Cape Fear 1

Theater na de de Dam 4 Mei

Oranje Hotel

Veterman

Dramatisch gedenkschrift in vier taferelen


foto's Tim Joris de Vries

Op maandag 4 mei 2015 lazen Appelacteurs ter gelegenheid van het landelijk project Theater na de Dam de tekst Oranje Hotel van Hagenaar en verzetsstrijder Eduard Veterman. Voorafgaand aan de lezing was er een korte inleiding door Jilt Sietsma (Stichting Oranje Hotel).

Het stuk
Een aantal mannen zit opgesloten in een te kleine cel. Elk met zijn eigen verleden. De toekomst die hen wacht is onzekerheid en angst. Angst voor het verhoor, de marteling en het vonnis. Via een ingenieus communicatiesysteem proberen ze informatie over de buitenwereld naar binnen te smokkelen. Ze weten dat de geallieerden oprukken, maar de tijd dringt...

Het Oranjehotel
Het Oranjehotel was tijdens de Tweede Wereldoorlog de bijnaam van de gevangenis in Scheveningen. Tot 1940 zaten er voornamelijk kleine criminelen. Tijdens de oorlog gebruikte de Duitse bezetter het Oranjehotel om verzetsmensen op te sluiten en te verhoren. Veel gevangenen werden tijdens de verhoren gemarteld door de Sicherheitsdienst (SD) en leden van de Haagse gemeentepolitie. Voor de meesten duurde hun verblijf in het Oranjehotel niet lang. Er waren maar drie mogelijkheden: je werd vrijgelaten of je werd gedeporteerd naar Duitsland of je werd terechtgesteld op de Waalsdorpervlakte, in de duinen tegenover de gevangenis. Er hebben naar schatting 25.000 mensen vastgezeten tijdens de oorlogsjaren.
Eén van hen was de Hagenaar Eduard Veterman (1901-1946). Hij schreef een dramatisch gedenkschrift over zijn verblijf in het Oranjehotel.

Eduard Veterman
Zijn naam was eigenlijk Elias Veterman. Hij was van Joodse afkomst en werd in de Haagse volkswijk Spuikwartier geboren. Hij studeerde aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten en was een begenadigd schilder. Literatuur was zijn grote liefde. Hij schreef 30 toneelstukken en 15 romans. In 1925 richtte hij zijn eigen toneelgezelschap Odeon op. Om financiële redenen moest dit gezelschap haar activiteiten al na zes maanden stopzetten. In 1935 startte hij een literair cabaret De Tooverbal. Maar ook dit werd een financieel fiasco. Toen de schuldeisers met een rechtszaak dreigden op grond van vermeende oplichterij, vluchtte hij naar Frankrijk. Daar leerde hij zijn vrouw Katy van Witsen kennen. In 1939 keerde het gezin, ondertussen was hun dochter geboren, terug naar Nederland. Toen Duistland Nederland binnenviel werkte Veterman bij de Hollandse Schouwburg in Amsterdam. Hij had daar naam gemaakt als toneelschrijver en regisseur. De Duitse bezetter veranderde de naam van het theater in Joodse Schouwburg. Er mochten alleen Joodse artiesten optreden. Maar al snel werd de schouwburg gebruikt als tijdelijke verzamelplaats voor Joden in afwachting van hun deportatie naar de concentratiekampen. Veterman besefte dat hij en zijn gezin, wegens zijn Joodse afkomst, gevaar liepen. Daarom creëerde hij een dubbele identiteit voor zichzelf en zijn vrouw. Hij werd prof. dr. Eduard Jacques Necker, afstammeling van Franse adel en zijn vrouw werd mevrouw Van Pelt, een naam uit een van zijn vooroorlogse romans. Hun dochter werd ondergebracht bij een gezin in Blaricum.

Veterman werd actief in het verzet. Hij maakte valse geboorteakten, persoonsbewijzen en bonkaarten die niet van echt te onderscheiden waren. Samen met zijn vrouw maakte hij in een kamertje bij een drukker zo'n 2.000 identiteitskaarten voor ondergedoken Joden en geallieerde piloten. Ondanks drie invallen van de Gestapo werden ze nooit gepakt. In oktober 1943 werd hij verraden en opgepakt. Na zware verhoren werd hij in het Oranjehotel geïnterneerd. Hij werd ter dood veroordeeld en in afwachting van de uitvoering van het vonnis naar Lüttringhausen in Duitsland overgebracht. Daar werd hij op 15 april 1945 door de Amerikanen bevrijd.

Op 19 november 1945 ging het toneelstuk Oranje Hotel in première. Het was een groot succes: 150 voorstellingen in 6 maanden. In zijn roman Keizersgracht 763 spreekt hij zijn afschuw uit over de schijndemocratie van de aristocratie. Van Prins Bernhard kreeg hij de opdracht om een geschiedenis van de binnenlandse strijdkrachten te schrijven. Maar Prins Bernard trok de opdracht in toen Veterman bekend maakte dat hij ook zou schrijven over hoe belangrijk Nederlandse militairen en bestuurders tijdens de oorlogsjaren geweest waren bij onfrisse praktijken. Daarop besloot Veterman om zelf een boek te schrijven waarin hij de gepleegde wandaden tijdens de oorlogsjaren van militaire- en politieke kopstukken openbaar zou maken. Balans der misère zo heette het manuscript. Op 26 juni 1946 schreef Veterman dat er een ‘vrij gore campagne' tegen hem werd gevoerd. Twee dagen later verongelukte Veterman en zijn vrouw Katy bij een auto-ongeluk. Omdat Veterman na de bevrijding een luis in de pels was geworden, waren er onmiddellijk geruchten over een liquidatie, maar bewijs hiervoor is nooit geleverd. Van het manuscript Balans der misère is tot op heden nooit iets teruggevonden.

auto Veterman na het ongeluk
Auto Veterman na het ongeluk

Oranje Hotel
tekst Eduard Veterman
gelezen door Isabella Chapel, David Geysen, Hugo Maerten, Arie de Mol, Alain Pringels, Fred van de Schilde, Bob Schwarze, Martijn van der Veen en Iwan Walhain
speeldatum maandag 4 mei 2015
aanvang 21.00 uur grote zaal Appeltheater
kaarten toegang gratis

| Meer