Motel Detroit 1
Het woud

'In een systeem van macht is niets privé'

Film Das Leben der Anderen

Das Leben der Anderen

Inleiding
De Duitse film Das Leben der Anderen (2006) schetst de Duitse maatschappij in het midden van de jaren tachtig; een maatschappij waarin het leven van de burger, en in het bijzonder dat van de kunstenaar, de schrijver en de vrije denker, nauwlettend in de gaten wordt gehouden door de Stasi: het Ministerium für Staatssicherheit. 100.000 Stasi-ambtenaren en 200.000 informanten zorgden ervoor dat de staat ‘alles wist' om zo tijdig staatsvijandelijke elementen te ontdekken en te elimineren. De lengte van het archief waarin alle informatie over verdachten stond opgeslagen bedroeg meer dan honderdtachtig kilometer.
De film werd in de Duitse pers uitgeroepen tot dé film die definitief een einde maakte aan de Ostalgie, de neiging van veel Duitsers om de DDR af te schilderen als een ongevaarlijke, beetje lachwekkende misstap in de geschiedenis. Dana Linssen (filmcriticus) vertelt: ‘Das Leben der Anderen komt voort uit een reeks films waarin wordt geprobeerd een houding te vinden ten opzichte van het recente Duitse verleden, toen Duitsland nog in tweeën gedeeld was. Films als Sonnenallee en Goodbye, Lenin! gingen Das Leben voor en keken met goedmoedige nostalgie naar vroeger. De Ostalgie-trend was een feit. Das Leben der Anderen is grimmiger.'

Filmmaker Florian Henckel von Donnersmarck legt uit: ‘Das Leben der Anderen gaat over hoe het voelt als je privacy geschonden wordt, hoe het voelt om meer te weten over iemand anders dan je wilt weten, hoe het voelt als mensen je onder druk zetten om iets te geloven dat je eigenlijk niet gelooft...'

Plot
De Stasi-officier Gerd Wiesler (Ulrich Mühe) krijgt de opdracht om toneelschrijver Georg Dreyman (Sebastian Koch) te observeren en af te luisteren door het plaatsen van afluisterapparatuur in diens woning. Wiesler installeert zich op de zolder van het flatgebouw waar Dreyman samenwoont met zijn vriendin, de actrice Christa-Maria Sieland (Martina Gedeck), waar hij vervolgens alle gesprekken afluistert en tot in detail noteert. In plaats van Dreyman aan te geven ontdekt Wiesler, door het beleven van ‘het leven van anderen', de wereld van kunst en liefde. Wiesler neemt afstand van zijn verplichtingen wanneer Dreyman, na de zelfmoord van zijn vriend (de theaterregisseur Albert Jerska) een kritisch artikel schrijft over het verband tussen zelfdoding en het repressieve regime. Dankzij Wiesler gaat Dreyman vrijuit: als dank draagt Dreyman het boek Sonate van een goed mens, welke hij na de val van de Berlijnse muur schrijft, op aan HGW XX/7, de onbekende Stasi-agent.

De kracht van kunst
De vraag die ten grondslag ligt aan de film, en tevens door het personage Dreyman wordt uitgesproken, luidt: ‘Kan iemand die deze muziek echt hoort, een slecht mens zijn?' In de film wordt hier De Sonate van een goed mens (Beethoven) bedoeld, welke Jerska schenkt aan Dreyman voor diens veertigste verjaardag.
Von Donnersmarck vertelt: ‘Lenin zei ooit dat hij niet meer naar zijn favoriete muziek wilde luisteren. Dat was Beethovens Appassionata. Hij zei: Als ik dat doe dan wil ik mensen over hun hoofd aaien. Terwijl ik die hoofden juist moet inslaan om de revolutie af te kunnen maken.'
Ook het hoofdpersonage in Das Leben der Anderen ervaart dit. Wanneer Wiesler De Sonate van een goed mens beluistert, wordt hij geraakt en loopt er een traan over zijn wang.

De kunstenaar en het regime
Literatuur, theater en muziek spelen een centrale rol in de film. Het DDR-regime trachtte de kunst als propaganda te gebruiken voor hun eigen doeleinden, maar controleerde haar ook intensief om te voorkomen dat ‘staatsgevaarlijke' kunst gelezen, getoond of gehoord zou worden. Maar wanneer is een muziekstuk, een abstract gedicht, een beeldhouwwerk socialistisch? De onmogelijkheid van het beantwoorden van deze vraag leidde ertoe dat kunstenaars vaak willekeurig ‘juist' of ‘fout' werden bevonden. Net als in de film lagen vaak persoonlijke redenen ten grondslag aan arrestaties: in Das Leben der Anderen speelt de begeerte van Hempf, de minister van Cultuur, voor Dreymans vriendin, een doorslaggevende rol in zijn besluit om Dreyman ‘door te lichten'.

Interessant zijn de verschillende houdingen die de kunstenaars ten opzichte van het regime aannemen. Dreyman stelt zich neutraal op, Jerska is aanvankelijk strijdvaardig, maar krijgt een beroepsverbod, waarna hij zich, volledig gedesillusioneerd, terugtrekt. Christa-Maria schikt zich onder het regime uit angst haar acteerwerk niet meer te kunnen doen. Ze slaapt met Hempf en verraadt haar man.

Tijdens zijn zoektocht naar achtergrondinformatie voor het scenario, sprak Donnersmarck met zowel Stasi-medewerkers als Stasi-slachtoffers. Acteur Ulrich Mühe (Gerd Wiesler) vertelt hem dat hij enkele jaren geleden ontdekte dat zijn vrouw een Stasi-informante was. Mühe was in de jaren tachtig een gematigd socialist, maar had een uitgesproken hekel aan het repressieve regime. Zijn vrouw hield de Stasi op de hoogte van zijn activiteiten, waardoor hij werd bestempeld als staatsgevaarlijk. In zijn theatergezelschap waren maar liefst vier acteurs die de Stasi informeerden over zijn doen en laten. De Stasi verordende dat hij tijdens zijn militaire dienst met een machinegeweer op de muur moest staan om vluchtelingen neer te schieten.
Von Donnersmarck: ‘Toen Ulrich Mühe me zijn Stasi-dossier liet inzien, zag ik dat er ook notities van zijn ex-vrouw instonden. Omdat ik dacht dat mensen daar toch wel achter zouden komen, vroeg ik hem of hij daar wat over wilde vertellen. En dat heeft hij gedaan. En toen kreeg hij er toch van langs! Dat hij het alleen maar vertelde om de film te promoten, dat hij zelf een informant was. Dat is toch wel de omgekeerde wereld, jarenlang ‘bespitzelt' worden en dan zelf uitgemaakt worden voor informant. Hij werd zelfs door zijn ex voor het gerecht gesleept, en die rechtszaak heeft hem meer gekost dan hij aan de film verdiend heeft. Want die rechtszaak heeft hij verloren. In Duitsland gaat men er namelijk vanuit dat Stasi-documenten geen bewijs zijn, maar een indicatie. Dus als iemand een dossier heeft van meer dan 500 pagina's, en dat over een periode van 10 jaar dan geldt dat nog niet als bewijs (...) typisch Duitsland. Wij zijn geen land van het vrije woord, maar een land van wetten en regels.'

Das Leben der Anderen belicht zo een periode uit de Duitse geschiedenis die gemakkelijk ‘goedgepraat' wordt en laat zien dat vrijheid van overtuigingen en vrijheid in kunstenaarsschap ook in het ‘vrije Westen' geen vanzelfsprekendheid is.

Eline Ebbekink (stagiaire dramaturgie Toneelgroep De Appel)
| Meer