Zeezicht 1
Don Quichote

In de pers Don Quichote - seizoen 2004/2005

Haagsche Courant Don Quichot achterna

door Willem Hoogendoorn

'Don Quichot' van Toneelgroep De Appel gaat op 2 april in première in het Appeltheater in Scheveningen. Vernuftige edelman, onsterfelijke zot, schutspatroon van alle onbezonnen dadendrang. Precies 400 jaar geleden reden Don Quichot en Sancho Panza voor de eerste keer uit, avonturen tegemoet die kunstenaars nog altijd inspireren. Vier theatermakers en artiesten leggen uit waarom. 'De feiten zijn de vijand van de waarheid!'

Het begon al toen Cervantes zelf nog werkte aan het tweede deel van 'De vernuftige edelman Don Quichot de La Mancha' en hij kon er niet om lachen. Dat iemand de brutaliteit bezat een vervolg te schrijven op zijn in 1605 verschenen Quijote zinde hem in het geheel niet; dat hij in het boek van Alonso Fernández de Avellaneda te kijk werd gezet als een oude, eenhandige en jaloerse zonderling die bedrogen werd door zijn vrouw ging te ver. 'Je zou willen', schreef hij in het voorwoord van het in 1615 verschenen tweede deel, 'dat ik hem voor ezel, kluns en brutale aap uitmaakte, maar dat komt niet in me op; laat zijn zonde hem straffen.'

Een jaar later stierf Miguel de Cervantes Saavedra (1547- 1616) zodat we niet weten hoe hij zou hebben gereageerd op alle andere Don Quichots die sindsdien - doorgaans met aanmerkelijk meer respect - zijn geschreven, geschilderd, gebeeldhouwd, gefilmd, gezongen en gedanst; wel zou het hem allicht gestreeld hebben te weten dat anno 2005 na de bijbel geen boek ter wereld meer vertaald is en dat overal hommages worden gebracht aan zijn geniale schepping.

Don Quichot was de inspiratiebron voor tientallen, zoniet honderden kunstwerken. Wie kent niet de beroemde gravures van Gustave Doré die ook weer zijn gebruikt in de laatste Nederlandse vertaling uit 1997 van Barber van de Pol - er zijn alweer 25.000 exemplaren van verkocht. Denk aan het briljante 'Pierre Menard, schrijver van Don Quichot' een verhaal van Jorge Luis Borges. Of aan Kafka's verbluffende 'De waarheid over Sancho Panza'. De tekening van Picasso van Quichot en Panza is het beeldmerk van het Spaans verkeersbureau. Richard Strauss componeerde het symfonisch gedicht 'Don Quixote', Jules Massenet een complete opera. Het bijzonderst is misschien het helaas nooit in het Nederlands vertaalde 'Leven van Don Quichot en Sancho' uit 1905 van de grote Spaanse schrijver Miguel de Unamuno. Daarmee werden de helden van Cervantes de enige romanfiguren van wie zelfs een biografie bestaat.

Lofrede

Stef Bos is een van de artiesten die zich van heel nabij met de Quichot heeft beziggehouden; de zanger/componist die Don Quichot in de eerste plaats beschouwt als 'een lofrede op de verbeelding en het menselijk vermogen om te dromen en zelfs voorbij de dood te denken' vertaalde een jaar of tien geleden de Amerikaanse musical 'The Man from La Mancha' van Dale Wasserman (1965), waar ooit Jacques Brel in schitterde. De versie van Bos werd gezongen en gespeeld door Ramses Shaffy, 'een echte Don Quichot'. 'De taal van die musical viel me tegen', aldus Bos. 'Een beetje flauw, Amerikaansedroom-gedoe. Ik heb het boek toen weer gelezen en gelouterd de laatste bladzij omgeslagen. Sindsdien heb ik mijn verbeelding gekoesterd. Dat het boek nog altijd zo inspirerernd is komt volgens mij omdat Don Quichot en Sancho Panza samen zo onnavolgbaar de hele menselijke psyche gestalte geven. De ene kant wil groots en meeslepend leven, de andere wil vooral houden wat hij heeft. Don Quichot en Sancho Panza zijn eigenlijk een en dezelfde persoon. In die zin maken ze ook deel uit van mijzelf.'

Diezelfde musical, maar dan in de uitvoering met Guus Hermus en John Kraaijkamp was de allereerste theatervoorstelling die choreograaf Jack Timmermans (55) ooit zag - hij zou erop terugkomen met een 'Don Quichot' die hij recent maakte met het Bredase dansgezelschap De Stilte. Tot twee jaar geleden kende Timmermans Don Quichot alleen via bewerkingen, hetzij in het theater, hetzij in de veelal sterk verkorte uitgaven voor kinderen. 'Toen ik het eindelijk las bleek het boek veel groter en rijker dan ik had verwacht', zegt hij. 'Vooral het tweede deel, dat vaak alleen als een vervolg wordt gezien. Dat is het wel, maar het is zeker zo interessant omdat het veel reflecterender is. Quichot reageert op wat in deel een is gebeurd en hij is minder getikt. Dat geldt ook voor Sancho Panza. Als hij eindelijk zijn eiland heeft en er moet rechtspreken, dan zegt hij opeens onbegrijpelijk verstandige dingen. Het probleem van al die bekorte uitgaves is dat alleen de bekendste avonturen van Quichot erin zijn opgenomen. Maar daarmee haal je de ziel uit het boek, het wordt eendimensionaal en uiteindelijk voorkomen ze eerder dat je het hele boek leest dan dat ze je aanmoedigen.'

De essentie van de Don Quichot van Timmermans is dat iedereen in staat is zijn eigen leven te maken en vorm te geven. 'De idee van de onmogelijke droom. Je moet het onmogelijke willen om in elk geval het mogelijke te bereiken. Don Quichot laat zien dat je veel verder kunt reiken dan je denkt. Dromen is wat anders dan jezelf voor de gek houden. Het gaat erom hoe je je leven inkleurt. Daarom is het slot van het boek zo ontroerend. Don Quichot ligt op zijn sterfbed, maar Sancho legt zich er niet bij neer. 'Ach, lieve beste heer, gaat Uwe Genade niet dood! (...) Weest u niet zo lui, maar sta op van dat bed en laten we verkleed als herders te velde gaan, zoals we hebben afgesproken; misschien vinden we mevrouw Dona Dulcinea wel onttoverd en al achter een struik.'

Waarmee hij wil zeggen: laten we blijven leven in de illusie. Want de feiten zijn de vijand van de waarheid! Daarom lopen ook die andere types in dat boek rond, de barbier en de pastoor en de nichten van Quichot. Zij vormen de contrasten, zij zijn de mensen die elke illusie vernietigen op grond van de realiteit.'

Daar wijst ook David Geysen (29) op, de acteur van Belgische komaf die zijn eigen 'Don Quichot' regisseert die binnenkort in première gaat bij Toneelgroep De Appel. Zijn gram richt zich op Sansón Carrasco die in deel twee stelselmatig tracht Don Quichot zover te krijgen dat hij zijn dromen opgeeft en terugkeert naar huis - uiteindelijk lukt het hem door Don Quichot in een duel te verslaan. 'Die Carrasco', zegt Geysen, 'verbeeldt de burgerman die jaloers op Don Quichot is omdat hij niet over evenveel fantasie beschikt. Dat geldt ook voor de barbier en de pastoor. Zij missen de passie van Don Quichot.' Het zaadje voor de voorstelling, vertelt Geysen, werd een paar jaar geleden gelegd in een decor dat je theatraal zou kunnen noemen. Samen met Iwan Walhein, die de rol van Sancho vertolkt, vond hij zichzelf midden in de nacht en erg dronken terug in een bootje op de Kaag. 'Op de oever zagen we het silhouet van een molen en Iwan die het boek aan het lezen was riep: 'Goh, hier zou ik graag Don Quichot willen spelen!' Toen De Appel me vroeg een regie te doen, moest ik daar aan denken.'

Het is de hartstochtelijke, romantische natuur van de ridder die Geysen het meest tot de verbeelding spreekt. Zonder aarzelen zegt hij: 'Don Quichot is zelf een kunstenaar. Iemand die alles achter durft te laten om z'n dromen te koesteren. Hij vermoordt dat kind in zichzelf niet. Ik ben daar zelf veel mee bezig, dat ik die kinderlijke dromen kwijt raak als ik ouder word en mijn dromen loslaat. Als theatermaker wil ik dat het publiek voorschotelen en ik hoop dat het zelf die kinderlijke dromen ook weer durft te koesteren. Dat is kennelijk mijn thema. Eerder heb ik 'De kleine Johannes' van Frederik van Eeden geregisseerd en 'Cyrano' en 'Pinocchio'. Pinocchio zegt ergens: 'k ben nu een echte jongen. En wat nu? Wel, Don Quichot is de volwassen Pinocchio.'

In de Don Quichot die hij zelf schreef en 'waar niet meer dan tien zinnen uit het boek in zitten' haalt Geysen meer dingen naar zichzelf toe. 'Ik wilde niet een verhaal navertellen dat iedereen kent, maar mijn eigen werkelijkheid creëren. Mijn relatie ging na zeven jaar naar de knoppen en in 'Don Quichot' reageer ik daarop. Het gaat over een huwelijk waarin de man zijn fantasie niet uitgelegd krijgt aan zijn vrouw. Die man wil groots en meeslepend leven, zijn dromen najagen en in elke scène probeert hij dat, in zijn fantasie. Het opvallende is dat hoe heftiger de scènes worden, hoe gelukkiger mijn personages lijken. Daarom heb ik bijna alle liefdesverhalen uit het boek erin gestopt, al doe ik dat op mijn eigen manier.

Fred Delfgaauw keek op een geheel andere manier naar Don Quichot - en zijn schepper. De begaafde theatermaker is er vrij zeker van 'dat Cervantes zich eindeloos in zijn graf omdraait' als gevolg van wat zijn geesteskind in de loop der eeuwen is aangedaan. Zelf maakte hij in 2000 de voorstelling 'Don Q.' waarin hij ten strijde trok tegen onnozelheid en smaakvervlakking, met hetzelfde idealisme als waarmee Don Quichot de wereld wilde ontdoen van alle kwaad.

Levenskunstenaar

Het kost Delfgaauw niet de geringste moeite uit te leggen wat hem zo inspireerde in die dwaze, magere edelman die zoveel slechte ridderromans had gelezen 'dat hij op de vreemdste gedachte (kwam) die enig gek ter wereld ooit heeft gehad'. 'Cervantes was een levenskunstenaar', zegt Delfgaauw, verwijzend naar het turbulente leven van de schrijver, wiens arm verlamd raakte in een zeeslag, die vijf jaar gevangen zat in Algiers en meer dan eens al dan niet terecht in de gevangenis verbleef. 'Hij bracht een hommage aan de liefde en de schoonheid om zijn woede over wat hij om zich heen zag tot bedaren te brengen. Maar hij smolt zijn kogels om tot inkt en vluchtte in de poëzie. Wat hij met Don Quichot wilde zeggen is dat dwaasheden gerechtvaardigd zijn als je echt voor iets staat en ik geloof dat Don Quichot staat voor de liefde. Daar wilde hij alles voor opofferen. Daarom is het ook zo mooi dat hij niet verliefd werd op een mooie, bestaande vrouw, maar op een lelijke, plompe boerenmeid. Zo gaf hij geen aanleiding tot rivaliteit en strijd. Hij liet zien hoe groot de liefde van Cervantes voor Dulcinea was, omdat hij in haar geloofde. In de loop der tijd is er echter iets verschrikkelijks gebeurd. De betekenis van Don Quichot is omgedraaid. Als we het tegenwoordig over hem hebben, bedoelen we: hou toch op, je vecht tegen windmolens. Maar Cervantes bedoelde precies het tegenovergestelde! Als je echt voor iets staat, ga je door, ook al is het doel onmogelijk te bereiken. Ik herinner me een dialoog, waarin Sancho iets zegt als: 'Wilt u een stukje kip, heer?' Quichot antwoordt trots: 'Ik ga ten liefde.' Hij is een van die onafhankelijke geesten die niet vlucht in materie, in eten, in luxe. Dat heeft hij allemaal niet nodig. Hij behoort tot die enkelingen die erin slagen de geest in stand te houden.'

Ook zal Cervantes, zegt Delfgaauw, weinig gelukkig zijn met de rol van schutspatroon van het fanatisme die zijn held is gaan vertolken. 'Hij was er juist op uit te waarschuwen voor de gevolgen van fanatisme! Maar ze zijn hem gaan misbruiken om het fanatisme te rechtvaardigen. Dat is nog zo'n tragedie. Vandaar dat in mijn voorstelling Cervantes tegen Quichot zegt: je hebt me verraden. Geloof niet in al die verhaaltjes die ze je vertellen, maar ga zelf op zoek naar de waarheid, naar de vrijheid. Wees niet een van die miljoenen die er niet eens aan beginnen omdat het toch zinloos zou zijn.'

Daarin schuilt volgens Delfgaauw de reden voor de invloed die Don Quichot al eeuwenlang blijft uitoefenen op kunstenaars en artiesten. 'In iedere artiest zit een wereldverbeteraar verborgen. Ze herkennen zich in hem omdat ook zij voor dwaas versleten worden en niemand naar ze luistert. Quichot is heel geschikt iets over te brengen. Mensen geloven in het mirakel van de dwaasheid. Don Quichot, Tijl Uilenspiegel, Peer Gynt, Pietje Bell... Ze zijn als de narren bij Shakespeare, omdat ze dwaas zijn, mogen ze alles zeggen.'

Haagsche Courant 11 maart 2005

| Meer