Zeezicht 1

Dans

Dans als een omsluierd gemis

Filosofische bedenkingen naar aanleiding van Dans van Geert de Jong en Le corps et sa danse van Daniel Sibony

'Je danse donc je suis.' Dansen is een gebeurtenis waarbij lichamen bestaan. Een lichamelijk bestaan dat men deelt met de andere, die meedanst of gewoon toekijkt. In het dansen vindt men een oorspronkelijke toestand terug, die van het spelen in de kindertijd. Een soort enthousiasme. Door dit enthousiasme raakt de dans aan de trance. Dansen is een sprong in het zijn, een in-beweging-zijn. Maar velen weigeren te dansen. Zij voelen een remming die hen verbiedt een verhaal van verleiding te riskeren, een verhaal dat verder gaat dan spreken. Zelfs professionele dansers voelen die remming. Het verbod zich bloot te geven.

Wat gebeurt er als mensen hun lichamen in bizarre bochten wringen? Wat gebeurt er met hun lichaam dat vol zit met woorden en verhalen als ze plotseling niet meer weten wat ze doen en spontaan beginnen te bewegen? Is het dwaasheid die hen toelaat te regenereren, nieuw te worden? 'Na het dansen voel ik me als herboren' hoorde ik een fervent fuifnummer zeggen. Blijkbaar helpt het genieten van het dansen serieuze mensen om de ondraaglijke lichtheid van het bestaan aan te kunnen. Maar dansen confronteert de mens ook met de ijdelheid van zijn bestaan. Dansend vergeet men even de functies en verantwoordelijkheden die men in het dagelijkse leven uitoefent. Dansen ruïneert de burger in ons. Dans daagt het lichaam uit om zich buiten de grenzen van zijn dagelijks gedrag te begeven. En aan die grenzen van het zijn originele bewegingen te ontmoeten. En dit werkt bevrijdend. Bovendien biedt het dansen veilige drempels om het lichamelijke contact met de andere op te zoeken. Woorden delen met iemand is zonder risico. Je lichaam delen met iemand is risicovoller. Dit gebeurt eigenlijk alleen bij vrijen of bij vechten. Is dansen iets tussen vrijen en vechten?

De dans maakt van het lichaam een vraag. Een vraag die wil betekenen wat het lichaam tekort komt. Wat het verlangt. Erotiek, liefde, vriendschap? Of gewoon de blik van een derde die toekijkt hoe het lichaam verwikkeld raakt in een strijd van verleiding met een danspartner. De dans geeft fantasieën en dagdromen een lichamelijk leven. Men danst als een prins of prinses, als een hoer of een Don Juan, als een heks of een tovenaar, enz. Zo brengt de dans dromen in beweging die nooit uitgesproken worden. Zo verschalkt de droom het bewustzijn door zich te lenen aan het lichaam. Daarom maakt dansen iets wakker uit een ver verleden, toen moeder of vader ons in slaap wiegde, maar is het tegelijk een uitnodiging waardoor we de toekomst lachend tegemoet zien.

De dans maakt van het lichaam een uitnodiging, een oproep, om dàt te benoemen wat het lichaam mist om volledig te zijn. Een tekort dat teruggaat tot aan de geboorte en vanaf dat moment een eigen imaginair leven leidt. Elk antwoord op dit tekort geeft vorm (schrijft het letterlijk in het lichaam in) aan imaginair bestaan dat het oorspronkelijke tekort toedekt, omsluierd als een mist (te begrijpen in zijn dubbele betekenis; als weerkundige 'mist' en als vervoeging van het werkwoord 'missen'). Een omsluierd gemis.

Dansen is een omsluierd gemis waardoor je als herboren wordt: geboorte, transformatie, iemand die zich uit de cocon van zijn lichaam wringt door zich van zijn remmingen te bevrijden. Het lustgevoel en de lichamelijke ontspanning die dansen, opwekt laten het lichaam opnieuw geboren worden. Geboorte als een voortdurend lichamelijk proces dat door de dans wordt gevierd. Het dansen kan op elk moment beginnen. Lust en angst gaan hand in hand. De angst voor de andere, de vreemde, die ik toelaat in het hart van mijn intimiteit (tijdens de lichamelijkheid van het dansen), zorgt voor een tweede geboorte. Een symbolische geboorte. Omdat een subjectivering onvermijdelijk wordt. In de blik van de andere worden we dansend object van verlangen, en in het dansend kijken naar de anderen worden we verlangend subject. In deze ruimte waarin subject en object voortdurend van plaats wisselen, wordt liefde mogelijk. Bij het wedstrijddansen vermijden de koppels om elkaar in de ogen te kijken, omdat het wedstrijdkarakter belangrijker is dan de liefde. In de voorstelling Dans van Geert de Jong, overwint uiteindelijk de liefde... De taal van de dans is die van het verlangen te handelen. Een omgaan met lichaam en ruimte dat vergelijkbaar is met de liefde bedrijven.

Dans is niet alleen een uitnodiging, een vraag, het is ook een herinnering. In elk lichaam staat geschiedenis geschreven. In rituele dansen wordt dikwijls trance nagestreefd. Deze trance is een lichamelijke autohypnose. Het lichaam is het object van de hypnose. Men wordt volledig opgenomen in het lichamelijke geheugen of de in het lichaam geschreven geschiedenis. In de film 'Exil' zit een aangrijpende scène waarin moslimvrouwen zich met muziek en dans, in een clandestiene ruimte, in trance brengen om zich te bevrijden van opgehoopte frustraties ten gevolge van de seksuele onderdrukking die ze ondergaan in hun cultuur.

Het lichaam is een complexe structuur dat zich ergens tussen het werkelijke lijf (het nu) en het lichaam als een geheugen (het verleden) beweegt. Sibony maakt een onderscheid tussen 'le corps actuel' (het actuele lichaam) en 'le corps-mémoire' (het geheugen-lichaam). Het actuele lichaam (of werkelijke lijf) is het reële lijf zoals je het zelf ziet en zoals anderen het zien. Deze blik wordt doorkruist door het imaginaire en de herinneringssporen die zich aan dat lichaam hebben gehecht. Dit geheugen-lichaam kan net zo goed vlees als woord zijn, het is drager van de wet, het verbod. Dat wat wij ons lichaam noemen is de ruimte tussen die twee polen en de slingerbeweging die het lichaam daartussen maakt. Een beweging die we vertalen als een goed gevoel, een extase, een vermoeidheid, enz. De gradatie van de trance is afhankelijk van de intensiteit van het ritme en de bewegingen van het actuele lichaam. Het lichaam wordt afwisselend geworpen-opgevangen, verloren-gevonden, aanwezig-afwezig. Net zoals de ademhaling afwisselend in- en uitademt, tot men een soort lichamelijk orgasme (een afwezigheid of petit mort) bereikt.

Het lichaam van de danser draagt het verlangen naar de andere. Zijn dans herinnert de anderen dat ook zij drager zijn van een verlangen. Een verlangen dat verdrongen wordt. Zo ondervraagt de dans de dialoog tussen orde en chaos. Zo schept ze een ruimte waarin vrijheid denkbaar wordt en waarin een lichamelijk offer wordt gesublimeerd. Zoals in de sport waar men in een aan regels gebonden spel een performance levert die gezien kan worden als een offer. Hetzelfde kan gezegd worden van de acteur. Rodrigo Garcia maakt hiervan in zijn stuk Prometheo een dwingende metafoor: bokser - acteur - Prometheus. De acteur laat net als Prometheus zijn steeds weer aangroeiende lever verslinden door het publiek. Net zoals een bokser die keer op keer de boksring ingaat. Het stuk gaat over het offer dat de acteur brengt en speelt zich in een boksring af. Daar neemt hij het op tegen een criticus en tegen zijn publiek...

Wat het dansen beoogt is aanwezigheid, of wat men 'zijn' noemt. Dans maakt van het lichaam een gebeurtenis of evenement, als een elementaire vorm van zijn, waar 'dat wat is' samenvalt met 'dat wat gebeurt'. De dans wil van het lichaam een gebeuren, een evenement maken. Zoals dit ook gebeurt in de liefde. Dansen is het lachen van een lichaam dat geniet van zijn bestaan, van zijn 'zijn'. En in het vrij bewegen een gratie, een zegening, vindt. Alsof het lichaam lachend herboren wordt.

Alain Pringels, dramaturg Toneelgroep De Appel

| Meer