Zie De Appel Buiten
Het verhaal van de soldaat

Interview met Porgy Franssen Het verhaal van de soldaat - seizoen 2000/2001

Porgy Franssen koesterde ooit op de toneelschool het verlangen om bij De Appel te spelen. Hij was dan ook hevig teleurgesteld toen hij door Erik Vos na een auditie werd afgewezen. Het heeft zijn carrière overigens niet geschaad, want zowel in het theater en de bioscoop als op de televisie heeft hij tal van prachtige rollen gespeeld. Hoewel hij later herhaaldelijk is gevraagd alsnog bij De Appel te komen spelen is het er slechts één keer van gekomen: de rol van Sosias in Amphitryon van Heinrich von Kleist in de regie van Hans Croiset. Hij werd er in het seizoen 1986/87 voor onderscheiden met de Arlecchino.

De afgelopen jaren was Porgy Franssen verbonden aan die andere in haar voortbestaan bedreigde theatergroep: Orkater, een gezelschap dat zich als geen ander bezighoudt met eigentijds muziektheater. Dit seizoen is hij terug bij De Appel. Als regisseur van Het verhaal van de soldaat.

Ik heb een vreemde band met dat stuk. Eigenlijk al vanaf de toneelschool. Aan de ene kant intrigeerde het me in hoge mate, aan de andere kant vond ik het eigenlijk maar een rare vertelling. Het is een wonderlijke ervaring als je merkt dat juist zo'n stuk op je pad komt. Kennelijk lag het op mij te wachten. Dat vond ik ook al in 1984, toen ik in Carré de rol van de soldaat speelde. Onder regie van Ton Lutz, in een Holland Festival-productie met Johnny Kraaykamp als de duivel en Ton Lutz als de verteller. Dat vond ik zeker toen Aus Greidanus mij vroeg de regie van het stuk bij De Appel te doen. Bovendien schoot de gedachte door mij heen dat het heel goed mogelijk zou kunnen zijn dat Het verhaal van de soldaat, uitgerekend een van de eerste producties van De Appel, ook wel eens de laatste zou kunnen worden. Gelukkig ziet het er financieel gezien nu allemaal iets minder somber uit.

Heb je een muzikale achtergrond?

Bij mij thuis werd altijd heel veel muziek gemaakt. Ik kom uit een groot gezin, waarin iedereen een of meer instrumenten bespeelde. Vrijwel al mijn broers en zussen gingen dan ook min of meer vanzelfsprekend naar het conservatorium. Dat wilde ikzelf aanvankelijk ook: dwarsfluit. Uiteindelijk heb ik voor de toneelschool gekozen en is het het theater geworden. Maar de liefde voor de muziek is altijd gebleven en is natuurlijk ook de reden dat ik bij Orkater zit. Muziek kan zo'n wezenlijke bijdrage leveren, kan zulke spannende relaties met theater aangaan ? Vorig jaar heb ik De Petomaan gemaakt, waarvoor ik ook de muziek heb gecomponeerd. Die verantwoordelijkheid voor het geheel, boven die van het alleen maar spelen, vond ik heel aangenaam. Natuurlijk, je kunt ook toneelspelen zonder muziek. Ik heb dat zelf ook vijftien jaar gedaan. Blijft nog steeds heel mooi. Maar als de mogelijkheid bestaat om het te doen samengaan met muziek, dan geef ik daar de voorkeur aan.

Wat is voor jou het aantrekkelijke van de Soldaat?

Een van de aspecten die mij altijd heeft aangesproken is de magie van de eenvoud. Als je erin slaagt de toon goed te treffen appelleert het aan heel wezenlijke dingen. Al zal het niet eenvoudig zijn. De moeilijkheidsgraad is behoorlijk groot.

In welke zin?

Het is moeilijk om voortdurend de spanning vast te houden. Een van de methoden die je kunt hanteren om te zorgen dat je je publiek niet verliest, is heel overdadig uitpakken. Effecten. Dat mag best, vind ik. Dat kan ook met sprookjes. Alleen, ik vind dat niet zo interessant. Voor mij schuilt juist de uitdaging in het zoeken naar 'echtheid'. Vandaar dat wij op dit moment bij het repeteren er toe neigen om gewone mensen te spelen. Niet de traditionele duivel uit verhalen en sprookjes, maar een gewoon mens dat iets van een duivel in zich heeft. En vervolgens laten we zien wat er gebeurt als het duivelse wordt uitgespeeld. Het wordt de uitdaging om te kijken hoe lang we geloofwaardig kunnen blijven, of dat deze opvatting en de uiterlijke vorm van het sprookje elkaar toch gaan bijten. Tot nu toe lijken we op de goede weg. Maar goed, we zijn pas twee weken aan het repeteren.

Wat hoop je te bereiken?

Samen met de acteurs zou ik willen zoeken naar een essentie. Alle ballast overboord gooien en terugkeren naar het wezenlijke van het acteren. Het mooist is natuurlijk als alleen de gedachte overblijft. Je kijkt naar iets dat abstract geworden is, dat van ons allemaal is, dat appelleert aan een soort binnenwereld.

Wordt het orkest actief bij de handeling betrokken?

Nee, zoals de repetities zich op dit moment ontwikkelen niet. Natuurlijk spelen we bij improvisaties wel eens met de gedachte, proberen we van alles uit, maar ik denk toch dat het orkest niet een andere rol zal spelen dan die van orkest. De musici blijven een zelfstandig onderdeel van de voorstelling. Al zullen ze wel in de totaliteit van het toneelbeeld worden ge?ntegreerd.

Waar gaat 'de soldaat' over?

Het verhaal is afkomstig uit een Russisch sprookjesboek. Eigenlijk is het het verhaal van Faust: de mens verkoopt zijn ziel aan de duivel. In ons verhaal is dit gesymboliseerd in de viool. Dit is dan ook het eerste dat de duivel in zijn contact met de soldaat te pakken probeert te krijgen. Aanvankelijk moet de soldaat er niets van hebben om dit voor hem zo belangrijke instrument van de hand te doen. Maar als de duivel hem in ruil een boek aanbiedt waarin onder andere staat te lezen wat de beurskoersen van de volgende dag zijn, beseft de soldaat dat dit hem rijk, heel rijk kan maken. En hij bezwijkt voor de verleiding. Vervolgens zien we een duivel, die misschien niet eens een duivel is, maar iets dat een duivel zou kunnen zijn, of iets dat in ons allemaal huist. De duivel weet ook niet precies waarin hij zich begeeft. Want kennelijk heeft hij niet genoeg aan de viool. Ook al heeft de soldaat zijn ziel ingeleverd, de duivel blijft terugkomen. Wat drijft hem? Misschien weet hij dat zelf ook niet. Juist dat maakt hem zo herkenbaar. Juist in deze tijd, juist in deze steeds commerci?ler wordende wereld is het immers van het grootste belang je te blijven realiseren wat je bereid bent voor al die luxe in te leveren. (w.t.)

| Meer