Zeezicht 2
Het bezoek

Gerardjan Rijnders, gastregisseur

Zwemmen naast een vriendje

Gerardjan Rijnders is een keer bijna verdronken in Scheveningen. 'Als jongetje was ik echt een zwemfanaat, ik zat op een vereniging en die organiseerde een wedstrijd aan de kust van Scheveningen. We moesten van de haven naar de Zwalsmanpier zwemmen en weer terug. Ik was toen verliefd op een vriendje van me. Ik wilde naast hem zwemmen. Ik had niet in de gaten hoe koud het water was en hoe moe ik werd. Ik vond het alleen maar fijn om naast hem te zwemmen, ik kreeg allemaal mooie herinneringen en ik raakte in een soort droomtoestand, zoals je wel hoort van mensen die bijna verdronken zijn. Het is niet eng, maar eigenlijk heel fijn. Opeens werd mijn droom verstoord door mannen die mij en mijn vriendje aan boord van een boot trokken. Daar zaten we onder dekentjes, op het dek van het bootje en later in een tent op het strand met andere jongetjes die uit het water waren gehaald. Mijn vader kwam me ophalen en hij was zo teleurgesteld dat hij het nauwelijks kon verbergen, omdat ik zo'n watje was dat ik de wedstrijd niet had uitgezwommen.'

Gerardjan is geboren in Delft, op zijn tiende verhuisde hij met zijn ouders naar Wassenaar. 'Ik ging naar Den Haag als jongetje, Den Haag is voor mij zwemmen, theater en dansles. Ik ging er voor het eerst naar het theater. Ik was een jaar of dertien toen ik in mijn eentje naar de Koninklijke Schouwburg ging. Ik vond het fantastisch. Het was Het donker is licht genoeg, een drama in verzen van Christopher Fry. De volgende dag op school zei ik: 'Ik ben naar toneel geweest,' en toen ik zei hoe de voorstelling heette zei een meisje: 'Ja, voor jou wel.' Toen besloot ik er verder mijn mond maar over te houden. Ik weet niet zo goed meer waar het over ging, maar er liepen allemaal half aangeklede mannen over het toneel.

Bij dansles hadden we ieder jaar een gekostumeerd bal. Ik was verkleed als Julius Caesar. Mijn zus had zich ontfermd over de outfit, ze had gezorgd voor het lauwerkransje, mijn haar en de juiste veterlaarsjes. Ik won. Toen hoorde ik iemand zeggen: 'O, ik dacht dat het een meisje was.' Ik ben nooit meer gegaan.

Den Haag heeft voor mij vooral betekenis in herinneringen. Nu heb ik er niet zo veel meer mee. Het is een werkplek en mijn moeder woont hier, vlakbij De Appel, in een tehuis.

website Gerardjan Rijnders

| Meer