rob Schouten over De graanrepubliek: 'Eigenlijk bedrijft Westerman een soort documentaire vorm, hij leest zich goed in in de geschiedenis en gaat vervolgens bij de betrokkenen langs om via een persoonlijk woordje dat verleden op te frissen. Heel aardig, geen steile geschiedschrijving, ook geen populair-wetenschappelijke prietpraat. Echte standpunten neemt hij vervolgens niet in, hij is meer sociaal-politiek-historisch carthograaf dan criticus. Alle deelnemers, herenboer, communist, socialistisch politicus, krijgen van hem hetzelfde begrip. Zijn blik is scherp en sociologisch maar hij kiest geen partij.' (Trouw, 22 mei 1999).

Michaël Zeeman over Ingenieurs van de ziel, 'Het mateloos fascinerende, ja, adembenemende nieuwe boek van Frank Westerman': 'Westerman concentreert zich op de rol die Boris Pilnjak, Andrei Platonov en Konstantin Paustovskij als schrijvers hebben gespeeld in deze tak van de geschiedenis van het socialistisch realisme in de Sovjetliteratuur. Zijn boek is tegelijkertijd de reconstructie van wie wanneer wat gedaan heeft en van de manier waarop hijzelf zijn onderwerp heeft uitgediept. Het is cultuurgeschiedenis, politieke geschiedenis, mentaliteitsgeschiedenis, reisverslag en the making of ineen. [...] Het [boek] is verrassend en origineel, en wat is het meticuleus onderzocht en goed geschreven. Die jongen verdient een prijs en een levenslange werkbeurs.' (Volkskrant, 15 februari 2002).

De Frankfurter Rundschau over Ingenieurs van de ziel: 'Een dramatische meesterproef.'

NRC Handelsblad over El negro en ik,
'Schitterend (...). Dat Westerman een meester is in het genre (van de literaire non-fictie) liet hij al zien in zijn terecht bejubelde De graanrepubliek (1999) en Ingenieurs van de Ziel (2002). El Negro en ik is er het derde bewijs van.'

| Meer