Cape Fear 2
De herinnering

Inhoud De herinnering - seizoen 1999/2000

affiche De herinnering ontwerp Jan BonsIn een surrealistisch hotel, ergens in een bestaand of niet bestaand land ontmoeten een aantal personages elkaar. Al spoedig wordt duidelijk dat het stuk zich in 'een' hiernamaals afspeelt. Misschien in onze collectieve herinnering.

De door de bediende Orpheus ontvangen gasten, waaronder de door de nazi's bewonderde Zweedse zangeres Zarah Leander, haar zuster Ullah, Anne Frank, een SS-officier en een aartsbisschop, staan garant voor een aantal theatrale en wat ideeën betreft fascinerende confrontaties.

Nauwgezet onderzoekt De Boer zijn personages op de houdbaarheid van hun argumenten, de gemaakte keuzes, speelt hij een spel met onze (voor)oordelen en confronteert hij ons met tal van zorgvuldig in stand gehouden taboes.

Met De herinnering zet De Boer een nieuwe stap in een richting die hij jaren geleden bij De Appel inzette met de enscenering van De Buddha van Ceylon en die hij voortzette met zijn triptiek Ingeblikt en Het oordeel van Paris.

Tal van thema's, maar ook aspecten van sommigen van zijn personages, zien we terug.

scènefoto De herinnering fotograaf Pan SokDe auteur heeft ze opnieuw geschikt, waardoor ze onontkoombaar, zowel in beeld als in woord direct appelleren aan onze collectieve herinnering.

Afrekenend met de valse illusies die wij koesteren, zowel omtrent onszelf als omtrent de mensen en instituties om ons heen, levert De Boer met dit stuk een intrigerend demasqué af, met als ondertitel: Een Europeesche Komedie

Interview De herinnering

Lodewijk de BoerAl meer dan vijftien jaar regisseert Lodewijk de Boer met grote regelmaat bij De Appel. Meestal stukken van eigen hand en geschreven met bepaalde Appelacteurs in het achterhoofd.

De herinnering, zijn meest recente stuk, dat half januari bij de Appel in première gaat vormt hierop een uitzondering. Hij schreef het in opdracht van het Stockholms Stadsteater, het gezelschap waar hij eerder ook zijn Angela en Rosanna en De Buddha van Ceylon ensceneerde. Voor het eerst hoort hij nu de tekst zoals hij die schreef.

Is dat geen wonderlijke ervaring, een stuk voor het eerst regisseren in een taal die je niet verstaat?

Het is heel eigenaardig. Je hoort onbegrijpelijke klanken, weet wat die min of meer moeten betekenen, maar je verstaat er niets van. Pas nu hoor ik letterlijk wat er gezegd wordt. Ik hoor ook nu pas waar het teveel naar Zweden verwijst. Dat wijzig ik dan ter plekke, tijdens de repetities, in samenwerking met de acteurs. Daardoor wordt het ook universeler is mijn indruk. Het is een proces, een manier van werken bij De Appel waar ik aan gehecht ben geraakt: een tekst toespitsen op een theatrale werkelijkheid.

Kun je iets over De herinnering vertellen?

Het thema werd me aangereikt vanuit Stockholm: de zogenaamde neutraliteit van Zweden in de Tweede Wereldoorlog. Niet helemaal toevallig ook een van mijn voornaamste thema's. Een fascinatie voor de vraag hoe men zich in buitengewoon ingewikkelde situaties gedraagt. Terwijl er rondom de meest verschrikkelijke dingen gebeuren. Het heeft natuurlijk ook met mijn eigen verleden te maken. Mijn werkelijke vader was niet meneer De Boer, maar een beeldhouwer die in de illegaliteit zat en in '44 naar een kamp werd gevoerd. Toen ze het kamp verplaatsten hebben ze hem met een nekschot om het leven gebracht. Als kind voel je dat er van alles aan de hand is, binnen de familie voel je dat. Maar zonder dat je het begrijpt. Mijn vraag nu was: wat herinner je je? Wat herinner je je van die wereldbrand? Daar komt ook de structuur van het stuk uit voort. De eigenaardige breuken die erin voorkomen hebben inderdaad te maken met de vraag hoe de herinnering functioneert. Het geheugen slaat gaten. Die kun je natuurlijk opvullen, zoals in romans gebeurt. Ik heb echter gekozen voor de wreedheid van totaal ridicule, irrationele overgangen. Ik wil laten zien dat het geheugen geen constante stroom is, maar dat we reconstrueren, dat we de geschiedenis vervalsen. Concreet heb ik de vraag geprojecteerd op de beroemde, misschien naïeve, Zweedse zangeres Zarah Leander, die in de dertiger en veertiger jaren carrière in Duitsland heeft gemaakt. Maar het had ook Mengelberg kunnen zijn of Gustav Gründkens, de beroemde Mephisto-vertolker. Hoe verhoud je je als kunstenaar tot de politieke werkelijkheid? De personages hebben iets exemplarisch. Kardinaal Eidem zou kunnen staan voor de houding van de katholieke kerk tijdens de Tweede Wereldoorlog, Claus Meier voor de SS-er, Anne Frank voor de vermoorde onschuld. Het is een van de kunstgrepen die in dit stuk zijn toegepast. Een andere is de creatie van Ullah, min of meer het goede geweten van verraadster Leander. Het complexe is echter dat Leander zich helemaal niet zo voelt. Alleen in Duitsland voelde zij zich als kunstenares begrepen. Dat haar populariteit direct samenhing met het vertrek van allerlei performers naar Amerika, en dat het nazibewind alleen maar gebruik van haar maakte, is iets dat zij niet begrijpt, of niet begrijpen wil. Daarnaast heb ik me gepermitteerd het geheel in een surrealistische wereld te plaatsen. Associaties zijn belangrijker dan normale gesprekken. Ik heb dus niet geprobeerd het stuk vanuit een klassieke dramaturgie te ontwikkelen. Het stuk is gesitueerd in de wereld van de doden. Er bestaat geen gewone dramatiek meer, er zijn alleen nog flarden herinnering. In dat dodenrijk staat een hotel. Temidden van woestenij. Je zou je kunnen voorstellen dat er een nieuwe oerknal is geweest. De natuur is totaal verwoest. Er is alleen nog dat ene lege gebouw. En daar druppelen wat personages binnen. Ze doen denken aan het verleden, herinneren zich het verleden, doen ons aan dat verleden herinneren. Zonder dat het dat verleden is. Zarah zegt in het begin van het stuk en dat is eigenlijk de sleutel: Weet je waar dit hotel me aan doet denken? Aan mijn villa in Berlijn. Alles doet herinneren.

Dit stuk beantwoordt niet aan de 'klassieke' dramaturgie zeg je. Maar dat doen jouw stukken nooit.

Omdat het drama in traditionele zin voortkomt uit psychologie. Die is begrijpelijk en saai. Toneel is altijd: beetje drama, psychologische ontwikkeling, catharsis. Terwijl ik juist toneel ben gaan schrijven om het avontuur met het drama aan te gaan. Het is vooral het absurdisme dat mijn interesse in het toneel heeft gewekt. Dat was toneel dat je niet kant en klaar werd voorgeschoteld, maar waarin gaten waren geslagen, bomkraters waar je overheen moest stappen. Pinter barst van de raadsels, van de onbegrijpelijkheden. De betekenis ontstaat doordat je die invult met je eigen talent, je eigen fantasie en sensibiliteit.

Is het bewustzijn dat je stukken zo in elkaar zitten de reden dat je ze het liefst zelf regisseert?

Absoluut. Een andere regisseur zal ogenblikkelijk zeggen dat hij dit niet begrijpt, dat hij dat niet kan verklaren. Alsof dat zou moeten? Wie 'begrijpt' de zevende symfonie van Beethoven? We luisteren ernaar en vinden het aangenaam. Maar 'begrijpen'? Vandaar ook mijn liefde voor een Bu?. Vergeleken met beeldende kunst en muziek is toneel vaak zo armetierig wat de fantasie betreft. Muziek verandert constant, herstelt zich weer en verandert weer. Dat mis ik in het toneel. We verliezen op deze manier het vermogen om ons onderbewuste zaken met elkaar te laten verbinden. Misschien daarom mijn liefde voor het surrealistische. (w.t.)

Cast

tekst & regie Lodewijk de Boer
toneelbeeld Jan Klatter
licht Reinier Tweebeeke
kostuums Ber van Hirtum
dramaturgie Watze Tiesema
dansrepetitor Tjitske Broersma
regie-assistentie Ingmar van der Bie
spel Sacha Bulthuis, Çanci Geraedts, Hubert Fermin, Carol Linssen, Hugo Maerten, Marcel Ott, Hannah van der Sande

en met


figuranten

Neil van der Beek, Patricia de Klerk, Ciske de Hartogh, Daan de Jong, Donovan van Leeuwen, Gerda Swart, Hans Verbooy, Martine Zeeman

Speelperiode

speelperiode 12 januari t/m 27 februari 2000
première 22 januari 2000 in de grote zaal van het Appeltheater
22 maart t/m 8 april 2000 Rozentheater Amsterdam

Vrij Nederland

De zware inhoud wordt mogelijk gemaakt door de elegante behandeling die de toneelmaker, zowel schrijver als regisseur, het materiaal gaf. De taal is licht en vanzelfsprekend, de voorstelling is eveneens licht van toon maar juist daardoor mysterieus. Het spel van de acteurs is voortreffelijk, een pleidooi voor ensemblespel, wat mij betreft aangevoerd door Hugo Maerten als de SS'er en Sacha Bulthuis als Zarah. (...)

Het resultaat is een verfijnde voorstelling waarin de verschillende disciplines wonderlijk mooi op elkaar zijn afgestemd. Dat alles maakt De herinnering tot een melancholiek stemmend mysteriespel waarin voor het hogere geen plaats meer is.

Haagsche Courant

Sacha Bulthuis is perfect de cynische diva Zarah Leander, Hubert Fermin een ideale aartsbisschop, Hugo Maerten de oer SS-officier en Hannah van der Sande een frappante Anne Frank. (...)

... een visueel fascinerende voorstelling (...)

Geraffineerd spel met licht en veel muziekfragmenten ...

de Telegraaf

De herinnering heeft een sterk surrealistische inslag, slaat soms onbegrijpelijke hoeken om en zit vol groteske effecten ...

Sacha Bulthuis maakt meer dan een sterk nummer van het lenige, amorele karakter van Leander.

De Gelderlander

... intrigerende voorstelling van De Appel. (...)

Çanci Geraedts imponeert met haar lijfelijk en gelaagd spel. Hugo Maerten speelt de SS-officier intens plat op een consequent volgehouden toontje van gemaakte onverschilligheid. Hubert Fermin laat een fraaie kwezel zien ... Carol Linssen maakt indruk met de korte monoloog waarin hij zijn levensverhaal vertelt. Marcel Ott is fantastisch als treiterende, alles wetende bediende.

de Volkskrant

... er wordt schitterend toneelgespeeld door Sacha Bulthuis en Carol Linssen. (...)

Als politici naar theater gaan, dan gaan ze naar De Appel. Ze gaven de groep na afloop een staande ovatie, evenals bijna alle andere bezoekers. ... een verbijsterende ervaring.

| Meer