Zeezicht 2
Het bezoek

Appel en Wereld 2005/2006 Het bezoek Wereldliteratuur: De duivel en het meisje van Paulo Coelho

Een door tijd en wereld vergeten gehucht in de bergen wordt het toneel van een verontrustende veldslag wanneer zich daar een vreemdeling meldt. Hij is afkomstig uit een ver land en wil een antwoord op de vraag die hem obsedeert: is de mens in het diepst van zijn wezen goed of slecht? De komst van deze mysterieuze man heeft tot gevolg dat het dorp betrokken raakt bij een listig spel, dat onuitwisbare sporen zal achterlaten. Het boek is geïnspireerd op Het bezoek van een oude dame van Dürrenmatt. Een fragment...

'In dit dorp is iedereen eerlijk, en u op de eerste plaats,' ging de vreemdeling verder. 'Ik heb u een staaf goud laten zien, die u de financiële onafhankelijkheid kan bieden waardoor u hier weg kunt, de wijde wereld in, om te doen waar meisjes in kleine geïsoleerde dorpen steeds van dromen. De staaf blijft hier liggen. U weet dat hij van mij is, maar u kunt hem stelen zodra u dat wilt. Maar dan zult u wel tegen het hoofdgebod 'gij zult niet stelen' zondigen' Het meisje keek de vreemdeling aan.

'Wat de andere tien staven betreft, die zijn zoveel waard dat alle inwoners van dit gehucht de rest van hun leven nooit meer hoeven te werken,' vervolgde hij. 'U hoeft ze niet te bedekken omdat ik ze ergens anders ga verbergen, op een plek die alleen ik zal weten. Ik zou willen dat u bij terugkomst in het dorp zegt dat u deze staven hebt gezien, en dat ik ze aan de inwoners van Viscos wil overdragen onder de voorwaarde dat zij iets doen wat ze nooit gedurfd hebben, zelfs niet in hun stoutste dromen.'

'Wat dan?'

'Heel concreet gaat het hierom: ik wil dat ze het gebod 'gij zult niet doden' overtreden.'

'Wat?!' gilde ze bijna.

'U hebt het goed gehoord, ik wil dat ze een moord plegen.' De vreemdeling zag hoe het meisje verstijfde. Ze kon wegrennen nog voor hij uitverteld was. Hij moest haar snel de rest uitlegen.

'Ik geef ze een week de tijd. Wie het slachtoffer is kan me niet schelen. Het mag een oudje zijn dat geen enkel maatschappelijk nut meer heeft, een ongeneeslijk zieke, of een verstandelijk gehandicapte die alleen maar zorg vraagt, wie het slachtoffer is doet er niet toe. Maar als blijkt dat na zeven dagen iemand vermoord is, gaat dit geld naar de dorpelingen en is mijn conclusie dat wij allemaal slecht zijn. In het geval dat u die ene goudstaaf steelt maar het dorp de verleiding weerstaat, of andersom, is mijn conclusie dat er goede en slechte mensen zijn.' (p.25-26)

Paulo Coelho, De duivel en het meisje, De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen, 2004

| Meer