Cape Fear 3
Dovemansoren

Elmer Schönberger over Dovemansoren - seizoen 2001/2002

Vanwaar die plotselinge behoefte om voor toneel te gaan schrijven?

Het diende zich eigenlijk heel organisch aan. De behoefte om over andere dingen te schrijven dan muziek werd steeds manifester. Ik had niet meer genoeg aan 'schrijven over'. Daarom zocht ik naar wegen om mijn terrein te verbreden. Meer de kant van de fictie op te gaan. Nu had ik al eens een hoorspel geschreven en gemerkt dat het schrijven van dialogen mij erg beviel. Daar komt bij een levenslange liefde voor theater. Ik ben met het theater getrouwd. Letterlijk. Namelijk met een vrouw die actrice is.

Was je eerste stuk, Kwartetten, een initiatief van jou?

Nee. Maar het voorstel kwam wel op het juiste moment. De rol van passieve genietende dilettant begon ik onbevredigend te vinden, onvruchtbaar. Elsje (Els Ingeborg Smits; red.) en ik woonden anderhalf jaar in Gent omdat zij in Ten Oorlog, de Shakespeare-marathon van Tom Lanoye in de regie van Luc Perceval, speelde. Voor haar was dat een heel ingewikkelde, voor mij een heerlijke tijd. Weg van alles. Ik was al een tijd van plan een stuk te schrijven, maar had dat nog nooit uitgesproken. Tot op een dag de Toneelfabriek van Toneelgroep Amsterdam in Gent zijn tenten opzette. Een ontzettend leuke week. Elke avond uit, want ik zag alle voorstellingen en via Elsje kende ik veel acteurs. Op een avond raakte ik in gesprek met actrice Lineke Rijxman die me al eens eerder had gepolst of ik niet iets voor Toneelgroep Amsterdam wilde schrijven. Ze vroeg of ik niet iets workshopsachtigs wilde doen, 'iets met muziek'. Maar dat vond ik te vrijblijvend. Toen zei ze: 'Wil je niet gewoon een stuk schrijven?'. Dat was meteen raak. En zo raak dat ik ook meteen wist waar het over zou moeten gaan. Nog diezelfde avond hebben we Gijs de Lange over onze snode plannen ingelicht. Hij was meteen enthousiast en binnen een week zat ik te schrijven.

De relatie met Gijs de Lange is kennelijk goed verlopen, want hij regisseert ook je tweede stuk, Dovemansoren

Wat het prettige is in de samenwerking met Gijs, is dat hij erachter probeert te komen wat ík wil laten zien, wat ik met mijn stuk wil vertellen. Je hebt namelijk genoeg regisseurs voor wie de tekst, een stuk, vooral een vehikel is om zichzelf te manifesteren. Daarbij komt, ik weet dat Gijs niet een romantisch sentimenteel idee over muziek heeft. Dat is ook eerder uitzondering dan regel onder muziekminnende toneelmensen. Gijs heeft geen vakkennis van muziek, kan geen noten lezen, maar hij is wel vaak te vinden in het Concertgebouw en kent wel veel en ook heel uiteenlopend repertoire. En, wat erg belangrijk is, hij begrijpt de eigenheid van muziek. Dat muziek fundamenteel iets anders is dan toneel. Je hoeft met hem dus niet die zinloze discussies over de woordloze kunst van het gevoel te voeren.

Waar heeft de titel betrekking op?

Dovemansoren. Dat zijn dus de oren van een doveman. Maar het zijn ook de oren die niet willen horen. In die titel ligt het geheim van het stuk besloten en dat geheim is weer verbonden met het enige personage dat niet op het podium verschijnt, namelijk de dode dirigent Otto Goud. Op diens begrafenis zijn we aanwezig. De man is twintig jaar geleden, vlak voor het hoogtepunt van zijn carrière, van de ene dag op de andere van de aardbodem verdwenen. Op de begrafenis treft een aantal mensen elkaar die in zijn leven een rol hebben gespeeld. Zij hebben allemaal hun theorieën over hem. Die veel, zo niet alles te maken hebben met de personages zelf. Allemaal hebben ze een eigen, specifiek belang bij Goud gehad, wat weerspiegeld wordt in het beeld dat ze zich stuk voor stuk van hem hebben gevormd en aan anderen proberen op te leggen.

In Kwartetten speelde muziek een heel belangrijke rol. Is dat in dit nieuwe stuk ook weer het geval?

Het stuk bestaat uit drie bedrijven, die worden afgewisseld door twee muzikale intermezzi. Hoe die eruit gaan zien weten we nog niet, maar belangrijk is dat er een groot contrast ontstaat met de 'gewone' gesproken bedrijven, zowel in vorm als in uitdrukking. In de intermezzi wordt de figuur van Otto Goud als schim opgevoerd, althans als een figuur waarvan we begrijpen dat dat Otto Goud is. Hij kan uiteraard niet spreken. Is ook geen realistisch personage. Otto Goud is een schim. En schimmen spreken niet. Schimmen zingen. De taal waarvan hij zich bedient is bovendien geen Nederlands maar Duits. De teksten zijn dan ook niet van hemzelf, nee, Goud citeert ze uit brieven van Beethoven die expliciet op diens doofheid betrekking hebben. Voor Otto zijn de woorden van Beethoven een manier om in orakeltaal iets over zichzelf te zeggen. Noodgedwongen zullen we de muziek moeten laten klinken in de vorm van een opname. Het zou natuurlijk het mooist zijn als we elke avond over een orkestje van acht man plus een tenor en een koor van enkele vrouwen konden beschikken. Maar het feit dat dit praktisch en financieel op allerlei bezwaren stuit, vormt op zichzelf weer een uitdaging om te zien hoe we van de nood een deugd kunnen maken.

Helpt het je bij het schrijven om te weten wie de rollen gaan spelen?

Ja, enorm. Ik zou het heel moeilijk hebben gevonden als er een opdrachtgever naar mij toe was gekomen die gezegd had 'hier is een zak met geld, maak jij er nou maar eens een mooi stuk voor'. Als je bij het schrijven weet dat Sacha Bulthuis een bepaalde rol zal gaan spelen dan wordt het toch concreter voor je. Los nog van het feit of zij het in werkelijkheid zo zal spelen als ik voor ogen heb gehad. Want het is maar de vraag of dat de meest interessante vorm is.

Als we het stuk thematisch bekijken

Daar wil ik liever niet zoveel over zeggen. Niet omdat ik daar geen idee?over heb, maar omdat ik vind dat de betekenis van het stuk zich al repeterend, al werkend, als resultaat van de samenwerking met acteurs, vormgevers, regisseur, en uiteindelijk in confrontatie met een publiek, moet openbaren. Dovemansoren is onder andere een stuk dat iets wil zeggen over de volmaaktheid, de zuiverheid van de kunst, zoveel wil ik nog wel kwijt. Maar komt zuivere kunst ook noodzakelijk uit zuivere bronnen voort? Kunst is ? ding, het maken van kunst een ander. Er zijn componisten en musici die ik erg bewonder en die ik godzijdank nooit persoonlijk heb hoeven leren kennen.
(w.t.)

| Meer